10 Flashcards

(27 cards)

1
Q

Wat is virtual reality

A

De vervanging van de interface tussen een persoon en de fysieke omgeving door een interface naar een gesimuleerde omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is augmentend reality

A

De echte wereld aangevuld met digitale entiteiten
Wat je in de echte wereld doet heeft geen invloed op de digitale entiteiten
Je bent een toeschouwer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is mixed reality

A

De echte wereld aangevult met digitale entiteiten
Je kunt in de echte wereld invloed uitoefenen op digitale entiteiten
Je bent een participant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het verschil tussen VR en 360 graden videos

A

VR:
door computer gegenereerde wereld
-simulatie
-rondkijken, verplaatsen en interacteren
360:
real-world footage
-rondkijken, niet verplaatsen
-ook in 2D

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is immersie

A

Een description van technologie dat beschrijft in hoeverre displays in staat zijn om een:
eigen fysieke realiteit uitsluitend over alle
zintuigen heen te creëren die net echt is
Immersie is een kenmerk kan hoog of laag zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat wordt bedoeld met fidelity to reality

A

Hoe dichter de technologie aansluit bij de manier waarop we dingen in het echte leven ervaren en waarnemen, hoe groter de kans op een hoog niveau van immersie van 360 graden met een laag niveau van betrokkenheid tot VR en ruimtelijk geluid met een hoger niveau van betrokkenheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Uit welke 3 hoofdelementen bestaat immersie

A

Technologie: Technologien die worden gebruikt zoals VR of 360 graden video
Verhaal: Is de lezer actief of passief
Interactiviteit: de mogelijkheden die de gebruiker heeft om keuzes te maken of invloed uit te oefenen op de ervaring

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een voorbeeld van immersieve technologie

A

HMD: head mounted display

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het verschil tussen 2D en 3D immersieve verhalen

A

Bij 3D is er meer gevoel van ruimte en aanwezigheid
Meer transportatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is het verschil tussen monoscopisch en stereoscopisch zicht

A

Monoscopisch (M) = 1 lens = geen diepte bijvoorbeeld 360 graden video’s
Stereoscopisch (S) = 2 lenzen = wel diepte bijvoorbeeld VR

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is het verschil tussen stereo en spatial sound

A

Stereo is geluid van links en rechts
Spatial is geluid overal om je heen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is het verschil tussen 3DOF en 6DOF (degree of freedom)

A

3DOF: alleen rondkijken met je hoofd
6DOF: rondkijken met je hoofd maar ook rond kunnen bewegen bijvoorbeeld lopen of springen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is VR embodiement

A

Representatie van jezelf in de virtuele wereld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is het verschil tussen first en third person

A

Third-person perspective:
Jij als gebruiker bent niet zichtbaar in het verhaal.
Je observeert de gebeurtenissen, alsof je er met een camera naar kijkt.
Je speelt geen actieve rol en de personages in het verhaal reageren niet op jou.
First person perspective:
Jij hebt een virtueel lichaam in de wereld.
Je wordt door andere virtuele personages herkend en erkend alsof je een echt onderdeel bent van de scène.
Je bent dus niet alleen toeschouwer, maar maakt actief deel uit van het verhaal.
First person leid tot meer transportatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waarom zou VR en first person beter zijn volgens een onderzoek

A

Als je mensen aankijkt kijken ze terug naar je wat een echtere ervaring geeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is een CAVE environment

A

Een hok waarin op alle muren beeld is geprojecteerd zodat het voelt alsof je er echt in zit

17
Q

Wat is technologische interactiviteit

A

Rondkijken, rondlopen, dingen pakken

18
Q

Wat waren de categorieën van immersieve elementen uit de studie van De Bruijn

A

Technologie:
aaaaaaaa

19
Q

Wat waren de resultaten van de studie van De Bruijn over verschillende immersieve producties

A

1: Gros van de producties kan ervaren worden met toegankelijke technologie
(laptop, smartphone, simpele headsets; 98.9%)
2: De gebruiker blijft extradiëgetische observeerder (92.1% van de producties)
*VR embodiment in slechts 3.2% van de producties
3: Amper interactiviteit
*Wel vaak invloed op viewpoint, in 360-gradenvideo’s (98.9%)

20
Q

Wat is presence

A

De subjectieve ervaring van je voelen en gedragen alsof je je in de virtuele wereld bevindt

21
Q

Waaruit bestaat presence

A

1: perceptuele illusies van aanwezig zijn in de virtuele wereld (being there) en daar
mogelijk kunnen handelen
2: al je zintuigen worden geactiveerd alsof je er echt bent
3: effect van/respons op immersie
Hoge immersie leid tot hoge presence
Maar je kan ook presence hebben in een boek

22
Q

Wat is het deiktisch vertrekpunt bij een immersief verhaal

A

De lezer wordt het ervarend subject en je neemt bijna letterlijk standpunt (deiktisch vertrekpunt) in van karakter

23
Q

Wat is gijzeling bij een immersief verhaal

A

Volledig buitensluiten van de wereld door bril en koptelefoon —>
geforceerd aanwezig in virtuele wereld (je weet zeker dat je de aandacht hebt)

24
Q

Welke 3 verschillende soorten presence zijn er

A

Spatial presence = illusie van op een andere plek zijn (“being there”)
Social presence = illusie van nabijheid en verbondenheid met anderen in de digitale
wereld (‘being with”)
Self presence = illusie van eigen aanwezigheid in de digitale wereld
Je herkent jezelf als virtueel persoon: je hebt een virtueel lichaam, je handbewegingen worden gevolgd, je voelt je echt als jezelf binnen die wereld.

25
Op welke 2 manieren kan je presence meten
Subjectief Via schaalvragen: “hoe echt leek de plek, was de plek net zoals een foto of als een echte plek waar je bent geweest Objectief Via gedragsmaten: wegduiken wanneer er iets naar je wordt gegooid in vr Fysiologische maten: hartslag, lichaamstemperatuur
26
Wat is het verschil tussen presence en transportatie
Presence: heeft geen verhaal nodig, alleen de virtuele wereld als je je aanwezig voelt in de virtuele wereld is de presence al hoog Transportatie: gaat het echt om het verhaal, voel je je betrokken bij het verhaal, echt verhaal in waaronder gebeurtenissen Overlap: transportatie van de echte wereld naar de virtuele wereld Verschil: het wel of niet nodig hebben van een verhaal
27
Wat waren de resultaten van het onderzoek van Cummings en Bailenson over immersieve elementen
Immersie had een positief effect op presence Meer immersieve elementen zorgde voor meer presence Tracking level [aantal DOFs en type, RvE], stereoscopy, and field of view hebben meer impact op presence vergeleken met andere feautures zoals image quality and resolution and sound