1 - Bloed: proliferatie en -differentiatie en verstoring bij kanker Flashcards
1
Q
Wat voor opstapeling is er bij acute myeloïde leukemie? En hoe noemen we deze cellen?
A
Bij acute myeloïde leukemie is er een opstapeling van ongedifferentieerde cellen. Deze cellen noemen we myeloblasten.
2
Q
Wat is een sterke aanwijzing voor leukemie?
A
Aanwezigheid van onrijpe myeloïde cellen of lymfoïde cellen in het bloed.
3
Q
Wat zijn eigenschappen van bloedvormende stamcellen?
A
- Zelfvermeerdering
- Pluripotentie
- Hoge delingspotentie, lage delingsfrequentie
- Relatief ongevoelig voor genotoxische invloeden (bestraling, chemotherapie, reactieve zuurstof)
- Verantwoordelijk voor het lange termijn herstel van beenmerg en bloedcelvorming bij stamceltransplantatie
4
Q
Wat zijn eigenschappen van voorloper cellen?
A
- Geen of beperkt vermogen tot zelfvermeerdering
- Beperkt in ontwikkeling tot 1 of enkele bloedceldifferentiatielijnen
- Hoge delingsfrequentie, beperkte delingspotentie
- Gevoelig voor genotoxische invloeden
- Verantwoordelijk voor het korte termijn herstel van bloedcelvorming bij stamceltransplantatie
5
Q
Waar zijn hematopoïetische stamcellen gelegen?
A
In regulerende ‘niches’.
6
Q
Wat is de functie van een ‘niche’?
A
- Regulatie van stamceleigenschappen
- Bescherming tegen toxische invloeden
7
Q
Wat is er aan de hand bij het myeloproliferatief syndroom?
A
Bij het myeloproliferatief syndroom is er geen ligand of groeifactor nodig om aan de receptor te binden. Hierdoor is er continue een signaal tot celdeling.
8
Q
A
