26 Geografie und Umwelt Flashcards

(65 cards)

1
Q

het Zuid-Amerika

A

das Südamerika

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

het Noord-Amerika

A

das Nordamerika

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

het Azië

A

das Asien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

de Aziaat, de Aziatische

A

der Asiate, die Asiatin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

het Midden-Oosten

A

der Nahe Osten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

het Australië

A

das Australien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

het Oceanië

A

das Ozeanien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

het Antarctic

A

die Antarktika

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

de regio, de streek, het gebied

A

die Region

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

landelijk

A

ländlich

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

bergachtig

A

bergig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

het dal

A

das Tal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

de heuvel

A

der Hügel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

de evenaar

A

der Äquator

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

het kanaal

A

der Kanal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

de oever, de wal

A

das Ufer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

het meer

A

der See

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

de metropool

A

die Metropole

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

de binnenstad

A

die City

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

het dorp

A

das Dorf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

dorps, landelijk

A

dörflich

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

de plaats

A

der Ort

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

de buitenwijk

A

der Vorort

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

de wijk, het stadsdeel

A

der Stadtteil

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
het stadhuis
das Rathaus
26
het kasteel, het paleis
das Schloss
27
de burcht, het kasteel
die Burg
28
de ruïne
die Ruine
29
de toren
der Turm
30
het voetgangersgebied
die Fußgängerzone
31
de voetweg, de stoep
der Fußweg
32
het fietspad
der Radweg
33
het zwembad
das Schwimmbad
34
de bibliotheek
die Bibliothek | die Bücherei
35
de brandweer
die Feuerwehr
36
het ophalen van het huisvuil
die Müllabfuhr
37
de afvalscheiding
die Mülltrennung | die Abfalltrennung
38
recyclen | hergebruiken
recyceln | wiederverwerten
39
de duurzame/hernieuwbare energie
erneuerbare Energie
40
de elektriciteit
die Elektrizität
41
de olie
das Öl
42
de energiecentrale, de krachtcentrale
das Kraftwerk
43
de kerncentrale
das Kernkraftwerk | das Atomkraftwerk
44
de radioactiviteit
die Radioaktivität
45
zich ontdoen, verwijderen
entsorgen
46
de opslag/verwijdering van afvalstoffen
die Entsorgung
47
het milieu, de omgeving
die Umwelt
48
het milieu vervuilen
die Umwelt verschmutzen
49
schade toebrengen aan het milieu
der Umwelt schaden
50
kapotmaken, verwoesten, vernietigen
zerstören
51
de milieubescherming
der Umweltschutz
52
de milieuorganisatie
die Umweltschutzorganisation
53
de milieubeschermer
der Umwelschützer, die Umwelschützerin
54
de lucht
die Luft
55
de natuurramp
die Naturkatastrophe
56
geen (enkele) zin hebben
keinen Sinn haben
57
de schade
der Schaden
58
het uitlaatgas
das Abgas
59
de biologische boer(in)
der Ökobauer, die Ökobäuerin
60
de gentechnologie
die Gentechnik
61
het gat in de ozonlaag
das Ozonloch
62
het afsterven van bossen
das Waldsterben
63
de luchtvervuiling
die Luftverschmutzung
64
de kooldioxide
das Kohlendioxid
65
de smog
der Smog