6_Aandacht Flashcards

(54 cards)

1
Q

6.1 Wat is aandacht?

A

-grijpt onze geest, niet alles, maar selectie
-ook binnenwereld
-OOK NEGEREN/ONDERDRUKKEN

geen universele definitie
! onze hersenen hebben BEPERKTE verwerkingscapaciteit ! => aandacht is belangrijk voor de SELECTIEPROCESSEN

rol in veel cognitieve functies
! momentgebonden BWZ, LTG, perceptie, informatieverwerking, denkprocessen, acties selecteren..

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

6.1.1 Alertheid en arousal

A

fysiologische reactiviteit, voor informatie die binnenkomt
slaapdeprivatie vs nerveus
prikkelbaarheid nodig om te kunnen verwerken
versch factoren ku alertheid beïnvloeden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

6.1.2 Vigilantie of volgehouden aandacht

A

= aandachtsspanne (verschilt tussen mensen)
lang aandacht te kunnen blijven RICHTEN
bv luchtverkeerdleiding
bv Bourdon-Wiersma Test
neurologisch onderzoek
kinderen ADHD

belangrijke cognitieve functie vr andere cognitieve functies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

6.1.3 Selectieve aandacht

A

selecteren taakrelevante info

sensorische info
motorische responsen
info uit lange en korte termijn geheugen
doelen, stappen om doelen te bereiken..

(cfr. beperkte capaciteit =>) selectief ku richten
potentieel belangrijke info in gezichtsveld
filteren, oriënteren, zoeken, selecteren uit input
cocktail party fenomeen
(verborgen) visuele aandacht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

6.1.3 Selectieve aandacht

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

6.1.4 Gedeelde aandacht

A

resource/middelen

verschillende theorieën over aandachtsbronnen

processor - infoverwerkingscapaciteit: verschillende informatiebronnen

multiple-resource theorie: versch bronnen - spec processen
=> taken ver uit elkaar makkelijker te combineren (grote capaciteit)
dicht bij elkaar moeilijker met elkaar combineren
er is dus een grotere capaciteit wnr versch bronnen worden aangesproken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

6.2 Neuroanatomie van aandacht

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

6.2.1 Alertheid of arousal

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q
  • RAS
A

activerend: maakt hersenen reactief
hersenstam - formatio reticularis (verbindingen andere delen)
verwerken prikkels
neurotransmitter GLUTAMAAT (= exciterend): cortex geactiveerd
via diffuse projecties

slaap-waak
infoselectie in slaap

1) indirecte route thalamus
2) directe of buitenthalamische route (rechtstreekse route werkt met neurotransmitters)
3) route terug van cortex nr thalamus en RAS

systeem wordt geprikkeld door externe stimuli en metabole processen in hersenschors
linken naar thalamus (sensor, optische zensu, auditief) => eerst synaps in thalamus vooraleer signaal aan cortex

LETSELS: x ras, x thalamus => coma
x alert om prikkels te ontvangen
bv CO-intoxicatie: diffuse schade in cortex waardoor hersenen niet meer voldoende ku geprikkeld worden om voldoende hoge niveaus van arousal tot stand te brengen
tumor, gasintoxicatie, meningitis, bloedingen..
Coma: bilateraal letsel RAS, letsel thalamus of uitgebreide corticale schade

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q
  • ACETYLCHOLINE EN NORADRENALINE SYSTEMEN
A

(hersenstam:)
1. acetyl via thalamus
2. noradr via LOCUS COERRULUS
3. serotonine via RAPHE KERNEN

dus versch neurotransmitters rol
eerste twee rol rechtstreekse route (2)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q
  • THALAMUS
A

Mediaal dorsaal, intralaminair en reticulaire
kernen
belangr kernen alertheid < RAS
onderzoek stimuleren nervus vagus triggeren ras => verhoogde bewustzijnstoestand coma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

6.2.2 Vigilantie of volgehouden aandacht

A

grotendeels beroep zelfde systemen als arousal!!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q
  • NEUROTRANSMITTER SYSTEMEN
A

cholinerg (basale voorhersenen)
noradrenalinerg (klaarmaken)
x syst => x alertheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q
  • THALAMUS
A

schakelstation
interface arousal en andere aspecten van aandacht
thermostaat
elektrode coma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q
  • CORTICALE GEBIEDEN
A

RECHTS HEMISFERISCHE DOMINANTIE
vooral de meer PARIETALE GEBIEDEN worden actief als mensen VEEL AANDACHT aan iets moeten besteden!!
wordt vooral daar probleem aandacht als daar beschadiging
trager reageren, minder volgeh aandacht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

