Week 6 Vo's CHECK Flashcards

(15 cards)

1
Q

Hoe ontstaat een perifeer motorisch neuron?

A

Motorische voorhoorncellen –> spinale zenuw (wortel) –> plexus –> neuromusculaire overgang –> spier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is je plan van aanpak tijdens de anamnese bij een spierziekte?

A

1) Ontstaan
Acuut (meer spierontsteking) vs chronisch

2) Ernst over de dag
Bij neuromusculaire overgangsziekten zijn de klachten erger aan einde dag. Ook bij ziekten gelokaliseerd in spier zelf.

3) Verdeling
Grote spiergroepen vaak eerst aangedaan
Dubbelzien/ spreken/ slikken
Unilateraal/ bilateraal
Bovenhandswerken
Fijne motoriek (distaal)
Moeite met traplopen en opstaan uit stoel (prox benen)

4) Familie
Vragen naar spierziekten hier en vragen of baby normaal ontwikkeld is, tijd van drinken, kruipen, lopen etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke functionele testen zijn er bij iemand met een spierziekte?

A
  • Laten opstaan en lopen
  • Kracht testen
  • Kan iemand armen boven hoofd tillen
  • Proef van Trendelenburg (contralaterale heup zakt naar beneden als pt op 1 been wil staan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe kan je de kracht van de afzonderlijke spiergroepen testen?

A

Test altijd een aantal proximale en distale spiergroepen in de ledematen. Hierna mbv MRC gradering aangeven wat wel en niet lukt.

Graad 0: niet aanspannen –> paralyse

Graad 1: aanspannen zonder bewegen –> parase

Graad 2: bewegen, niet tegen zwaartekracht –> parase

Graad 3: bewegen, tegen zwaartekracht –> parase

Graad 4: bewegen tegen weerstand, maar verminderde kracht –> parase

Graad 5: normale kracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke onderdelen van sensibiliteit kan je testen?

A
  • Tastzin
  • Pijn
  • Vibratie (stemvork)
  • Positiezin (vinger bewegen en pt laten zeggen wanneer je beweegt)
  • Temperatuurzin
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn kenmerken van polyneuropathie?

A
  • Manifesteert vooral in handen en voeten en enkels
    –> zijn dan zeer dun
  • Zie je vaak al op kinderleeftijd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is myotonie?

A

Vertraagde relaxatie van een spier; pt een vuist laten maken en laten ontspannen –> lukt niet

(probleem van spieren zelf)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is CIDP (chronische inflammatoire demyeliniserende polyneuropathie) O, S, B?

A

O –> antilichamen gaan tegen zenuw
keren waardoor deze niet meer
goed kan geleiden

S –> Distale en soms proximale
ledenmaten zijn verzwakt
–> Pt kan voet niet meer goed
optillen (hanentred)
–> Pt zegt dat voet niet meer van
hen voelt

B –> iv immunoglobuline
lopen 2 wkn later weer vlot

Kan achteruitgaan na 8 wkn en dan behandelen en daarna weer achteruitgaan etc. Klachten ontstaan vrij snel en progressief (2 mnd)

Je ziet in biopt heel hoog eiwit zonder witte bloedcellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is spinale spieratrofie (SMA)?

A

Bij een baby manifesteert dit zich als een heel slap kind. Als je het oppakt ‘valt’ het als het ware weer naar beneden.

SMA is aandoening van motorische neuronen (mutatie in SMN gen) en goed te behandelen als je er snel bij bent. Daarom is het opgenomen in de hielprik.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de ziekte Guillain-Barre?

A

Echt een zeer zeer snelle polyneuropathie welke ip eenmalig is. Na 2-4 wkn weer herstel.

Kan heel hard gaan waardoor kind op IC terecht komt. Dus geen mild beloop.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waar kenmerkt proximale spierzwakte zich mee?

A

Kinderen kunnen niet normaal staan. Moeten eerst van rug op buik en dan stap voor stap gewicht verplaatsen en opstaan. (Gowers sign)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is het voor een spierziekte als er zowel perifere als centrale symptomen aanwezig zijn, O, S, B?

A

ALS.
O –> Is een ziekte van de
voorhoorncellen en de centrale
cellen.

S –> Atrofie
–> Verhoogde reflexen
–> Fasciculaties
–> Diagnose tussen 40-60 jr
–> Vaak nog maar 3-5 jr te leven

Ziekte is progressief

B –> geen behandeling mogelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn combinaties die goed bij elkaar passen qua tonus en reflexen?

A
  • Lage reflexen en lage/ normale tonus
  • Hoge reflexen en hoge tonus, voetzoolreflex
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is Myasthenia gravis, O, S, B?
Stoornis van NMO

A

O –> Er zijn antistoffen tussen aCh
receptor waardoor er minder
op R kan binden. (als vrouw
zwanger is kunnen deze over
placenta waardoor kind
ademhalingsproblemen krijgt)

S –>Spierzwakte
Put meer uit naar einde dag
–> Pt minuut lang naar boven laten
kijken dan gaan ogen langzaam
lateraal staan en ptosis
–> Wel al last van ogen in ochtend
door REM slaap

B –> Med waardoor meer aCh vrij
komt
–> Ice pack voor de ogen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waar zit het probleem bij LEMS?
Stoornis van NMO

A

Ca kanalen gaan niet open waardoor er geen neurotransmitter vrij kan komen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly