4 Flashcards
(16 cards)
Wat is de grondstructuur
De volgorde van het verhaal
Altijd chronologisch
Wat is de temporele structuur
Volgorde van vertelling
Hoeft niet chronologisch te zijn kan wel
Wat is anachronie
Wordt er afgeweken van de chronologische structuur
Kan je wel in tijd plaatsen
Bijvoorbeeld door flashbacks of flashforwards
Waaruit bestaat anachronie (flashbacks)
Afstand van verhaallijn: intern of extern
Bereik: Punctueel of duratief
Wat is een interne en externe flashback
Intern is binnen de verhaallijn: Flashback naar een gesprek die binnen de verhaallijn is gebeurt (na het begin van het verhaal gebeurt)
Extern is buiten de verhaallijn: verhaal over iemands carriere flashback naar jeugd (voor het begin van het verhaal gebeurt)
Wat is achronie
Wanneer een flashback niet precies in een specifiek moment in tijd is te plaatsen
Passages die niet specifiek in tijd geplaatst kunnen worden
Wat is het verschil tussen verteltijd en vertelde tijd
Vertelde tijd: hoelang het daadwerkelijk duurde van gebeurtenis 1 tot de laatste gebeurtenis
Verteltijd: hoelang het duurt om de vertelde tijd de vertellen (pagina’s of woorden) duur van een Netflix serie
Uit welke onderdelen bestaat de relatie tussen de vertelde tijd en verteltijd
Ellips: weggelaten van een gebeurtenis in een vertelling die in het echt wel heeft plaatsgevonden (omdat hij er niet toe doet)
Versnelling: het is wel gebeurt maar wordt versneld in een minuut jaren vertellen
zo ging het jaren lees in in een paar seconden
Scene: verteltijd als vertelde tijd is even lang (dialogen)
Vertraging: duurt langer in vertelling dan in het verhaal
verteltijd is langer dan vertelde tijd
Wat is frequentie (onderdeel van temporele structuur)
Hoevaak een gebeurtenis voorkomt in het echt en inde de vertelling
Uit welke 3 onderdelen bestaat de frequentie
Singulatief: gebeurtenis komt 1x voor in verhaal en vertelling (gelijk)
Iteratief: minder maak in de vertelling dan in het verhaal ieder zaterdag gaat iemand hardlopen
Repetitief: vaker in vertelling, 1 gebeurtenis herhaaldelijk beleefd/beschreven (bv. op
basis van belangrijkheid)
Wat is de structural affect theory
Opwekken van verschillende emoties door de volgorde van de gebeurtenissen te
manipuleren bijvoorbeeld weg te laten van een moord om
Welke emoties kan je beinvloeden met de structural affect theory
Suspense= aanhoudende spanning opwekken door de ontknoping te vertragen
Nieuwsgierigheid
Verrassing
Hoe kan je de emoties opwekken bij een verhaal waarbij iemand gif in een beker doet en dood gaat
Suspense: gif in beker, drinkt, dood weglaten om spanning op te bouwen of hij wel dood gaat
Verrassing: gif in beker weglaten om zo een verrassing te creëren
Nieuwsgierigheid: Alleen dood laten lezen om zo nieuwsgierigheid op te wekken
Uit welke twee onderdelen bestaat de verteller
Diegesis = vertelling —> gaat over vertellen van gebeurtenissen (parafraseren)
mimesis = imitatie —> laten zien/uitbeelden van gebeurtenissen (in een serie)
—> combinaties mogelijk (zelf vertellen en gebaren oid.)
Waaruit bestaat de diegesis
Extradiëgetische verteller: buiten verhaal
Intradiëgetische verteller: binnen verhaalwereld/verhaal (karakter binnen het verhaal)
Intra-intradiegetische is mogelijk: de
verteller vertelt over een verhaalwereld waar een verteller ook weer vertelt
over een verhaalwereld.
Hoe kan je makkelijk intradiëgetisch en extradiëgetisch herkennen
Ik is vaak intradiëgetisch
Hij of zij is vaak extradiëgetisch