week 8: economy and business Flashcards

(407 cards)

1
Q

industry

A

industrie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

industrial

A

industrieel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

power

A

kracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

energy

A

energie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

nuclear

A

kern-

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

power station BE

A

krachtcentrale

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

power plant AE

A

krachtbron

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

produce

A

produceren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

manufacture

A

fabriceren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

product

A

product

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

process

A

bewerken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

production

A

productie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

producer

A

producent

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

target

A

doel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

output

A

opbrengst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

manufacturer

A

fabrikant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

manufacture

A

productie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

factory

A

fabriek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

plant

A

machinerie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

steel

A

staal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

steelworks

A

staalfabriek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

steelworker

A

staalarbeider

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

brass

A

koperen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

mill

A

fabriek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
sawmill
houtzagerij
26
equipment
machines
27
machine
machine
28
hand
hand
29
manually
met de hand
30
automatically
automatisch
31
machinery
machinepark
32
robot
robot
33
assembly line
lopende band
34
build
bouwen
35
launch
iets beginnen
36
shipbuilding
scheepsbouw
37
shipyard
scheepswerf
38
shipbuilder
scheepsbouwer
39
crane
kraan
40
pump
pomp, pompen
41
oilrig
booreiland
42
pipeline
pijpleiding
43
fix
repareren
44
repair
repareren
45
part
onderdeel
46
mens BE
herstellen
47
string
draad
48
rope
touw
49
wire
draad
50
chain
ketting
51
tool
gereedschap
52
ladder
ladder
53
hammer
hamer
54
screwdriver
schroevendraaier
55
pliers
tang
56
spanner BE
moersleutel
57
wrench AE
moersleutel
58
drill
boor
59
power tool
elektrisch gereedschap
60
nail
spijker
61
file
vijl, vijlen
62
paint
verven
63
screw
schroef, schroeven
64
drill
boren
65
saw
zaag
66
chain saw
kettingzaag
67
saw
zagen
68
saw off
afzagen
69
workshop
werkplaats
70
workman
ambachtsman
71
handyman
klusjesman
72
do-it-yourself
het klussen
73
DIY BE
het klussen
74
plumber
loodgieter
75
electrician
elektricien
76
painter
schilder
77
carpenter
timmerman
78
joiner
meubelmaker
79
builder
aannemer
80
technology
technologie
81
technical
technisch
82
technique
techniek
83
instructions
aanwijzingen
84
expert
expert
85
engineer
technicus
86
engineering
techniek
87
technician
technicus
88
manual
handleiding
89
engine
motor
90
motor
motor
91
electric
elektrisch
92
device
apparaat
93
automatic
automatisch
94
electrical
elektrisch
95
electronic
elektronisch
96
component
onderdeel
97
electronics
elektronica
98
laser
laser
99
beam
straal
100
research
onderzoek
101
development
ontwikkeling
102
invent
uitvinden
103
invention
uitvinding
104
revolution
revolutie
105
inventor
uitvinder
106
patent
patent
107
design
ontwerp
108
process
proces
109
laboratory
laboratorium
110
performance
prestatie
111
trial
proef
112
method
methode
113
trial run
het proefdraaien
114
meter
meter
115
satellite
satelliet
116
launch
lanceren
117
rocket
raket
118
spacecraft
ruimtevaartuig
119
spaceship
ruimteschip
120
space shuttle
spaceshuttle
121
space station
ruimtestation
122
astronaut
astronaut
123
office
kantoor
124
in
aanwezig
125
out
afwezig
126
secretary
secretaresse
127
assistant
assistent
128
receptionist
receptionist
129
equipment
uitrusting
130
computer
computer
131
printer
printer
132
personal computer
laptop
133
intranet
intranet
134
calculator
rekenmachine
135
photocopier
kopieerapparaat
136
shredder
papierversnipperaar
137
telephone
telefoon
138
phone
telefoon, bellen
139
fax machine
fax
140
voicemail
voicemail
141
answering machine
antwoordapparaat
142
intercom
intercom
143
desk
bureau
144
diary BE
agenda
145
planner AE
agenda
146
appointment
afspraak
147
tray
bakje
148
desk tidy BE
pennenbakje
149
hole punch
perforator
150
mouse mat BE
muismat
151
mouse pad AE
muismat
152
briefcase
aktetas
153
calendar
agenda
154
supplies
voorraad
155
tape
plakband
156
glue
lijm
157
glue
lijmen
158
paperclip
paperclip
159
stapler
nietmachine
160
staple
nietje
161
letter
brief
162
about
over
163
concerning
omtrent
164
reference
referentie
165
refer to
verwijzen naar
166
email
e-mail, e-mailen
167
copy
kopie, kopiëren
168
type
typen
169
enclose
insluiten
170
fax
fax, faxen
171
attachment
bijlage
172
photocopy
fotokopie, fotokopiëren
173
organize
organiseren
174
organization
organisatie
175
file
bestand
176
record
document
177
paperwork
schrijfwerk
178
filing cabinet
archiefkast
179
economy
economie