6.2.3 Selectieve aandacht

A

informatie wordt al heel vroeg gefilterd, al voor inhoud verwerkt wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q
  • COCKTAIL PARTY FENOMEEN
A

overte aandacht: spec richten en wegfilteren
coverte: aandacht LOStrekken, op een verborgen manier aandacht verplaatsen
ondersch top down gericht (zelf aandacht richten) en bottom up (aandacht wordt getrokken)

Bottom-up: aspecten eigen aan de stimulus trekken de aandacht
Top-down: de persoon bepaald zelf waar aandacht naar te richten (objecten, eigenschappen, locaties,
doelen,….)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q
  • (VERBORGEN) VISUELE AANDACHT
A

toch identificeren vanuit ooghoeken en aandacht verschuiven zonder echt spec nr kijken
oriëntatie van aandacht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q
  • ENDOGENE VISUO-SPATIALE AANDACHT
A

aandacht zelf verplaatsen
top down

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q
  • EXOGENE VISUO-SPATIALE AANDACHT
A

bottom up
iets in omgeving trekt automatisch aandacht
van buitenaf nr binnen
bij exogene zijn de aandachtsshifts kortstondiger van aard!
snel, reflexief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

6.2.4 Eigenschappen van aandachtsselectie

A

vroeg vs laat discussie
nog heel wat discussie
2 aspecten: persoon en omgeving
bottom up vs top down

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

6.2.5 Tijdsverloop van aandachtsselectie

A

studie sensorische gating - vroege selectie
ERP-signaal minder
ook bij late aandachtsselectie verschil
P300 = positieve plek in ERP signaal, hangt samen met de mate waarin je aandacht moet besteden aan een taak
groter in eerste als daar meer aandacht moest besteden
tijdsinterval die aangeeft dat al meer verwerkt moet zijn
ook N2pc (aandachtsfocus op potentiële targets in contralaterale pariëtale regio’s

CONCLUSIE ZOWEL VROEG ALS LAAT VERSCH PROCESSEN

versch hersengebieden zijn betrokken bij selectieve aandachtsprocessen, op versch momenten in tijd werkzaam

23
Q

6.2.6 Neuroanatomie

24
Q
  1. Automatisch oriënteren: Superior Colliculi
A

bovenaan hersenstam (middenhersenen)
vroege visuele aandacht
RICHTEN aandacht
superieur visueel inferieur auditief
opvallende dingen - automatisch
! oogbeweging / fixaties en saccades !
- express saccades: REFLEXIEF , BOTTOM UP, vroege selectie, door OPVALLENDHEID, NIET SPEC EIGENSCHAPPEN BV PLOTS VERSCHIJNT
120 ms

  • regular saccades: meer doelbewust
    trager (200 a 300 ms)
    frontale oogvelden dus NIET DOOR SUPERIEURE
    TOP DOWN
    zijn de normale oogsaccades, ifv wat interessant vinden

supranucleaire palsy
x super coll en basale ganglia
vertonen blind gedrag terwijl niet blind
x REFLEXIEVE
WEL TOPDOWN

