1.1 welbevinden Flashcards

(10 cards)

1
Q

Wat is de defenitie van de WHO voor goede geestelijke gezondheid?

A

Een hoog niveau van welbevinden samen met een goed maatschappelijk functioneren.
Dit gaat over : geluk, zelfrealisatie en maatschappelijke integratie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welk onderscheid wordt er gemaakt tussen emotioneel welbevinden, psychologische welbevinden en sociaal welbevinden?

A

Emotioneel, gevoel van tevredenheid en voldoening
Psychologische, positieve houden tegenover jezelf
Sociaal, positieve houding t.o.v. anderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat wordt gezien als emotioneel welbevinden?

A

Een ballans tussen positieve en negatieve gevoelens, en een emotionele beoordeling van het eigen leven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat wordt gezien als psychologische welbevinden?

A

Het streven naar een eigen potentieel.
Doelgerichtheid, persoonlijke groei, autonomie, omgevingsbeheersing, zelfacceptatie, positieve relaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat wordt gezien als sociaal welbevinden?

A

Een persoon die een positieve visie heeft op andere mensen in de maatschappij.
Sociale acceptatie, sociale coherentie (begrijpen van de sociale werled), sociale groei, sociale bijdrage, sociale intergratie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat ziet keyes als flourishing?

A

Dan heeft iemand een hoog niveau van emotioneel, psychologische en sociaal welbevinden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waarom spreekt Keyes et al. (2005) van een dual continua-model?

A

omdat welbevinden en psychische ziekte twee afzonderlijke dimensies zijn. De afwezigheid van psychische ziekten betekend niet dat je automatische een hoog welbevinden hebt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat laat onderzoek zoek naar welbevinden en psychische ziekten?

A

Ouderen hebben minder psychische ziekten, maar niet per see een hoger welbevinden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de 3 verklaringen van het onderzoek naar welbevinden en psychische ziekten, ontwikkelings effect, cohort effect, en periode effect?

A

Ontwikkelingseffect: Veranderingen door het ouder worden zelf, waarbij ouderen meer focus hebben op positieve emoties.
Cohorteffect: Verschillen tussen generaties door gedeelde ervaringen uit het verleden die invloed hebben op hun latere welbevinden.
Periode-effect: Invloeden van maatschappelijke ontwikkelingen op alle leeftijden, dat de samenleving onvoldoende aansluit bij de behoeften van ouderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat betekend het voor de ouderen psycholoog geestelijke gezondheid in termen van welbevinden?

A

Dat er gericht moet worden op afname van klachten en een toename van welbevinden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly