Lymfomen 2 Flashcards

1
Q

morfologie double hit lymfoom (DLBCL)

A

grootcellig, diffuus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

immunofenotype double hit

A

B-cel markers positief, T-cel markers negatief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

moleculair double hit

A

C-MYC en BCL2 rearrangements

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

kliniek double hit

A

snelgroeiend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

klinische presentatie DLBCL

A
  • Acuut, pijnloze lymfeklierzwelling
  • Kan overal in lichaam voorkomen
  • Agressief NHL: snelle groie
  • Klachten door lokalisatie
  • Algemene klachten (B-symptomen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

NHL

A
  • gemiddeld 67 jaar
  • 85% B-NHL, 15% T-NHL
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

diagnose DLBCL

A
  • Altijd histologie vereist
  • Diffuus grootcellig B-cel lymfoom: geen specifieke marker
  • Immunofenotype: CD20+, CD10+, CD23-. Monoklonale lichte keten restrictie (kappa). Kappa/labda worden gebruikt om klonaliteit vast te stellen. CD eiwitten zitten ook op normael cellen. Normaal ongeveer evenveel kappa als labda cellen. Klonaliteit op basis kappa/labda restrictie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

stageringsonderzoek DLBCL

A
  • Ananmese en LO
  • FSG-PET scan icm CT scan hals, borst, buikholte, bekken tm liezen met contrast
    o Als je focale oplichting ziet, is dat beter bewijzend voor aanwezigheid van ziekte dan beenmerg. Omdat je bij beenmerg kan misprikken.
  • Beenmergonderzoek (aspiraat en biopt) als PET scan negatief is voor beenmerglokalisatie en het therapie gevolgen heeft
  • Op indicatie: verder onderzoek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe verspreidt non-Hodgkin?

A

meestal via de bloedbaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe verspreidt Hodgkin?

A

lymfogeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

stadium 1 Hodgkin

A

aandoening van slechts één lymfeklierstation of één extralymfatisch orgaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

stadium 2 Hodgkin

A

aandoening van 2 of meer lymfeklierstations aan dezelfde zijde van middenrif of twee of meer lymfeklierstations en een begrensde aandpening van extralymfatisch orgaan of gebied aan zelfde zijde middenrif.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

stadium 3 Hodgkin

A

aandoening lymfeklierstations aan beide zijde van middenrif, eventueel verzegeld door een begrensde aandoening van een extralymfatisch orgaan of aandoening van de milt of beide.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

stadium 4 Hodgkin

A

gedissemineerde aandoening van één of meerdere extralymfatische organen of gebieden met of zonder aandoening van lymfeklierstations.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Behandeling DLBCL

A

CHOP kuren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is een CHOP kuur?

A

3 medicijnen: cyclofosfamide, doxorubicine, vincristine via een infuus op eerste dag en een tablet prednison op meerdere dagen

sinds 2000 rituximab toegevoegd

17
Q

Processen door binding rituximab

A
  • Complement gemedieerde cytolysis (CDC)
  • Antistofafhankelijke celgemedieerde cytotoxiciteit (ADCC)
  • Inductie directe celdood (apoptose)
  • Antistofafhanekleijke fagocytose door macrofagen (ADP)
  • Synergetisch effect cytostatica (effect met chemo)
18
Q

prognose DLBCL

A

beoordeeld met IPI score

19
Q

IPI score

A

slechtere prognose bij:
* Leeftijd > 60
* LDH > 1x normaal
* Performance status boven of gelijk aan 2
* Stadium ¾
* >1 extranodale laesie

20
Q

Therapie DCBCL I-II zonder risicofactoren en bulky ziekte (10%)

A

3 kuren rituximab met CHOP en lokale radiotherapie. Curatie is mogelijk bij 95%.
- Als alternatief kan er ook 4x CHOP gegeven worden en 2 keer retuximab als radiotherapie niet gewenst is vanwege lokalisatie lymfoom.

21
Q

Therapie DCBCL stadium I-II met risicofactoren en/of bulkyziekte (15%)

A

4 kuren CHOP met lokale radiotherapie. Curatie is mogelijk bij 90% van patienten. Als alternatief kunnen 6 kuren CHOP gegeven worden.

22
Q

Therapie DCBCL stadium III-IV (75%)

A

6 kuren CHOP, icm 2 kuren rituximab. Curatie is bij 50-65% mogelijk. Als patient niet fit genoeg is kan gekozen worden voor mini CHOP of R-CEOP (etoposide ipv doxorubicine).

23
Q

Wanneer is doxorubicine gecontra-indiceerd?

A

bij cardiale problematiek.

24
Q

Complicaties CHOP

A
  • infusiereactie
  • haaruitval
  • PNP
  • mucositis
  • anemie
  • neutropenie en infectie
  • cardiomyopathie
25
Q

2e lijns behandeling DLBCL

A
  • Er wordt re-inductie chemotherapie gevolgd door autologie SCT gegeven
    o R-DHAP/R-GDP/R-ICE
     Identiek in effectiviteit
    o 2 kuren gevolgd door CT
     Indien PR of meer
    o 3e kuur gevolgd door stamcelverzameling (G-CSF groeifactoren worden gegeven, waarna stamcellen gefiltreerd worden).
26
Q

Stamceltransplantatie

A
  • Myeloblatieve chemotherapie
    o 6 dagen BEAM: BCNU (d1), etoposide, AraC (d2 tm 5) en melphalen (d^)
    o 1 dag rust
  • Stamcelinfusie: een hele hoge dosis chemo wordt gegeven zonder het beenmerg te beschadigen aangezien je een groot deel van de stamcellen hebt verwijderd.
27
Q

gevolgen autologe stamceltransplantatie

A

o 4 weken opname
o Langdurige aplasie met kans op infecties
o Mucositis
o Medicatie overgevoeligheid
o Morataliteit ongeveer 1%

28
Q

Wat is CAR-T?

A

Als niet gereageerd wordt op 2e lijns therapie

  • Engineerd T-cellen
  • Werkt bij 40% goed en langdurig, bij 60% niet langdurig
29
Q

Hoe wordt CAR-T therapie gemaakt?

A

Voor het maken van CAR-T celtherapie wordt een retrovirus gemaakt om stukjes DNA toe te voegen in het DNA van de T-cellen. Dit zijn de CAR-T cellen die nu lichaamseigen eiwit herkennen en de tumor kunnen aanvallen.

30
Q

toxiciteit CAR-T cel therapie

A
  • Insertional oncogenesis (kanker creëren)
  • Neurologische toxiciteit: trillen, hoofdpijn tot zelfs coma
  • Cytokine release syndroom: hoge koorts, bloeddrukdaling, misselijkheid. Soms IC opname nodig (1/3e van patienten).
    o Mediaan treedt op dag 7, na 2 weken vaak weer weg.
  • Anafylaxie/allergie
  • On target, off tumor toxiciteit: B-cellen worden aangepakt waardoor B-cel aplasie kan ontstaan. Dit kan makkelijk behandeld worden met B-cellen van een donor.
31
Q
A