16. Groei en ontwikkeling Flashcards

(83 cards)

1
Q

Y-chromosoom

A

mannen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

x-chromosoom

A

vrouwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe verloopt de lichaamsgroei in de fase kleuter/puber

A

gelijkmatig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe start de puberteit

A

genetisch rijpingsproces van de kernen in de hypothalamus die de hypofyse aansturen
verandering hormoonspiegel in het bloed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat maken de primaire geslachtshormonen aan (eierstokken en zaadballen)

A

gesclachtscellen en geslachtshormonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat beinvloeden de gelachtshormonen

A

onder meer de spierontwikkeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waar zorgt groeihormoon voor

A

groei en herstel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waar vindt de aanmaak van het groeihormoon plaats

A

in de hypofyse onder invloed van het hypotalamus hormoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waardoor ontstaat in eind puberteit een verschil in lengte tussen jongens en meisjes

A

groeihormoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Mannelijk gelachtshormoon

A

testosteron

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Werking testosteron

A

ontwikkeling, in stand houden secundaire geslachtskenmerken en spieren / beenderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

vrouwelijk geslachtshormoon

A

oestrogeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe wordt oestrogeen gevormd

A

door de eierstokken belangrijke rol in de cycles menstruatie / ovulatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

proprioceptieve zintuigen

A

onderdeel van het mechanisme van de motoriek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

proprioceptie

A

is een zintuig en bevindt zich in onze spieren/gewrichten is van belang voor balans en motoriek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

sensomotoriek (zintuigen)

A

lichaamsbewegingen die tot stand komen via een sensorische prikkel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Motoriek (bewegingen)

A

alle lich. bew waarbij het ZS is betrokken valt hieronder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wanneer kan een baby zijn moeder bewust aankijken en herkennen

A

Na 4 tot 6 weken na de geboorte, omdat de visuele schors klaar ligt maar het geheugen is nog leeg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Het netvlies van de ogen is na de geboorte niet gelijk operationeel

A

het is in de baarmoeder nog niet bloodgesteld aan licht. Het netvlies zal dus eerst moeten wennen aan het contrast veschil tussen licht en donker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Klopt het dat blindgeboren kinderen later leren kruipen dan normaal ziende kinderen

A

ja

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

behoort bewust aankijken tot de sensomotoriek

A

nee tot de motoriek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

spiertonus

A

natuurlijke spierspanning van de spier in rusttoestand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Heeft een baby in de eerste weken na de geboorte controle over de lichaamshouding

A

Er is geen enkele controle voer lichaamshouding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat is het eerste onderdeel van de lichaamshouding die een baby leert beheersen

