Costruzioni Verbali Flashcards
Essere opportuno
E opportuno che i bambini si alzino di fronte ai piu grandi
Behoren
Kinderen behoren
Op te stand
Voor ouders
Dat niet in de kast thuishoort
Notare
Cose che prima non notavo
Dingen die mij eerder nooit opvielen
Ti offendo se …
Te la prendi (per causa mia) a male se..
Neem je het
Me
Kwalijk
Als
Non ci e’ riuscito.
Non ci riuscirai mai!
Het is
Hem
Niet gelukt.
Lukken
Dat lukt je nooit!
Farsi vedere
Komen aangelopen
Jips moeder komt aangelopen
Non e’ riuscito loro
di installare
Zij krijgen het niet voor elkaar
om te installeren
Essere importante
Uitmaken
Riuscire a studiare
Weten te studeren
Sembra che lo spazio sia occupato
De ruimte blijkt
Bezet te zijn
Non sopportare (soffrire)le punzecchiature : essere permaloso // Non sopportare il solletico
Niet
Tegen plagen
// tegen kietelen
Kunnen
Lasciare qualcuno stupefatto, di stucco
Iemand
Verbaasd
Doen staan
Essere una formalita’
Een “wassen neus” zijn
