Prikkelbare Darmsyndroom Flashcards

1
Q

Wat is IBS? Belangrijke pathologie die men moet uitsluiten is …?

A

Irritable bowel syndrome, de meest voorkomende functionele GI aandoening en komt meer voor bij vrouwen dan bij mannen. Het is een chronische verstoring van de peristaltiek van de darm. Belangrijk is om coeliakie uit te sluiten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Diagnostische criteria voor IBS? (4)

A
  1. Abdominale ongemakken tijdens de voorbije 3 maand en minstens 3 dagen per maand in associatie met
  2. Pijn verbetert na defecatie
  3. Tijdstip dat klachten zijn begonnen, ook verandering in stoelgangsfrequentie
  4. Tijdstip dat klachten zijn begonnen, ook verandering in vorm van de stoelgang
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Ondersteunende symptomen bij IBS (6)?

A
  1. Abnormale stoelgangsfrequentie
  2. Abnormale stoelgangsconsistentie
  3. Abnormale uitdrijving van de stoelgang
  4. Gevoel van urgentie
  5. Slijmverlies
  6. Gevoel van abdominale opzetting of opgeblazen gevoel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn alarmsymptomen? (9)

A
  1. > 45 jaar
  2. Sinds kort opgetreden last
  3. Verandering in een chronisch pijnpatroon
  4. Nachtelijk pijn en/of diarree
  5. Algemeen ziektegevoel
  6. Koorts
  7. Gewichtsverlies
  8. Bloedverlies in de stoelgang
  9. Ernstige diarree
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Evaluatie van IBS (4)

A
  1. Algemeen bloedonderzoek
  2. Faecesanalyse (zeker als diarree)
  3. Waterstofademtest na lactosebelasting (vaak associatie IBS en lactose-intolerantie)
  4. Coloscopie (zeker bij oudere patiënt, als alarmsymptomen en als zwaar gestegen calprotectine)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Aandacht bij het algemeen bloedonderzoek gaat naar (4)?

A
  1. Ijzertekort
  2. Anemie
  3. Inflammatie
  4. Coeliakie (anti-transglutaminase)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Aandacht bij faecesonderzoek gaat naar (2)?

A
  1. Giardia lamblia

2. Calprotectine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Pathofysiologie bij IBD (5)?

A
  1. Viscerale hypersensitiviteit
  2. Dysbiose
  3. Motiliteitsstoornissen van colon en dunne darm
  4. Stress en psychische factoren
  5. Psychosociale factoren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Behandeling van IBS? (3)

A
  1. Gericht op vooraanstaande symptomen. (buikpijn, verstopping of diarree)
  2. Geruststelling en info geven.
  3. Voedingsanamnese
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Dieetadvies bij IBS?

A

Low FODMAP = fermentable oligosaccharides, disaccharides, monosaccharides and polyols.
Dit zijn dus alle niet door de menselijke dunne darm te verteren producten in de voeding die aangeboden worden aan het colon voor bacteriële verwerking.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Benadering van patiënten met IBS en dominante obstipatie? (2)

A
  1. Vezels

2. Laxativa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Benadering van patiënten met IBS en dominante diarree?

A

Loperamide/ ispagulavezel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Algemeen besluit bij IBS?

A

Patiënt moet individueel benaderd worden want er zijn enorm veel verschillende vormen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly