week 8: politics and law Flashcards
(494 cards)
1
Q
right
A
recht
2
Q
citizen
A
burger
3
Q
civil
A
burger-, civiel
4
Q
free
A
vrij
5
Q
freedom
A
vrijheid
6
Q
equal
A
gelijk
7
Q
human rights
A
mensenrechten
8
Q
civil rights
A
burgerrechten
9
Q
liberty
A
vrijheid
10
Q
civil liberties
A
burgerlijke privileges
11
Q
declaration
A
verklaring, afkondiging
12
Q
constitution
A
grondwet
13
Q
constitutional
A
grondwettelijk, constitutioneel
14
Q
separation
A
scheiding
15
Q
legislation
A
wetgeving, wetten
16
Q
administration
A
bestuur, regering
17
Q
authority
A
autoriteit
18
Q
authorities
A
bestuur, autoriteiten
19
Q
council
A
raad, college
20
Q
official
A
officieel
21
Q
officially
A
officieel
22
Q
officer
A
ambtenaar
23
Q
local government
A
plaatselijk bestuur
24
Q
local authority BE
A
plaatselijke overheid
25
mayor
burgemeester
26
town hall BE
gemeentehuis
27
city hall AE
gemeentehuis
28
the civil service
de ambtenarij
29
civil servant
ambtenaar
30
inspector
inspecteur
31
public service
rijksdienst
32
fire brigade BE
brandweer
33
fire department AE
brandweer
34
fireman, firemen
brandweerman
35
firefighter
brandweerman
36
district
district
37
region
streek, gebied
38
regional
regionaal
39
county
graafschap, provincie
40
public
openbaar, publiek
41
public
publiek, mensen
42
private
privé, persoonlijk
43
property
eigendom, bezit
44
tax
belasting
45
indirect
indirect
46
taxpayer
belastingbetaler
47
income tax
loon-, inkomstenbelasting
48
value added tax BE
btw
49
sales tax AE
btw
50
committee
commissie, bestuur
51
appoint
benoemen
52
chairperson
voorzitter, voorzitster
53
people
volk
54
territory
grondgebied
55
country
land
56
border
grens
57
nation
natie, volk
58
national
nationaal, staats-
59
state
staat
60
capital
hoofdstad
61
republic
republiek
62
frontier
landsgrens
63
system
systeem
64
power
macht, bevoegdheid
65
democracy
democratie
66
democratic
democratisch
67
federal
federaal
68
ideology
ideologie
69
socialism
socialisme
70
socialist
socialistisch
71
capitalism
kapitalisme
72
capitalist
kapitalistisch
73
nationalism
nationalisme
74
nationalist
nationalist
75
progressive
vooruitstrevend
76
radical
radicaal
77
liberal
liberaal
78
liberalism
liberalisme
79
candidate
kandidaat
80
stand, stood, stood BE
zich verkiesbaar stellen
81
support
steun, steunen
82
supporter
aanhanger
83
campaign
campagne
84
conference
conferentie
85
convention
bijeenkomst
86
constituency
kiesdistrict
87
nominate
voordragen
88
donation
gift, donatie
89
election
verkiezing
90
vote
stem, stemmen
91
the polls
de stembus
92
elect
kiezen
93
general election BE
algemene verkiezingen
94
referendum
referendum
95
voter
kiezer
96
polling station
stembureau
97
poll
stemming
98
opinion poll
opiniepeiling
99
questionnaire
vragenlijst
100
crown
kroon
101
Crown
koningshuis
102
king
koning
103
queen
koningin
104
represent
vertegenwoordigen
105
monarchy
monarchie
106
lord
lord
107
lady
lady
108
parliament
parlement
109
Parliament BE
parlement
110
assembly
assemblee
111
the National Assembly for Wales
het parlement van Wales
112
the House
de kamer
113
the House of Commons
het Lagerhuis
114
the House of Lords
het Hogerhuis
115
the House of Representatives AE
het huis van afgevaardigden
116
the Senate AE
de senaat
