HC. 4 - Colorectaal Carcinoom: Behandeling Flashcards

1
Q

Stadia I van colorectaal carcinoom?

A

T1-2 N0 M0

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Stadia II CRC?

A

T3 -4 N0 M0

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Stadia III CRC?

A

Tx N1 M0

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Stadia IV CRC?

A

Tx Nx M1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn specifieke klachten CRC?

A

Rectaal bloedverlies en loze aandrang

Wisselende defecatiepatroon niet voor rectum maar wel voor colorectaalcarcinoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een belangrijke tumormarker bij CRC?

A

CEA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat doe je bij CRC verdenking?

A

Volledige colonoscopie en eventueel biopt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe sluit je afstandsmetastases uit bij CRC?

A

CT scan thorax/abdomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Watmoet je doen bij rectumcarcinoom? qua beeldvorming

A

MRI scan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waar is coloncarcinoom gevoelig voor?

A

Chemo Tx

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waar is rectumcarcinoom gevoelig voor?

A

Radio Tx

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Enige curatieve behandeling CRC?

A

Resectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke stadium ga je opereren bij colorectaal carcinoom?

A

Stadia 1 tm 3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wanneer moet je adjuvante chemo geven bij CRC?

A

Stadium III en ongunstige stadium II

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waarom lymfeklieren weg? (coloncarcinoom)

A

Daar kunnen namelijk micrometastasen in zitten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wanneer krijgen mensen ook adjuvante chemotherapie (coloncarcinoom)

A

Als er bij pN stadium geconstanteerd is dat er positieve lymfeklier metastases zijn. Dit geeft overlevingswinst

17
Q

Voordelen laproscopie tov open operatie?

A

Lapro zorgt voor snellere herstel en cosmetiek is beter

18
Q

Nadelen lapro tov open?

A

Duurder en is niet bij alle patienten mogelijk

19
Q

Wanneer wordt adjucante chemo gegeven bij rectaalcarcinoom?

A

Nooit, ongeacht stadium

20
Q

Wat is oncologische resectie?

A

Orgaan + lymfeklieren

21
Q

Wat is mesorectum?

A

Hele gebied daar bij de rectum, dus vet en de lymfeklieren erin.

22
Q

Welke behandeling carcinoma in situ en T1?

A

TEM, transanale endoscopsiche microchirurgie

23
Q

Wat behandeling bij cT1 tm cT4?

A

totale mesenteriale exisie, hele mesorectum weg

24
Q

Wat is totale exenteratie?

A

Verwijderen alle organen van het kleine bekken.

25
Q

Welke reconstructie methodes bij weghalen blaas?

A
  • Ileumconduit (bricker)
  • Colonconduit
26
Q

Welke metastases vaak bij CRC?

A

Lever, longen en buikvlies.

27
Q
A