2: de tijd van grieken en romeinen Flashcards

(55 cards)

1
Q

edelen

A

adel; groep aanzienlijke personen met voorrechten in de samenleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

antiek

A

uit de oudheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

aristocratie

A

regering van een groep aanzienlijke mensen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

autochtoon

A

oorspronkelijk bewoner

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

barbaar

A

onbeschaafde vreemdeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

burger

A

inwoner met bepaalde rechten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

democratie

A

volksregering; bestuur waarbij het volk beslist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

directe democratie

A

democratie waarin alle brugers over politieke besluiten beslissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

filosofie

A
  • bij de grieken: alle wetenschappen
  • tegenwoordig: wijsbegeerte
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

inheems

A

autochtoon, oorspronkelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

klassiek

A
  • grieks-romein
  • zo goed dat het wordt nagedaan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

kolonie

A

plaats waar een groep mensen zich vestigt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

kolonisatie

A

kolonien stichten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

monarchie

A

staat met een vorst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

oligarchie

A

regering van een kleine groep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

oudheid

A

tijd van grieken en romeinen; tweede periode; 3000 v.C. - 500 n.C.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

politiek

A

betreft het bestuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

rationeel

A

redelijk, met het verstand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

tirannie

A

regering van een tiran, een alleenheerser die met geweld de macht heeft gegrepen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

vormentaal

A

stijl, gebruikte vormen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

wetenschap

A

systematische onderzoek en de kennis die daardoor ontstaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

gouverneur

A

provinciebestuurder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

imperium

24
Q

keizer

A

vorst van een groot rijk

25
pax romana
romeinse vrede
26
republiek
staat zonder vorst
27
romanisering
verspreiding van de grieks-romeinse cultuur
28
senaat
vergadering van mannen uit aanzienlijke romeinse families
29
staatsgodsdienst
geloof waarvan bestuurders en ambtenaren aanhanger moeten zijn
30
tolerantie
verdraagzaamheid; toestaan van andere culturen en meningen
31
wereldrijk
rijk in meerdere werelddelen
32
bekeren
iemand een andere godsdienst aan laten nemen
33
martelaar
iemand die sterft voor zijn geloof
34
messias
(christus), verlosser
35
monotheistisch
met een god
36
tenach
heilige boek van de joden
37
waar ontstond het alfabet
1000 v.c lands de oostelijke Middellandse zeekust, door de Feniciërs uit Libanon
38
waardoor groeide de Griekse handel?
door overbevolking kwamen er massale volksverhuizingen. kolonies werden gesticht langs de MIddellandse en Zwarte zee, die handelden met elkaar
39
waardoor werden de griekse stadstaten verenigd?
de macedonische koning alexander de grote veroverde de gebieden en verspreidde de griekse cultuur in 338vc
40
waardoor ontstond de democratie in Griekenland
economie groeide en ambachtslieden en handelaren wouden meebeslissen over de politiek
41
wat dacht plato van de democratie
verschrikkelijk; de massa liet zich leiden door emoties en hebzucht
42
wat dacht aristoteles van de democratie
een goede regering moest het algemene belang voorop stellen, of dat nou democratie of monarchie was
43
waar eindigde het romeinse rijk
het zuiden van de sahara, het oosten bij de tigris en de arabische woestijn, noorden bij de donau, rijn en schotland
44
hoe werkte het vroege romeinse republiek
bestuurders en legeraanvoerders werden telkens benoemd en legden verantwoording af aan de senaat
45
oorzaak voor alle romeinse burgeroorlogen
legeraanvoerders waren in bestuur van het rijk, en werden door veroveringen te machtig
46
waarom was er de pax romana
de instelling van het keizerrijk
47
gevolgen pax romana
bevorderde welvaart, legde wegen aan, multiculture samenleving
48
wat deden soldaten voor de romanisering
mannen uit het hele rijk werden vaak duizenden kilometers van hun geboorteplek gelegerd; hier bleven ze dan wonen
49
hoe ontstond het monotheisme
eerst hadden joden een polytheistisch geloof. ze gingen een god als de allerhoogste zien en andere goden werden geleidelijk onderdrukt
50
waarom werden joden verboden in romeinse rijk
judea werd een romeinse provincie; volgens het joodse geloof zou de messias dit koninkrijk herstellen. hierdoor kwam een grote opstand
51
Paulus
vanaf 52nc reise hij door syrië, anatolië en griekenland, waar hij mensen tot het christendom bekeerde. zijn geloof van de dood als nieuw begin werd snel populair. door vervolging werd hij onthoofd door keizer nero
52
waarom waren romeinen het niet eens met christenen
-deden niet mee aan de verering van de keizer en staatsgoden -bekeerden mensen -verheerlijkten armoede en keurde seks af
53
wat werd gehandeld tussen de germanen en de romeinen
huiden en slaven & luxeartikelen zoals glas en aardewerk
54
waarom raakte het romeinse rijk in verval
-epidemieën - romeinse bestuur kon niet meer beschermen (legeraanvoerders werden benoemd en vochten elkaar) -germaanse plunderaars
55
wat gebeurde na de verzwakking van het romeinse rijk
-keizer theodosius splitste in 395 het rijk in het west-romeinse rijk (wat later verdween) en het byzantijnse rijk -veel germaanse groepen stichtten koninkrijken in romeinse gebieden (volksverhuizingen)