117
Member of Parliament
Brits parlementslid
118
backbencher BE
gewoon lagerhuislid
119
Representative AE
afgevaardigde
120
Senator AE
senator
121
the state
staat, deelstaat
122
government
regering, bestuur
123
government BE
regering, kabinet
124
administration AE
regering, beleid
125
powerful
krachtig, effectief
126
govern
regeren, besturen
127
majority
meerderheid
128
minority
minderheid
129
stable
stabiel
130
stability
stabiliteit
131
opposition
oppositie
132
opponent
tegenstander
133
oppose
zich verzetten, oppositie voeren
134
opposed
tegen
135
office
ambt, ministerie, departement
136
president
president
137
prime minister
premier, minister-president
138
minister
minister
139
ministry
ministerie
140
cabinet
kabinet
141
adviser
adviseur
142
chancellor
kanselier
143
shadow cabinet BE
schaduwkabinet
144
debate
debat
145
speech
toespraak
146
proposal
voorstel
147
motion
motie
148
pass
aannemen, aanvaarden
149
act
besluit, wet, verordening
150
debate
debatteren
151
propose
voorstellen
152
bill
wetsvoorstel, wetsontwerp
153
establishment
gevestigde orde
154
pressure group
pressiegroep
155
lobby
pressiegroep
156
lobbyist
lobbyist, lid van een pressiegroep
157
dictator
dictator
158
dictatorship
dictatuur
159
torture
marteling, martelen
160
overthrow, overthrew overthrown
omverwerpen
161
coup
staatsgreep
162
law
wet
163
law
wetgeving, recht
164
law
wet, wetgeving
165
obey
gehoorzamen
166
rule
regel, voorschrift
167
regulation
wettelijk voorschrift
168
observe
naleven
169
break, broke broken
overtreden
170
legal
wettig, legaal
171
permit
toestaan
172
permission
toestemming
173
licence
vergunning
174
allow
toestaan
175
ban
verbieden
176
impose
opleggen, voorschrijven
177
permit
vergunning
178
ban
verbod
179
forbid, forbade, forbidden
verbieden
180
prohibit
verbieden
181
strictly
streng, ten strengste
182
abolish
afschaffen
183
justice
gerechtigheid
184
court
gerecht
185
court
rechtbank
186
appear
verschijnen
187
accuse
aanklagen
188
charge
aanklacht, aanklagen
189
criminal court
rechtbank voor strafzaken
190
juvenile
jeugdig
191
high court BE
hoger rechtscollege
192
appelate court AE
appelrechter
193
Supreme Court AE
hooggerechtshof
194
sue
voor het gerecht dagen
195
accused
beklaagde
196
defendant
beklaagde
197
client
cliënt
198
case
zaak
199
try
berechten
200
trial
rechtszaak
201
defend
verdedigen
202
defence
verdediging
203
object to
bezwaar hebben tegen
204
objection
bezwaar
205
prosecution
gerechtelijke vervolging, proces
206
prosecution
eisende partij, eiser
207
judge
rechter
208
jury
jury
209
lawyer
advocaat
210
magistrate BE
kantonrechter
211
Justice of the Peace AE
kantonrechter
212
attorney
advocaat
213
sollicitor
advocaat
214
barrister BE
advocaat
215
evidence
bewijs
216
witness
getuige
217
swear, swore, sworn
zweren
218
deny
ontkennen
219
testify
getuigen
220
confess
bekennen
221
plead
pleiten
222
judgement
oordeel
223
verdict
vonnis
224
sentence
vonnis
225
innocent
onschuldig
226
clear
vrijspreken
227
guilty
schuldig
228
convict
veroordelen
229
conviction
veroordeling
230
guilt
schuld
231
life sentence
levenslang
232
punish
straffen
233
punishment
straf
234
penalty
straf
235
order
bevelen
236
fine
boete
237
prison
gevangenis
238
jail
gevangenis
239