180
economic
economisch
181
growth
groei
182
trade
handel, handelen
183
commerce
handel
184
e-commerce
e-commerce
185
market
markt
186
overseas
overzees
187
import
import
188
import
importeren
189
export
export, exporteren
190
trade deficit
handelstekort
191
market economy
vrijemarkteconomie
192
market forces
vrijmarktmechanisme
193
supply
bevoorrading
194
demand
vraag
195
cost
kosten
196
surplus
overschot
197
shortfall
tekort
198
costs
kosten
199
business
het zakendoen
200
firm
firma
201
company
onderneming
202
found
oprichten
203
limited BE
naamloze venootschap
204
department
afdeling
205
dot.com
internetbedrijf
206
partnership
vennootschap
207
corporation
onderneming
208
conglomerate
concern
209
headquarters
hoofdkantoor
210
human resources
personeelszaken
211
bookkeeping
boekhouden
212
compete
concurreren
213
competitive
concurrerend
214
competition
concurrentie
215
expand
uitbreiden
216
rival
rivaliserend
217
take over
overnemen
218
competitor
concurrent
219
takeover
overname
220
merger
fusie
221
manager
manager
222
executive
leidinggevende
223
management
management
224
businessperson
zakenman
225
businessman
zakenman
226
businesswoman
zakenvrouw
227
chief executive officer
algemene directeur
228
director
directeur
229
board
bestuur
230
sales
verkoop
231
up
omhoog
232
down
omlaag
233
buy
kopen
234
sell
verkopen
235
deal
deal
236
boost
stimuleren
237
profit
winst
238
generate
genereren
239
loss
verlies
240
budget
budget
241
commercial
handels-
242
balance
balans
243
balance sheet
balans
244
turnover
omzet
245
net
netto
246
gross
bruto
247
gross domestic product
bruto binnenlands product
248
gross national product
bruto nationaal product
249
offer
aanbod
250
firm
vast
251
estimate
begroting
252
estimate
begroten
253
order
bestelling, bestellen
254
contract
contract
255
bill
rekening
256
bid
bod
257
acknowledgement
bevestiging
258
invoice
factuur
259
bill
de rekening sturen
260
discount
korting
261
reminder
herinnering
262
goods
goederen
263
article
artikel
264
item
artikel
265
available
voorradig
266
stock
voorraad
267
sample
monster
268
merchandise
koopwaar
269
trade fair
handelsbeurs
270
brand name
merknaam
271
trademark
handelsmerk
272
storeroom
voorraadkamer
273
warehouse
pakhuis
274
consumer
consument
275
wholesale
groothandels-
276
wholesaler
groothandelaar
277
retail
detailhandel
278
retail
detail-
279
retailer
detailhandelaar
280
deal in
handelen in
281
commission
provisie
282
sales rep
vertegenwoordiger
283
salesperson
vertegenwoordiger
284
salesman
vertegenwoordiger
285
saleswoman
vertegenwoordigster
286
delivery
levering
287
deliver
leveren
288
ship
verschepen
289
advertise
adverteren
290
advertising
reclame
291
strategy
strategie
292
publicity
publiciteit
293
survey
onderzoek
294
survey
onderzoeken
295
marketing
marketing
296
market research
marktonderzoek
297
service
service
298
serve
bedienen
299
finance
financiën
300
financial
financieel
301
fortune
vermogen
302
wealth
rijkdom
303
inflation
inflatie
304
recovery
herstel
305
finances
financiën
306
financial year BE
boekjaar
307
fiscal year AE
belastingjaar
308
boom
hoogconjunctuur
309
recession
recessie
310
loom
opdoemen
311
cost
kosten
312
standard
standaard
313
expense
onkosten
314
increase
toename
315
increase
toenemen
316
shoot up
omhoog schieten
317
decrease
afname, afnemen
318
expenses
onkosten
319
money
geld
320
currency
valuta
321
coin
munt
322
euro
euro
323
dollar
dollar
324
pound
pond
325
cent
cent
326
penny, pence BE
penny
327
banknote BE
bankbiljet
328
bill AE
bankbiljet
329
cash
contant geld
330
sign
ondertekenen
331
cheque
cheque
332
cash
verzilveren
333
cheque book
chequeboek
334
credit card
creditcard
335
bank card
betaalpasje
336
debit card
betaalpasje
337
PIN
pincode
338
bank
bank
339
branch
filiaal
340
banking
het bankieren
341
teller
kasbediende
342
banker
bankier
343
building society BE
hypotheekbank
344
savings and loan association AE
hypotheekbank
345
account
rekening
346
statement
overzicht
347
charge
kosten
348
savings
spaargeld
349
bank account
bankrekening
350
current account BE
betaalrekening
351
checking account AE
betaalrekening
352
deposit account BE
spaarrekening
353
savings account AE
spaarrekening
354
bank statement
rekeningafschrift
355
open
openen
356
close
sluiten
357
save
sparen
358
deposit
storting
359
withdraw
opnemen
360
transfer
overschrijven
361
deposit
storten
362
credit
bijschrijven
363
withdrawal
opname
364
debit
afschrijven
365
slip
strookje
366
overdraft
overschrijding
367
overdrawn
rood, in de min
368
cashpoint BE
geldautomaat
369
ATM AE
geldautomaat
370
credit
krediet
371
loan
lening
372
lend
uitlenen
373
borrow
lenen
374
take out
afsluiten
375
interest
rente
376
fixed
vast
377
flexible
variabel
378
rate
koers
379
payment
betaling
380
pay off
afbetalen
381
pay back
terugbetalen
382
settle
vereffenen
383
mortgage
hypotheek
384
terms
voorwaarden
385
instalment
termijn
386
owe
schuldig zijn
387
debt
schuld
388
red
rood
389
black
plus
390
bankrupt
bankroet
391
invest
investeren
392
investment
investering
393
incentive
stimulans
394
practice
normale gang van zaken
395
long-term
langetermijn-
396
medium-term
middellangetermijn-
397
short-term
kortetermijn-
398
share
aandeel
399
worth
waard
400
stock
aandelen
401
stock market
beurs
402
stock exchange
beurs
403
shareholder
aandeelhouder
404
securities
fondsen
405
plummet
kelderen
406
insurance
verzekering
407
policy
polis