1.2 vormkenmerken van netwerken Flashcards

(12 cards)

1
Q

Wat is het belang van een sociaal netwerk?

A

Regelmatig contact met familie en vrienden bevorderd de sociale integratie en verminderd gevoelens van eenzaamheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de LSN en de LASA?

A

Twee langlopende onderzoeken die zich bezighouden met de leefvormen en sociale netwerken van ouderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn uiterlijke kenmerken van een sociaal netwerk?

A

Dit gaat over de grootte en samenstelling, maar zeggen nog weinig over de inhoud van de relaties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke 3 criteria zijn gebruikt in het LSN en LASA om netwerken te onderzoeken?

A

Personen komen voor in verschillende relatie domeinen, familie, werk
Er is regelmatig contact mee
De relatie is belangrijk voor de deelnemers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is gemiddeld genomen te zeggen over de grote van de netwerken?

A

Het sociale netwerk is te onderscheiden in groter netwerk en kleiner netwerk, en netwerken van vrouwen zijn gemiddeld groter.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke factoren hangen samen met een kleiner netwerkomvang bij ouderen en wat zijn de grootste netwerken?

A

De oudste 85+, alleenstaand en laag opleiding, en man zijn hangen samen met de kleinste netwerken.
Getrouwde of samenwonende mensen hebben de grootste netwerken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe hangt de samenstelling van de netwerken samen met de grootte ervan?

A

Bij de kleinste netwerken is te zien dat het grootste gedeelte hier bestaat uit verwanten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe hangt de grootte van het netwerk samen met wel of geen kinderen hebben?

A

Als de kinderen niet mee worden gerekend bij ouders met kinderen, zijn het aantal vrienden, buren etc gelijk aan netwerken van ouders zonder kinderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat blijkt uit het LSN en LASA onderzoek naar de afstand die mensen hebben in het sociale netwerk?

A

Ongeveer de helt woont in de buurt, voor ouderen is dit belangrijk omdat er hulp gevraagd kan worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is instrumentele steun en welke verschillen zijn hier in een netwerk?

A

Het geven van praktische hulp. Dit komt bijna nooit voor. Wordt meer gegeven door mannen, jongere ouderen en hogere statusgroepen dan door vrouwen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is emotionele steun en waar is dit het meeste te zien?

A

Het uitwisselen van persoonlijke problemen. Dit wordt meer door vrouwen, jongere ouderen en hogere opgeleiden gedaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de zien in de uitwisseling van steun aan anderen in het netwerk?

A

De meeste steun wordt gegeven door partner, op de tweede plaats de kinderen.
Instrumentele steun wordt vooral gedaan door buren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly