27 Polizei und Justiz Flashcards
(46 cards)
de misdadiger, de crimineel
der Verbrecher
het misdrijf, de misdaad
das Verbrechen
vals spelen, frauderen, oplichten
betrügen
het alarm
der Alarm
het alarm in werking stellen
Alarm auslösen
doden
töten
vermoorden
ermorden
het wapen
die Waffe
de recherche
die Kriminalpolizei
de strafzaak
der Kriminalfall
de aanwijzing, de tip
der Hinweis
verwijderen, uitwissen
entfernen
het spoor
die Spur
het slachtoffer
das Opfer
arresteren,
oppakken,
in hechtenis nemen
fassen
verhaften
festnehmen
da aangifte
die Anzeige
observeren, bekijken
beobachten
de verklaring, de informatie
die Angabe
de paspoortcontrole
die Passkontrolle
de rechtszaal
der Gerichtssaal
het kantongerecht
das Amtsgericht
het federaal constitutioneel gerechtshof
das Bundesverfassungsgericht
de officier van justitie, de procureur des Konings
der Staatsanwalt, die Staatsanwältin
het recht, de wetten
das Recht
