2: de tijd van grieken en romeinen Flashcards
(55 cards)
edelen
adel; groep aanzienlijke personen met voorrechten in de samenleving
antiek
uit de oudheid
aristocratie
regering van een groep aanzienlijke mensen
autochtoon
oorspronkelijk bewoner
barbaar
onbeschaafde vreemdeling
burger
inwoner met bepaalde rechten
democratie
volksregering; bestuur waarbij het volk beslist
directe democratie
democratie waarin alle brugers over politieke besluiten beslissen
filosofie
- bij de grieken: alle wetenschappen
- tegenwoordig: wijsbegeerte
inheems
autochtoon, oorspronkelijk
klassiek
- grieks-romein
- zo goed dat het wordt nagedaan
kolonie
plaats waar een groep mensen zich vestigt
kolonisatie
kolonien stichten
monarchie
staat met een vorst
oligarchie
regering van een kleine groep
oudheid
tijd van grieken en romeinen; tweede periode; 3000 v.C. - 500 n.C.
politiek
betreft het bestuur
rationeel
redelijk, met het verstand
tirannie
regering van een tiran, een alleenheerser die met geweld de macht heeft gegrepen
vormentaal
stijl, gebruikte vormen
wetenschap
systematische onderzoek en de kennis die daardoor ontstaat
gouverneur
provinciebestuurder
imperium
rijk
keizer
vorst van een groot rijk