4_Objectherkenning Flashcards
Deel
Deel
herkennen
ruimtelijke aspecten WN
“objectherkenning één functie”
verdeling, complex proces!
verschillende aspecten van visuele waarneming worden door verschillende delen vd hersenen verwerkt
bv vorm kleur locatie beweging
<-> integratie
specialisatie + herintegratie
objectherkenning
functioneel + structureel verschillend
makaakapen
1/3 tot helft corticale verb. voor visuele, bij ons iets minder
figuur
allemaal versch verbindingen, enorm complex
structurele verschillen
microscoop
weefsel, onderverdeling => versch functie:
-cytoarchitectonisch
-blobs, boebeltjes V1 en V2 niet
V1, zie tekening kleurtjes
primaire visuele cortex
nog niet echt functioneel heterogeen
nog niet functioneel gespecialiseerd
wat verder verwerken maar ..
V2
secundaire visuele cortex
nog niet echt functioneel heterogeen
nog niet functioneel gespecialiseerd
V3
vorm
V3 paars
V3A roze erboven
beginnen vorminfo uithalen
kan eigl link leggen locatie parietale en occipitale
bep vormaspecten reageren, maar gaan later nog zien
V4
kleur
inferieur, de temporaal, grens occipit temporeel
gaat kleur uit beeld halen
neuronen gespecialiseerd in kleur
zijn groene neuronen die zitten wachten tot groen in hun receptief veld komen
V5/MT
beweging(neuronen die reageren op snelheid, richting beweging,…)
MT verwijst nr motion
lateraal gelegen
ontrekt beweging
dit zijn dus de eerste stappen
functionele verschillen
bv statische kleurvlakken + bewegende zwart)wit vlakken tonen aan proefpersoon scanner
beelvormingstechn illustreren
bv V1 en V2 gemeensch activeren
V3 bv al meer differentiatie enz
2 visuele verwerkingsbanen
waren eerste stappen al specialisatie
dit wat eenvoudiger
2 grote clusters
zie ook afgebeeld op hersenen: ze leggen ventrale versus dorsale weg af
zie tekening!
ventraal
OCCIPITO-TEMPORAAL
van occipit nr helemaal vooraan temp
V4
dorsaal
occipito-pariëtaal
gelijk vertrekpunt, maar nr parietaal
V5/MT
check of V3 ook hierin zit ofniet
Mishkin & Ungerleider
eerste theorie rond versch bijdragen banen aan verwerking
makaakaapjes
ofwel v ofwel dors baan beschadigen
kijken gevolg 2 taken: positiediscriminatie vs objectdiscriminatie
DUBBELE DISSOCIATIE
schade dorsale stroom: positie lukte niet meer, ander wel perfect
ventrale schade: vormen niet meer, wel ene object dichter bij ander, spatiale configuratie
=> ventrale = wat baan
waar baan, bezig met waar los van welk object het is
welk aspect van de stimulus is bepalend? Ruimtelijk - D
Identiteit - V
Milner & Goodale
theorie was toch niet helemaal correct
over deze toenemende evidentie
patiënten met schade
optische ataxie na dorsaal
ventraal letsel: ORIËNTATIE
perceptuele taak/oriëntatie matching/cogn verw X
actiecontrole/visuomotorische vlekkeloos
PERCEPTIE VERSUS ACTIE
wat doet met info is belangr. als gaat om herkennen, !!! cogn oordeel over binnenk info = ventraal !!!
iets mee doen = dorsaal !!!
zie slide!
zie cursus pagina 128: visuele verwerking dorsale visuele stroom en inferieur temporale cortex ???
Evidentie fMRI
Studie 1
relatie prime & doelstimulus werd gemanipuleerd
1. geen verandering
2. oriëntatie-verandering
3. identiteitsverandering
4. verandering beide vlakken
logica: neurale adaptatie (als stimuluskenm van prime nr target verplaatst)
Herhaaldelijke aanbieding -> afzwakking activatie - BOLD-SIGNAAL ZAKT, zal tweede keer minder zwak zijn
herhaling: habituatie
verandering: deshabituatie
oriëntatie - dorsale stroom - pariëtale cortex - bold-signaal even sterk - adaptatie ifv oriëntatie
iets me boldsignalen dat ik niet snap(cursus p. 66)
identiteitsverandering - ventrale stroom - temp cortex - adaptatie ifv identiteit
Studie 2
bij grijpen was meeste activatie
anterieur deel intrapariëtale sulcus - dorsale stroom
aanraken veel minder visuomotorische verwerking