Week 5 Flashcards
(41 cards)
Collectief arbeidrecht: Stakingsrecht
- Stakingsrecht: onmisbaar onderdeel collectieve onderhandelingsvrijheid (art. 6 lid 4 ESH)
- Tegenwicht tegen macht werkgevers
- Rechtstreekse werking in Nederland: HR 30 mei 1986 (NS, AA74)
- Beschermd (en rechtmatig) als ‘prikkel’ kan uitgaan van actie op onderhandelingen (Amsta, AA 85)
- Ook tegen overheidsmaatregelen die ingrijpen in arbeidsvoorwaarden
- Geen recht op loon (ook niet bij stiptheidsacties)
Beperkingen stakingsrecht: art. G ESH
- Procedureregels
- Schadebeperkende maatregelen
- Aanzeggen
- Ultimum remedium toets
> NB: dit zijn slechts gezichtspunten geen harde eisen (Amsta)
- Rechten van derden
- Algemene belangen
- openbare orde, volksgezondheid, nationale veiligheid
- Voorbeelden:
- Politiestaking tijdens risicowedstrijd (Ajax-PSV:JAR 2008/103; Cambuur-Ajax, JAR 2012/232)
- Staking Gemeentelijke schoonmakers na ‘Koninginnenach 2010’ (JAR 2010/157), Staking bij ‘PIN-centrale’ (JAR 2012/104)
Functies CAO (5)
- Pacificatie
- Uniformering
- Ongelijkheidscompensatie
- Aanvulling wettelijke/contractuele regels (‘service-functie’)
- Afwijken ¾ dwingend recht (‘maatwerkfunctie’)
2 typen cao’s (art. 1 lid 1 Wet CAO)
Bedrijfstakcao
* Werkgeversorganisaties partij
* Vakbonden partij
* Bijv.: Metaal-cao, horeca-cao, VTT
Ondernemingscao
* Werkgever partij
* Vakbonden partij
* Bijv: Philips-cao, Ahold-cao
Werking CAO-bepalingen
Werkgeversorganisatie -> obligatoir -> Vakbond
Lid werkgeversorganisatie -> diagonaal -> Vakbond
Lid werkgeversorganisatie -> normatief -> Vakbondslid
-> Normatief = werkt door in de arbeidsovereenkomst = de belangrijkste
Gebondenheid (art. 9 Wet CAO)
- Lid CAO-partij
- Betrokken bij CAO
- Indien zowel werkgever als werknemer gebonden:
- Afwijken nietig (art. 12)
> minimumcao: afwijken naar boven mag/gunstigheidsbeginsel
> standaardcao: afwijken mag niet
> HR (Boonen/Quicken, AA76): beoordelen per beding, niet ‘totaalplaatje’ - Aanvulling via art. 13
Ongebonden werknemer
- Art. 14 Wet CAO:
- plicht gebonden werkgever om cao toe te passen
- dus: aanbod en aanvaarding van cao-voorwaarden
- maar: geen recht op aanbod
- cao-partijen moeten naleving art. 14 afdwingen
- Ratio: zie HR 7 juni 1957 (Suk/Brittania, AA72)
- (Toch) gebondenheid:
- Algemeenverbindendverklaring
- Incorporatiebeding
- Gebruik
Algemeen verbindend verklaring
- Wet AVV
- Verzoek van cao-partijen
- Minister beslist, geen beroep
- CAO geldt al voor ‘ belangrijke meerderheid’ + Toetsingskader
- Vrijstelling mogelijk
- CAO geldt voor hele bedrijfstak, ongeacht lidmaatschap cao-partij
- Ook ongeorganiseerden hebben rechten
Nawerking cao
- Na afloop van oude cao, voor ingang nieuwe
- Aan oude CAO ontleende bepalingen blijven onderdeel arbeidsovereenkomst
- Geen nawerking van AVV
- HR 28 januari 1994, AA 75(Beenen/Vanduho):
- wel respect voor ‘verkregen rechten’
Instellingsplicht OR
- Wet op de ondernemingsraden
- Verplicht bij meer dan 50 werknemers
- Vrijwillig mogelijk bij minder dan 50 werknemers
- Personeelsvertegenwoordiging
- onderneming: organisatorische eenheid die in het maatschappelijk verkeer zelfstandig functioneert
- ondernemer: (rechts)persoon die onderneming in stand houdt
Rechten en plichten OR (6)
- Faciliteiten
- Informatierecht
- Adviesrecht
- Instemmingsrecht
- Beroepsrecht
- Geheimhoudingsplicht
Adviesrecht (art. 25 WOR)
*Economische/organisatorische besluiten
* Belangrijke besluiten
* Limitatief opgesomd
* Procedure:
- voorgenomen besluit (informatie)
- advies (tijdig aangevraagd)
- besluit (motivering indien contrair)
- Wachttijd
- beroep OR
Beroepsrecht (art. 26 WOR)
Ondernemingskamer Hof Amsterdam - Hoge Raad
- Als ondernemer afwijkt van advies
- ‘in redelijkheid niet tot besluithebben kunnen komen gezien belangen’
- Vaak: procedurele toets
- OK 1 mei 1980, (Linge Ziekenhuis)
- OK 16 maart 2000, (Philips Lighting, AA78)
Instemmingsrecht (art. 27 WOR)
- Personeelsbeleid
- Regelingen
- Limitatief opgesomd
- Primaat cao (27 lid 3 WOR):
- geen instemminsgrecht als onderwerp al uitputtend in cao is geregeld
- Procedure:
- voorgenomen besluit
- instemming of niet
- zo niet, ondernemer naar kantonrechter