A

het hoofd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Hoeveel weken duurt het voordat het regelsysteem voor de hoofdbalans is ontwikkeld
10 weken
26
Na hoeveel weken kan een kind met ondersteuning rechtop zitten
20 weken
27
Na hoeveel weken kan een kind zelfstandig loszitten
35 weken
28
Rond welke leeftijd kunnen kinderen lopen
rond de 12 maanden
29
wat gaat er vooraf aan de ontwikkeling van lopen
ontwikkeling van lichaamsbalans
30
waar worden leerprocessen van bewegingsvaardigheden opgeslagen
in het motorisch geheugen
31
Welke bew. vaardigheden vinden volledig geautomatiseerd plaats
lopen en grijpen
32
Waar krijgt bij lezen het taalcentrum zijn info uit
de visuele hersenschors
33
waar vindt de coordinatie van het taalgebruik plaats
in een gebied van de temporale hersenschors
34
Hersenschors (cortex cerebri)
primair secundair tertiar
35
Frontale kwab
motoriek, schrijven, taal, spraak om te spreken
36
parietale kwab
gevoel
37
occiptale kwab
zien en visuele waarnemingen, herkenning
38
temporale kwab
spraakcentrum voor het verstaan verbaal en auditief
39
vanuit welke kwab worden spreken en schrijven gecoordineerd
frontale kwab
40
Heeft het strottenhoofd van de mens een unieke bouw/functie t.a.v. alle overige zoogdieren
ja
41
zijn stembanden onderdeel van het strottenhoofd
ja
42
Hoe worden stembanden aangestuurd
door spieren in de hals en lucht langs de stemplooien
43
Hoe ontwikkeld bij een baby zich het begrip van taal
via associaties tussen woorden en hun betekenis
44
Waarvan is het bereikbare niveau van taalontwikkeling mede afhankelijk
aanleg
45
Wanneer is de invloed van de schildklier op de lichaamsgroei
alleen van toepassing wanneer de schildklier niet normaal functioneert
46
Hoe wordt de lichaamsgroei geregeld
door de hypofyse
47
Hypofyse
De hypofyse is een aanhangsel van de hersenen, gelegen in de holte van de hersenbasis, zo groot als een erwt
48
Somatotroop hormoon STH
is een groeihormoon en regelt de lich.groei
49
Hoe ontstaat vershil in lichaamslengte
vooral genetisch bepaald
50
BMI berekenen
aantal kilo's gedeeld door het kwadraat van de lichaamslengte in meter
51
Adipositas / obesitas
overgewicht een ongezond overschot aan vetweefsel
52
BMI
18,5 - 25 gezond volwassene 25-30 overgewicht boven de 30 ernstig overgewicht
53
Houdt bmi rekening met lichaamsbouw
nee
54
risico's van overgewicht
hart en vaataandoeningen (arterosclerose) suikerziekte type 2 artrose aandoening kraakbeen en gewrichten
55
Hoe wordt de verandering van BMI in de puberteit veroorzaakt
door het effect van gelachtshormonen
56
welke indicatie geeft de dikte van de huidplooi
percentage lichaamsvet
57
wat verstaan we onder goede lich. conditie
fitheid is optimaal en dat de motorische eigenschappen optimaal getraind zijn
58
Wat is een belangrijke voorwaarde voor sportdeelname
plezier
59
Welke voorwaarde is in de jeugd voor daadwerkelijke deelname
aanleg voor sport
60
Wat is een laag uithoudingsvermogen
vroegtijdig vermoeide spieren tijdens lichamelijke inspanning
61
Dyslexie
een storing/afwijking in de verbinding tussen de visuele hersenschors en het taalcentrum
62
Wat heb je bij dyslexie nodig
extra tijd om goed te kunnen lezen
63
heeft dyslexie invloed op spraak
nee
64
Blijft dyslexie altijd bestaan
ja en hierdoor dus ook het niveau verschil
65
Heeft iemand met ADHD een beperkt intelligentieniveau
nee
66
Waar bevindt zich het regelcentrum van de geslachtsrijping in de puberteit
in de hypotalamus
67
Waardoor wordt de geslachtsrijping in de puberteit bewerktstelligd
Door hormonen van de geslachtsorganen eierstokken en zaadcellen
68
Wat regelt de hypothalamus
de hormoonproductie van de hypofyse
69
wat regelt de hypofyse
de hormoonproductie van de gelachtsorganen
70
Menarche
tijdstip van de eerste menstruatie
71
Wat gebeurt er doordat de menarche (eerste menstruatie) het laatste decennia vroegtijdig optreed
dit wordt in verband gebracht met de procentuele stijging van het aantal meisjes met adipostas (overgewicht)
72
androgene hormonen
mannelijke hormonen veroorzaakt bij vrouwen een mannelijk beharingspatroon
73
Waarom vershilt de verhouding van spieren/vetmassa tussen mannen en vrouwen
ten gevolge van de invloed van het geslachtshormoon
74
wat is seksuele differentiatie in de hersenen
de ontwikkeling van de hersenen in de foetale fase en in de eerste weken na de geboorte worden mede gestuurd door de geslachtshormonen
75
Vanaf wanneer vindt seksuele differentiatie plaats van de hersenen
vanaf de foetale fase tot de eerste weken na de geboorte
76
Onder invloed van welke hormonen staan in de foetale fase de hersenen onder invloed
geslachtshormonen
77
heeft seksuele differentiatie van de hersenen betrekking op het seksuele gedrag
ja
78
Hoe wordt de seksuele orientatie van een man of vrouw bepaald
door de seksuele differentiatie van de hersenen
79
Is anorexia doorgaans het gevolg van een dissonant zelfconcept
ja
80
Wat is een dissonant zelfconcept
onaangename spanning door tegenstijdigheid van gevoelens en gedachten van iemands kennis van wie hij /zij is
81
Wanneer is de invloed van de peergroep (groep van gelijken) op het individu het grootst
in de puberteit
82
wat Ligt doorgaans ten grondslag aan een depresssie in de puberteit
een dissonant zelfconcept
83
Foetale fase
periode tussen het 8 weken oude embrio en de geboorte van de baby. Hierin groeit de foetus snel en ontwikkelingen de organen en weefsels zich verder