6. Dramatic elements Flashcards

1
Q

Wat zijn de belangrijkste dramatic elements die het spel betekenis geven zijn

A
  • challenge
  • play
  • premise

  • character
  • story 

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat houdt challenge in?

A

Challenge:

Creëer een uitdagende omgeving waarin de emoties van de spelers worden gestimuleerd.

Design choices

  • vaardigheden doelgroep
  • Duidelijke, gerichte doelen, zinvolle keuzes en waarneembare feedback
  • veilige omgeving waarin zelfbewustzijn vervaagt en alleen concentratie op de taken
  • game-activiteit als doel op zich leuk maken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat houdt play in?

A

Play

(freedom or movement within a more rigid structure)

- Competitive play 
- Chance-pased play
- Make believe play
- Vertigo play (balance)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat houdt premise in?

A

Premise
 (Het uitgangspunt)

De premise bepaalt de tijd en plaats, de hoofdpersonen en het doel, evenals de actie die het verhaal voortstuwt.

De premise maakt het formele systeem van de game speelbaar voor de gebruiker.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat houdt character in?

A

Character - Karakter

Personages zijn de agenten door wiens acties een drama wordt verteld. Door zich te identificeren met een personage en de uitkomst van hun doelen, internaliseert het publiek de gebeurtenissen in het verhaal en leeft het mee in de beweging naar resolutie.

  • Wat wil het personage?
  • Wat heeft het personage nodig?
  • Wat hoopt het publiek / de speler?
  • Waar is het publiek / speler bang voor?

Vooraf ontworpen personages: achtergrondverhalen, motivaties

Door spelers gemaakte avatars: rollenspel, groei, customisation

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat houdt story in?

A

Story

Vaak in de vorm van een achtergrondverhaal: een soort uitgebreide versie van de premise.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een conflict en waar is het goed voor?

A

Conflict:

Bedoeld om te voorkomen dat spelers hun doelen te gemakkelijk bereiken, en trekt spelers emotioneel in het spel door een gevoel van spanning te creëren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een flow en wat doet het?

Zie ook tekening

A

Deze psychologische staat hangt sterk samen met motivatie.

Flow is verlies van tijdsbesef en sterk gemotiveerd om uitdagingen aan te gaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Noem de 4 typen mechanics

A

Mechanics 4 typen:

Mechanics: 
are objects that create gameplay when the player interacts with them.
- Moving platforms, Opening/closing doors, Switches and levers

Hazards:
Look like mechanics, often act like mechanics, but kill a player.
- Spiky pits, Smaching blocks, Blasting flames

Props:
Filling the level, sometimes being used to act as a barricade or obstacle for the player to avoid, jump over, or take cover behind.
- Desks and chairs, Parked cars, Mailboxes

Puzzles Is a challenge that has a right answer. 
Players first need to know what reward is offered for solving the puzzle. It can be to open a door, create a picture, or translate a message.
- Logic, Math, Rigid body physics

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is een minigame/ microgame

A

Minigames is a simple game created to provide variety, represent activities, and add value to a product. Many minigames are based on or are variations of classic arcade and classic home console games.

Microgame only takes seconds to play

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Leuk is geen goede omschrijving van een game. Welke termen zijn volgens
LeBlanc’s Taxonomie?

A

LeBlanc’s Taxonomie (IPV de term leuk te gebruiken, gebruik deze termen)

  1. Sensation: games as sense-pleasure

    Deze categorie heeft betrekking op de zintuigen: horen, zien, voelen, proeven. Binnen games zal voornamelijk de esthetiek van de game hierop betrekking hebben. 

  2. Fantasy: games as make-believe

    Deze categorie doelt op de fantasiewereld die men kan betreden bij het spelen van een game of het fictieve figuur dat iemand kan zijn in een game. 

  3. Narrative: games as drama

    Deze categorie behelst de opeenvolging van gebeurtenissen die uitlopen in een dramatische ontknoping. 

  4. Challenge: games as obstacle course

    In elke game zitten uitdagingen verwerkt. Voor de een is het simpel oplossen van een probleem genoeg, een ander zoekt meer uitdaging binnen een game. 

  5. Fellowship: games as social framework

    Sommige spelers vinden vriendschappen, samenwerking, communicatie en communities het belangrijkst in games. 

  6. Discovery: games as uncharted territory
    
Eén van de key game pleasures, naast de challenge. Een speler komt altijd in de gelegenheid om te ontdekken. Dit kan een virtuele omgeving of een nieuwe skill zijn. 

  7. Expression: games as self-discovery

    Een eigen avatar ontwerpen of de gameprestaties met anderen delen. Op die manier maken games het mogelijk voor de speler om zichzelf uit te drukken. 

  8. Submission: games as masochism

    Deze categorie gaat over het overgeven aan de game, waarbij de speler tijdens het spelen een andere wereld betreedt, namelijk de gamewereld. 

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Noem de Bartle’s Taxonomy of Player Types

A

Bartle’s Taxonomy of Player Types
1. Achievers

Deze groep spelers wil scoren.

  1. Explorers

    Deze groep wil op avontuur.
  2. Socializers

    Spelers spelen voor het sociale aspect van de game.
  3. Killers

    Deze groep spelers is uit op strijd.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat moet je weten van je speler?

A

Ken uw speler

  • Wat wil deze en wat niet?
  • Behoeften en angsten
  • Wat drijft deze speler?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Voor welke spelerstype is Monopoly geoptimaliseerd?

A

Killer: Het verslaan van uwtegenstanders door ze alles afhandig te maken.

Socializer: het handelen van straten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe wordt overstimulatie voorkomen in monopolie?

A

Monopoly houdt het spel interessant door kansen via de dobbelsteen en de kanskaartjes.

Het sociale aspect werkt ook tegen verveling,

maar door het positieve feedbacksysteem (de winnaar wint steeds harder, en de verliezer verliest steeds meer), werkt het juist vaak frustratie in de hand.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de premise van Monopolie?

A

derijke wordt rijker en de arme wordt steeds armer.

17
Q

Wat is het verhaal van monopolie?

A

alle spelers strijden om de rijkste van het land te worden.

18
Q

Wat is het main character van mario bros?

A

De hoofdpersoon is Mario.

19
Q

Types of players

A

Types of players:

- The competitor
- The explorer
- The collector
- The achiever
- The joker
- The artist
- The director
- The storyteller
- The preformer
- The craftsman