25
2. Selectieve aandacht: Thalamus
Twee functies: ▪ Medial dorsal, intralaminar en reticulaire nuclei: moduleren arousal level cortex ▪ Pulvinaire nucleus & laterale geniculate: selectieve aandacht
26
3. Thalamus: gating & filteren
Laterale geniculate ▪ relay point visuele input ▪ activatie gemoduleerd door aandacht ▪ “gatekeeper” (belangr vr vroege selectie) Pulvinar ▪ tussenstation cortico-thalamische-corticale connecties ▪ regulieren info-transmissie tussen corticale regio’s die geattendeerde info verwerken ▪ Letsel: problemen met wegfilteren distractoren
27
4. Selectieve aandacht: Pariëtale Cortex (PC)
1. Allocatie van algemene aandachtsbronnen ▪ Betrokken bij volgehouden (selectieve) aandacht ▪ Activering van zelfde hersenregio’s onafhankelijk van type aandachtsstaak ▪ Verdwijnen van P300 na schade aan rechter TPJ zowel bottom up als top down 2. Fijnere controle van (selectieve) aandacht * Na sensorische gating (thalamus) * activatie wanneer aandacht (visuele of auditieve) gericht wordt * 3 systemen, 3 regios: * Top-down -> superieure PC * Bottom-up -> inferieure PC * integratie -> intrapariëtale sulcus
28
5. Superieure pariëtale cortex
Superieure PC * top-down verplaatsen van aandacht * dorsaal aandachtssysteem * losmaken & verplaatsen van aandacht: verschillende regio’s * betrokkenheid niet beperkt tot spatiale locaties obv doelen enkel opvallende perceptuele kenmerken
29
6. Inferieure pariëtale cortex
Inferieure PC * bottom-up verplaatsen van aandacht * ventraal aandachtssysteem * rechts hemisferische dominantie * rechter TPJ: ▪ actief wanneer target verschijnt op niet-geattendeerde locatie ▪ (circuit breaker) -> detectie van niet geattendeerde, laag frequente informatie ▪ schade: hemispatiaal neglect (aandachtsstoornis, geen aandacht meer voor linkernat wereld) => rol bottom up richten + ONDERDRUKKEN bv in bepaalde context niet kloppen of opvallen reageren op info al iets verder in verwerking
30
7. Intrapariëtale sulcus
Intrapariëtale sulcus * integratie: constructie “prioriteitskaart” ▪ “binding” of “feature integration Pop-out Identificatie = “pre-attentief” Aandacht nodig voor identificatie ▪ schade: problemen met binding, maar detectie enkelvoudige eigenschappen blijft OK basis visuele eigenschappen (vb kleur & vorm) worden quasi automatisch verwerkt ▪ ....maar we kunnen pas zeggen of deze eigenschappen samen voorkomen in een object als we onze aandacht erop richten saliëntie/ prioriteitenkaart ▪ Integratie: bottom-up & top-down saliëntie serieel scannen niet parallel
31
8. Selectieve aandacht: Frontale cortex (FC)
SELECTIE, INITIATIE en INHIBITIE van (motorische) acties Laesies: ▪ Directionele hypokinesie ▪ Motor neglect Anterieur cingulate & supplementaire motor gebieden ▪ response selectie ifv competitie (conflict taken) Oogbewegingen: ▪ Frontale oogvelden: vrijwillige saccade ▪ Inhibitie reflexieve saccades: orbitale en mediale regio’s Doel selectie (bv. doelmatig gedrag, plannen, ...) ▪ Lateraal prefrontale cortex cf. les cognitieve controle & executieve functies
32
Overzicht neuroanatomie
RAS arousal en alertheid thalamus alertheid + eerste selectie (gating) superieure colliculus oriëntatie nr saillante stimuli PC fijnere selectie en resources FC response en doel selectie
33
Overzicht ▪ Wat is aandacht? ▪ Neuronatomie van aandacht ▪ Hoe functioneert aandacht op neuraal niveau? ▪ Modellen van aandacht ▪ hemi-neglect: klinische aspecten ▪ Wat kunnen we leren van hemi-neglect?
34
6.3 Hoe functioneert aandacht op neuraal niveau?
35
6.3.1 Aandachtsmodulatie op neuraal niveau
Aandachtsmodulatie op neuraal niveau Belangrijke vragen: 1. Bron van aandachtscontrole 2. Locatie van aandachtscontrole
36
6.3.3.1 Pariëtale cortex bron van aandachtscontrole?
zeer belangrijke rol!!! activatie betrokken gebieden verwerken locaties in ruimte moduleren
37
6.3.3.2 Hoe gebeurt de selectie?
Oude discussie: ruimte gebaseerd of object gebaseerd? kan via beiden Selectie kan gebeuren op basis van 1. Spatiale locatie 2. Item eigenschappen 3. Objecten Niet enkel door verhoging activatie taak- relevante gebieden, maar ook door deactiveren van gebieden die belangrijk zijn voor verwerking distractoren !!! * door synchronisatie oscillaties hersenactiviteit tussen de bron & doel gebieden van aandacht.