- NB: vaak klaagt OR over niet vragen instemming
OR en arbeidsvoorwaarden
- Primaat CAO/bonden
- Onafhankelijkheid, deskundigheid
- Instemming OR bindt werknemers NIET
- Komt neer op 7:613 toets, zie AA44 (Stoof/Mammoet) en AA67 (Fair Play)
Gebondenheid (art. 9 Wet CAO)
- Lid CAO-partij -> zowel werkgever als werknemer
- Betrokken bij CAO -> onder de werkingssfeer van CAO vallen
- Indien zowel werkgever als werknemer gebonden:
- Afwijken nietig (art. 12)
> minimumcao: afwijken naar boven mag/gunstigheidsbeginsel
> standaardcao: afwijken mag niet
> HR (Boonen/Quicken, AA76): beoordelen per beding, niet ‘totaalplaatje’ - Aanvulling via art. 13
Ongebonden werknemer
- Art. 14 Wet CAO:
- plicht gebonden werkgever om cao toe te passen
- dus: aanbod en aanvaarding van cao-voorwaarden
- maar: geen recht op aanbod
- cao-partijen moeten naleving art. 14 afdwingen
- Ratio: zie HR 7 juni 1957 (Suk/Brittania, AA72)
Incorporatiebeding
· Van toepassingsverklaring regeling
· Cao, personeelshandboek, gedragscodes
· Bepalingen uit deze regelingen worden daarmee onderdeel overeenkomst
· Cao: dynamisch en statisch
- ‘De CAO beveiliging 2018/2023’
- ‘De voor werkgever van kracht zijnde cao’
Gebondenheid en gebruik
- Werkgever past CAO toe
- Werknemer verzet zich niet
- Gaat om gebruik in individuele verhouding/bedrijf
- Binding?
> Expliciet aanbod niet afwijzen…
> Kenbaarheid relevant?
> Kan dat ook met 3/4e dwingend recht?
> Hoe lang duurt het gebruik?
AVV: geen bindingsproblemen (?)
· AVV CAO geldt dwingend voor de bedrijfstak
> Afwijking nietig, AVV CAO vult leemtes
· AVV kan niet met terugwerkende kracht
· AVV werkt niet na
· Tenzij: verkregen rechten
Uitleg cao-bepalingen
· Bij cao-norm alleen tekst van de cao en daarbij behorende toelichting relevant
- Dus niet: eerdere cao’s, andere publicaties van cao-partijen (kenbare bedoeling)
· Uitleg naar objectieve maatstaven
· Elders in cao gebruikte formuleren en aannemelijkheid rechtsgevolgen relevant
Zet op een rij wat de voordelen van dit instrument om arbeidsvoorwaarden af te spreken kunnen zijn voor zowel werkgevers als werknemers.
Werkgevers:
- Besparen tijd en administratieve lasten omdat je niet individueel met de werknemers moet onderhandelen
- Het maakt de arbeidsvoorwaarden overzichtelijker -> minder noodzaak voor juridische hulp voor individuele contracten, want in individuele contracten staat niet alles, in de CAO wel dus daar kan je als werkgever op terugvallen bij conflicten, je kunt dan op die CAO refereren bij individuele conflicten
- Minder concurrentie
- Collectieve voorzieningen
- Belangen behartiging door werkgeversorganisaties -> specifieke CAO’s die kijken naar de belangen van de werkgever, werkgevers ook driekwart dringend recht
Werknemers:
- Biedt zekerheid en bescherming
- Gelijke behandeling onder de werknemers -> werkgevers gaan niet concurreren op arbeidsvoorwaarden, kunnen hun geld besteden aan concurreren op innovatie
- Ongelijkheidscompensatie tegenover werkgever
- Voordelen als pensioen en verlof -> CAO is driekwart dwingend recht dus er kan van wettelijke bepalingen worden afgeweken zodat ze betere arbeidsomstandigheden hebben -> kan ook niet ten gunstige van de werknemer zijn, maar het biedt wel ruimte om je te richten op de belangen van een specifieke sector
Art. 9 Wet CAO:
> Lid 1: zijn werknemer en werkgever gebonden
> Is werknemer lid van een vakbond, en werkgever lid van een vereniging die partij zijn bij dezelfde CAO
Werkgever en werknemer moeten ook betrokken zijn -> materiële werkingssfeer (over welke onderwerpen gaat de CAO), personele werkingssfeer (bijv. in CAO staat dat het alleen van toepassing is op bepaalde werknemers), temporele werkingssfeer (voor welke periode geldt de werkingssfeer) -> aan de hand van de werkingssferen kijken of de CAO nog van toepassing is (voor een gebonden werknemer, geldt in principe nawerking als er geen nieuwe CAO is -> dus terugvallen op de oude CAO)
Art. 25 WOR Adviesrecht
- Wanneer? Belangrijke voorgenomen besluiten van financieel-economische aard
- Limitatief opgesomd in lid 1
- Wat is ‘belangrijk’?
- Hoe? Art. 25 lid 2, 3 en 4 WOR