1.1 levensloop indelingen Flashcards

(10 cards)

1
Q

Hoe is de kijk op welke leeftijd ‘oud zijn’ is in de laatse jaren veranderd?

A

Vroeger keek men naar de pensioen leeftijd 65, daarna ging mijn kijken naar pre pentioen.

Tegenwoordig zijn er vele verschillende leeftijden, zoals mogelijkheden die je bij je 50ste krijgt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke onderscheiding is te maken tussen ouder worden en oud zijn?

A

Wat we oud noemen wordt bepaald door de maatschappelijke context

Ouder worden gaat vooral over de laatse levensfase, maar die heeft geen duidelijk begin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke bekende 3 deling is er in de levensloop?

A

kinderen en jeugdigen (0 tot begin 20 jaar),

volwassenen (begin 20 tot 65 jaar)

ouderen (65+).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke 5 fasen van levensloop omschrijft het Verkenning levensloop?

A

vroege jeugd (0-15), jongvolwassenheid (15-30), consolidatie en spitsuur (30-60), actieve ouderdom (60-80) en intensieve verzorging (80+)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke ambivalentie kijk is er hoe er naar ouderen wordt gekeken?

A

Aan de ene kant zijn het mensen die verzrogd moeten worden, aan de andere kan zijn het mensen die genieten van hun pensioen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe weerspiegelt de werkomgeving de maatschappelijke beeldvorming over ouderen?

A

Het wordt steeds belangrijker om duurzame inzetbaarheid te realiseren. Metname door ontzie maatregelen, zoals vakantiedagen en senioren verlof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe beïnvloedt veranderende beeldvorming over zelfstandigheid de ouderenzorg?

A

De bejaarden tehuizen zijn er nu alleen nog maar voor de meest kwetsbare mensen, de rest blijft zo veel mogelijk thuis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat doen stereotypen over ouderen in de gesprekken tussen arts en patient in de zorg?

A

gesprekken tussen artsen en oudere patiënten vaker leiden tot misinterpretaties, wat de kwaliteit van de behandeling kan verminderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe beinvloed de beeldvorming van ouderen de kijk op ouderen in de psychiatrie?

A

Vroeger wilde men ouderen niet behandelen, omdat men dacht dat het weinig zin had.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is een misvatting over de gezondheid van hedendaagse ouderen en wat zijn de gevolgen hiervan?

A

Er moet een onderscheid worden gemaakt tussen feiten en fictie. vaak wordt gedacht dat ouderen nu gezonder zijn dan vroeger, blijkt uit onderzoek dat zij juist meer gezondheidsproblemen hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly