14. Depressie Flashcards

(32 cards)

1
Q

Affectieve symptomen depressie

A

Somberheid, prikkelbaar, apathie, verlies interesse en plezier (anhedonie) in dagelijkse bezigheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Cognitieve symptomen depressie

A

Besluiteloosheid, concentratiezwakte, gevoelens hulpeloosheid, uitzichtloosheid, eigen beeld van waardeloosheid, overmatige of misplaatste schuldgevoelens, bezig zijn met dood en zelfmoord

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Gedragsmatige symptomen depressie

A

Af of toename lichamelijke activiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

somatische symptomen depressie

A

Verandering eetlust, verstoord slaappatroon vermindering libido

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is stemming

A

een duurzame gemoetstoestand die kleur geeft aan de waarnemingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een manie

A

een stoornis in de stemming die positief gekleurd is (maniesdepressie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Apathie

A

Apathie is het gebrek aan emotie, motivatie of enthousiasme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

behoort apathie tot de cognitieve symptomen van een depressie

A

nee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Anhedonie

A

verlies van interesse en plezier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

behoort een verstoord slaappatroon tot de gedragsmatige symptomen van een depressie

A

nee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

behoort besluiteloosheid tot de cognitieve symptomen van een depressie

A

ja

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Behoort een zelfbeeld van waardeloosheid tot de affectieve symptomen van een depressie

A

nee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Kan een depressie ontstaan in samenhang met een zwangerschap of bevalling

A

ja

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe wordt een bipolaire stemmingsstoornis gekenmerkt

A

door afwisselende episodes van depressief en hypomaan (lichte vorm van manie) of manisch gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Dysthymie (persisterende depressieve stroornis)

A

is een langdurige milde depressie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waar wordt gebruik van gemaakt bij de diagnostiek van een depressie

A

gestandaardiseerde intervieuws

17
Q

Is er bij angststoornissen en depressie sprake van comorbiditeit

18
Q

De grens tussen pathologische stemmingsstoornissen en normale variaties in de gemoedstoestand is niet scherp te stellen

19
Q

een neurotisch karakter wordt beschouwd als een risicofactor van depressie

20
Q

unipolaire depressie

A

interesseverlies en het dagelijks leven wordt een opgave is de meest typische vorm van depressie

21
Q

iemand met een ernstige vorm van unipolaire depressie heeft 8 tot 10 episoden van depressie

22
Q

Waar gaat het algemeen aanvaarde verklaringsmodel van een depressie van uit

A

een enkelvoudig proces van oorzaak en gevolg

23
Q

Waar is het dynamische kwetsbaarheidsmodel van depressie op gebaseerd

A

erfelijkheid, persoonlijkheid en sociale omgeving

24
Q

Hoe is het verloop van een depressieve episode doorgaans gekenmerkt

A

door geleidelijke daling in de stemmingstoestand gevolgd door een geleidelijke verbetering

25
Ernstige vorm van verlies (trauma) is een risicofactoor voor een depressie
waar
26
Het verschil in subjectieve beleving van een trauma bepaalt het risico op de ontwikkeling van een depressie bij verschillende personen
waar
27
Worden antidepressieva uitsluitend bij depressies toegepast
nee
28
moet naast eventuele psychotherapie de behandeling van een depressie altijd medicamenteurs zijn
nee
29
Wat zijn de bijwerkingen van antidepressieva
droge mond, sufheid, gewichtstoename
30
Anxiolytica kun je zonder problemen maanden of jaren gebruiken voor de behandeling van angststoornissen
nee
31
Anxiolytica
zijn medicijnen die kalmerend werken. Niet gebruiken bij angststoornissen. Ze kunnen tijdelijk worden gebruikt maar niet langdurig. kan in combinatie met antidepressieva
32
Hoe wordt een biplolaire stoornis behandeld
met lithium