38
6.4 Modellen van aandacht: ku we ondersch maken tuss aandachtsselectie obv doelen vs relevante stimuli? Model Corbetta en Shulman
Dorsaal fronto-pariëtaal netwerk -TOP-DOWN (stimuli & responsen) -Doelgerichte aandacht (rechter) ventraal fronto temporo pariëtaal netwerk -BOTTOM-UP -Detectie van relevante & opvallende maar vaak onverwachte stimuli -Circuit onderbreker van dorsaal netwerk
39
6.5 Hemi-neglect: klinische aspecten
40
6.5.1 Klinisch beeld
verstoring contra lesionale veld vooral problemen veel taken tegelijk ook bij linker hemisfeer schade maar minder ernstig middellijn overtekenen tekenen uit geheugen overschrijven lijn bisectie doorstreeptaken
41
6.5.1.1 Symptomen
-Negeren contralaterale helft ruimte/ objecten ▪ Hoofd/ oog en postuur deviatie ▪ Geen ziektebesef/ somatoparaphrenie ▪ Amodaal ▪ Apathie ▪ Gradaties
42
6.5.1.2 Verloop
Verloop: ▪ Zeer ernstig in begin ▪ 50% na RH schade ▪ 30% na LH schade ▪ Na weken tot maanden gedeeltelijk herstel ▪ Restverschijnselen: extinctie (vooral probleem wnr info aan beide kanten tegelijk binnen)
43
6.5.1.3 Oogbewegingen
Oogbewegingen tijdens visuele exploratie van een donkere ruimte met hoofd gefixeerd locatie letsel corticaal vs subcorticaal? -Geen motorisch probleem ▪ Geen hemianopsie: midden lichaam referentie ▪ Geen algemeen sensorisch probleem: in alle modaliteiten !!!!! let op (auditief bilateraal, olfactorisch ipsilateraal) Hemi-neglect: wat is het wel? Aandachtsstoornis want effect van: ▪ Opvallende stimuli of emotionele info ▪ Schrikreactie: verhogen van arousal -> vermindering van neglect ▪ Symptomen nemen toe wanneer aandacht verdeeld moet worden (in dubbel taak situaties) ▪ Zinvolheid sensorische info: antiballistisch schrijven nog ballistisch over ▪ Motivatie of beloning ➔ Externe en interne factoren moduleren neglect
44
6.5.1.4 Neglect: een heterogeen syndroom
* Verschillende vormen van neglect: – Ruimtelijk (egocentrisch) vs object gebaseerd (allocentrisch) -Neglect voor de persoonlijke, peripersoonlijke en extrapersoonlijke ruimte -> spatiale referentiekaders w op andere manier berekend
45
6.5.2 Theorieën hemi-neglect
Sensorische stimuli in niet genegeerde ruimte trekken te veel aandacht ▪ Pariëtale letsels & losmaken aandacht
46
6.5.2.1 Sensorische stimuli in niet genegeerde ruimte trekken te veel aandacht
eerste theorie
47
6.5.2.1.1 Posner cuing: coverte aandacht
48
6.5.2.1.2 Pariëtale letsels en losmaken van aandacht
tweede theorie
49
6.5.2.2 Verstoorde competitie tuss hemisferen voor aandacht
Verstoorde competitie tss hemisferen voor aandacht ▪ TMS over intacte hemisfeer herstelt evenwicht: neglect ↓
50
6.5.2.3 Er is geen interne mentale representatie van de genegeerde ruimte: die kans bestaat niet!
Geen interne mentale representatie van de genegeerde ruimte: die kant bestaat niet! ▪ Bv. Bisiach and Luzzatti (1978 Neglect als een probleem om aandacht te verschuiven over de omringende omgeving of de mentale representatie ervan OF * Problemen met de opbouw van een dergelijke mentale representatie van de wereld * => onderwerp van discussie
51
6.5.3 Behandeling hemi-neglect
Herstelt zelden volledig ▪ Behandeling blijft moeilijk: ▪ TMS of tDCS ▪ Top-down benadering ▪ Motorische stimulatie ▪ Sensorische stimulatie: ▪ Optokinetische stimulatie ▪ Calorische stimulatie (vestibulair) ▪ Nek-proprioceptieve stimulatie ▪ Prisma-adaptatie ▪ Mechanisme? Stimulatie hersenactivatie of verschuiving spatiaal referentie kader naar neglect-zijde
52
6.6 Wat kunnen we leren van hemi-neglect?
53
6.6.1 Attentionele gradient
Neglect veel ernstiger na R letsel : combinatie beide visies gradiënten - LH vs. RH linker letsel gaat meer 'right misses' controle meer 'right misses'
54
6.6.2 Verwerken van onbewust aangeboden stimuli
Informatie aan neglect-zijde wordt verwerkt ? ▪ Genoeg om processen te beïnvloeden, maar onvoldoende voor bewustzijn ▪ Evidentie: ▪ Marschall & Halligan (1988) ▪ Priming door stimuli neglect-zijde ▪ fMRI: activatie +- identiek bij visuele extinctie dan bij unilaterale stimulatie