9_Executieve functies Flashcards
(36 cards)
(1) Executieve functies: wat?
complex & doelgericht gedrag, geen rechtstreekse respons op stimulus, niet uit gewoonte
=> gecontroleerd gedrag: traag, met inspanning, (pre)frontale gebieden
niet via één functie maar meerdere:
planning, initiatie, monitoring, bijsturing, inhibitie, beëindiging
gerelateerd aan hogere orde denken (beslissingen nemen, abstract DENKEN)
6x7 vs. 650 x 42
dus niet enkel het handelen maar ook het denken
VS. AUTOMATISCH gedrag (snel, zonder inspannning, POSTERIEURE gebieden!!)
executief dysfunctioneren (x frontaal), environmental dependency syndrome = verhoogde afhankelijkheid van omgevingsfactoren!
bv afwas doen
voordeel prefrontaal – sterke connectiviteit andere delen (bidirectioneel) + hoge densiteit connecties binnen prefront cortex (laten complex gedrag toe), pfc neemt veel corticale ruimte in beslag
brocman area, DLPFC, frontopolaire cortex, inferieur frontale gyrus, subgebieden, ACC……
vgl CEO
info uit versch delen + moet kunnen doorsturen
bv motoriek, dorsale visuele stroom, associatief
BINNEN ook connecties nodig om samen te brengen
complex gedrag: zowel VEEL neuronen als aantal connecties nodig TUSSEN die neuronen
bv. rat - kat - hond - rhesus aapje - chimpanzee - homo sapiens
PFC neemt toe in VOLUME (grotere corticale massa) + PROPORTIE PFC
toenemende mate over executieve vermogens
(2) Doelgericht gedrag
I. Initiëren gedrag
= eerste stap executief functioneren
- Psychologische inertie
(Luria)
voortzetten van bestaande toestand
Passiviteit: moeite om doelgericht gedrag in gang te zetten
Perseveratie: herhalen van bepaald gedrag
PASSIVITEIT/APATHIE
rol prefrontale cortex: deficiënt systeem berekening kosten-baten balans => aanleiding passiviteit
ACC & presubliminaire motor area
PERSEVERATIE
bv kiekeboe
–> vloeiendheidstests (fluency tests)
verbale taak: vaak herhalen
non-verbale taak: moeilijk tekeningen 4 lijnen
letsel VERBAAL vorm: LINKS hemisferisch
letsel NON-VERBAAL vorm: RECHTS hemisferisch
patiënt H - verhoogde VERHOOGDE AFHANKELIJKHEID OMGEVING - IMPULSIVITEIT kan ook niet onderdrukt worden - regelovertreding
patiënt
patiënt MP: heel tafereel - bomen bij getekend - regelovertreding
II. Het creëren en bijhouden van een doel/taak set
- Geïnstrueerde keuze/taakselectie
fMRI, doel stellen + bijhouden geheugen, instructie krijgen
……
cue + taak
repeat conditie
switch within
switch across
die gebieden betrokken bij bepalen taak en daarin keuze maken
hoe meer inspanning dat vraagt, hoe meer die gebieden actief gn zijn
- Vrijwillige keuze
vorig was geïnstrueerd maar ook vrijwillig
fysieke vs numerieke grootte
DISSOCIATIE tuss vrijwillige VS opgelegde taken
niet meer posterieure PFC (?)
opstellen van doel vanuit uzelf
- Intenties aflezen uit hersenen (– Hoofdstuk 2 Methoden)
meest anterieure delen PFC belangr!
onderzoekers konden dus achtehralen w
- Intenties aflezen uit hersenen (– Hoofdstuk 2 Methoden)
meest anterieure delen PFC belangr!
onderzoekers konden dus achtehralen wat proefpersoon had gekozen om te doen
kiezen optellen of aftrekken
III. In volgorde plaatsen en plannen
doelen vereisen stappenplan - belangr om die volgorde juist te hebben
x frontaal : wel weten hoe ei bakken maar bv eerst ei in pan dan pas boter
- extraheren/detecteren van volgorde
- toepassen
-> herkenningstaak of recentheidstaak
x frontaal : vooral x recentheidstaak
dus probleem met volgorde
fMRI
ordeningstaak: activiteit PFC zowel gezichten als non-woorden
? itemtaak (herkenning) nauwelijks activiteit ?
*Alhzeimer: werkgeheugen bij hen redelijk intact
digit span (aantal cijfers herhalen), amper afwijken in vgl controle
MAAR wnr VOLGORDE veranderd minder! kwetsbaarder bijhouden in werkgeheugen hoewel iteminformatie wordt bijgehouden
ook ZELF-ORDENEN verstoord
Tower Of London taak
volgorde, opstellen handelingsplan, doelconfiguratie
DPLFC
IV. Veranderen van doel/strategie
- Wisconsin Card Sorting Test
stapel kaarten sorteren, begin trial-and-error
eerste fase niet veel verschil
zodra REGELVERANDERING: PERSEVERATIE
vasthouden aan eerste regel en niet beseffen dat hun gedrag moeten aanpassen
- Onderscheid intradimensionele en extradimensionele verandering
zie vorige, verschillende varianten van
weinig problemen met intradimensionele verandering
wel met extradimensionele verandering
vanaf witte vorm
- WCST en Taakswitch paradigma
…
?
V. Zelf-monitoring en evaluatie
beoordelen (gedrag monitoren) of we zelf goed bezig zijn = error monitoring en performance monitoring
ACC!
ERN (error related negativity) hangt daarmee samen
treedt op na korte respons
als respons correct is zien we deze ERN niet optreden
wordt bepaald door belang van maken fout
-accuraatheid benadrukt: meer uitgesproken
-neutraal (kan zijn dat fouten maakt maar niet zo erg): is er maar minder uitgesproken
-speed-instructies: specifiek benadrukken niet teveel aandacht gemaakte fouten maar vooral snel zijn
ERN veel minder duidelijk
zie slide!: de ERN is veel groter bij de accuracy
precies opvallend, mss omdat te maken heeft met error monitoring? wilt dan juist goed doen
- Conflict monitoring en conflict adaptatie
mechanistische verklaring hoe hersenen in staat gedrag monitoren en aanpassen als er een probleem is
Stroop-taak
flankertaak, simon
incongruentie-effect
conflict-monitor: conflict wordt gedetecteerd en gedrag wordt aangepast
hebben soort systeem dat bijhoudt of vlot gaat en als deze conflict detecteert , gaat deze ons waarschuwen
na incongruentie verkleint het incongruentie-effect
(monitor heeft ons gewaarschuwd)
monitoring + aanwezigheid van conflict = MEDIALE FRONTALE GEBIEDEN en ACC
mate van gedragsadaptatie hangt samen met graad van activatie van ACC
->Mate van activiteit in ACC op vorige trial hangt samen met
activiteit PFC op huidige trial
->ACC detecteert conflict en beïnvloedt daaropvolgend gedrag via PFC
.. lus
- Metacognitie: doe ik het goed?
orbitofrontale gebieden van LH
acitiviteit tijdens metacognitieve monitoring
VI. Inhibitie
…
inhibitie is belangr deel executief functioneren
? dus dit ook kwijt bij letsel ? zie impulsiviteit enz.
(3) Hogere orde denken
- Abstract en conceptueel denken
prefrontaal, ANTERIEUR = verwerking metaforen
posterieur = letterlijke (NIET metaforen en anomalieën)
1.1 Analogieën
abstract redeneren
verbaal of visuospatiaal
activatie prefrontale cortex versch plaatsen
groot deel laterale delen
taal speelt ook rol