prisoner
gevangene
240
release
vrijlaten
241
escape
onstsnappen
242
guard
bewaker
243
guard
bewaken
244
police
politie
245
detective
rechercheur
246
police force
politiemacht
247
police station
politiebureau
248
police constable BE
politieman
249
policeman, policemen
politieman
250
policewoman, policewomen
politieagente
251
inspector
inspecteur
252
case
zaak
253
missing
vermist
254
look into
onderzoeken
255
investigate
onderzoeken
256
investigation
onderzoek
257
inquiry BE
onderzoek
258
scene
plaats
259
clue
aanwijzing
260
lead
hint
261
identify
identificeren
262
reveal
onthullen
263
suspect
verdenken
264
observation
observatie
265
suspect
verdachte
266
suspicion
verdenking
267
suspicious
verdacht
268
fingerprint
vingerafdruk
269
control
beheersing
270
force
kracht
271
arrest
arresteren
272
arrest
arrestatie
273
raid
inval
274
crime
misdrijf
275
violent
gewelddadig
276
violence
geweld
277
offence
overtreding
278
commit
begaan
279
difficulty
moeilijkheid
280
trouble
last
281
criminal
crimineel
282
victim
slachtoffer
283
offender
overtreder
284
armed
gewapend
285
steal, stole, stolen
stelen
286
shoplifter
winkeldief
287
shoplifting
winkeldiefstal
288
thief
dief
289
theft
diefstal
290
rob
beroven
291
robber
rover
292
robbery
roofoverval
293
mugger
straatrover
294
mugging
straatroof
295
blow
vuistslag
296
break in, broke in, broken in
inbreken
297
break-in
inbraak
298
burglar
inbreker
299
terrorist
terrorist
300
terrorism
terrorisme
301
threaten
bedreigen
302
hijack
kapen
303
hijacker
kaper
304
bomber
bommengooier
305
bombing
het bombarderen
306
kill
doden
307
mirder
moord, vermoorden
308
killer
moordenaar
309
murderer
moordenaar
310
rape
verkrachting, verkrachten
311
date rape
verkrachting tijdens afspraakje
312
rapist
verkrachter
313
kidnap
ontvoeren
314
kidnapper
ontvoerder
315
politics
politiek
316
politician
politicus
317
policy
beleid
318
political
politiek
319
domestic
binnenlands
320
issue
kwestie
321
Home Office BE
Ministerie van Binnenlandse Zaken
322
Department of Homeland Security AE
Ministerie van binnenlandse zaken
323
Home Secretary BE
minister van binnenlandse zaken
324
Secretary of Homeland Security AE
minister van binnenlandse zaken
325
party
partij
326
member
lid
327
leader BE
leider
328
wing
vleugel
329
Labour Party
labourpartij
330
Labour
labour
331
Conservative Party
britse conservatieve partij
332
Conservative
conservatief
333
Tory BE
tory
334
Liberal Democrats
britse liberaal-democraten
335
Green
Party
britse groene partij
336
Green
groen
337
Republican Party
republikeinse partij
338
Republican AE
republikeins
339
Demovratic Party
democratische partij
340
Democrat AE
democratisch
341
nationalist
nationalistisch
342
Scottish National Party BE
schotse nationlistische partij
343
Plaid Cymru
welsche nationalistische partij
344
Nazi
nazi
345
communist
communistisch
346
communism
communisme
347
international
internationaal
348
foreign
buitenlands
349
relations
betrekkingen
350
establish
oprichten
351
maintain
onderhouden
352
break off
verbreken
353
diplomatic
diplomatiek
354
diplomatic relations
diplomatieke betrekkingen
355
embassy
ambassade
356
ambassador
ambassadeur
357
Foreign Office BE
ministerie van buitenlandse zaken
358
Foreign Secretary BE
minister van Buitenlandse zaken
359
empire
wereldrijk
360
State Department AE
ministerie van buitenlandse zaken
361
Secretary of State AE
minister van buitenlandse zaken
362
independent
onafhankelijk
363
independence
onafhankelijkheid
364
united
verenigd
365
organization
organisatie
366
British Empire
briste rijk
367
colony
kolonie
368
Commenwealth
gemenebest
369
West
westen
370
western
westelijk
371
neutral
neutraal
372
East
oosten
373
Middle East
midden oosten
374
Far East
verre oosten
375
development
ontwikkeling
376
aid
hulp
377
developing
ontwikkelings-
378
developed
ontwikkeld
379
Europe
Europa
380
European
europees
381
European Union
europese unie
382
agreement
overeenkomst
383
general
algemeen
384
resolution
resolutie
385
United Nations
verenigde naties
386
Security Council
veiligheidsraad
387
sanction
sanctie
388
non-governmental
niet-gouvernementeel
389
crisis
crisis
390
negotiate
onderhandelen
391
demand
eis
392
talks
gesprekken
393
summit
top
394
provoke
uitlokken
395
negotiation
onderhandeling
396
compromise
compromis
397
accord
akkoord
398
treaty
verdrag
399
peace
vrede
400
peaceful
vreedzaam
401
protest
protesteren
402
protest
protest
403
arms race
wapenwedloop
404
arms control
wapenbeheersing
405
peace movement
vredesbeweging
406
march
mars
407
conscientious objector
gewetensbezwaarde
408
disarmament
ontwapening
409
war
oorlog
410
declare
verklaren
411
conflict
conflict
412
dispute
geschil
413
struggle
gevecht
414
fight
gevecht
415
fight
vechten
416
battle
slag
417
hostilities
vijandigheden
418
aggression
aanval
419
enemy
vijand
420
ally
bondgenoot
421
allied
verbonden
422
army
leger
423
force
troepenmacht
424
military
militair
425
services
troepen
426
unit
eenheid
427
base
basis
428
camp
kamp
429
military
leger
430
military service
militaire dienst
431
volunteer
vrijwilliger
432
armed forces
strijdkrachten
433
air force
luchtmacht
434
navy
marine
435
naval
zee-
436
headquarters
hoofdkwartier
437
soldier
soldaat
438
uniform
uniform
439
officer
officier
440
order
bevel, bevelen
441
carry out
uitvoeren
442
troops
troepen
443
attack
aanval, aanvallen
444
defend
verdedigen
445
defence
verdediging
446
resist
afweren
447
resistance
verzet
448
surround
omsingelen
449
capture
gevangen nemen
450
occupy
bezetten
451
advance
oprukken
452
invade
binnendringen
453
invasion
invasie
454
retreat
zich terugtrekken
455
surrender
zich overgeven
456
ceasefire
wapenstilstand
457
prisoner of war
krijgsgevangene
458
defeat
nederlaag, verslaan
459
victory
overwinning
460
weapon
wapen
461
conventional
conventioneel
462
secret
geheim
463
gun
vuurwapen
464
bullet
kogel
465
target
doel
466
aim
doel, richten
467
fire
vuren
468
shoot
schieten
469
shot
schot
470
arms
wapens
471
rifle
geweer
472
machine gun
machinegeweer
473
tank
tank
474
shell
granaat
475
bomb
bom
476
explode
ontploffen
477
explosion
explosie
478
blow up
opblazen
479
destroy
vernietigen
480
destruction
vernietiging
481
artillery
handwapen
482
shell
beschieten
483
bomb
bombarderen
484
atom bomb
atoombom
485
raid
inval
486
missile
raket
487
cover
dekking
488
rescue
redden
489
shelter
een schuilplaats bieden
490
shelter
schuilplaats
491
civilian
burger
492
flee
vluchten
493
refugee
vluchteling
494
exile
balling
