aantekeningen Flashcards

(64 cards)

1
Q

onderzoeken vestibulospinale reflexen

A
  • wijsproef
  • rombergtest
  • loop test
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

onderzoekn vestbulo occulaire reflexen

A
  • meten oogbeweging
  • draaistoel onderzoek
  • calorische nystagmus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

extra piramidale systemen

A
  • ipsilaterale basale ganglia: initiatie van bewegingen
    –> laesie = spierrigiditeit en hypokinesie aan contralateraal
  • cerebellum contralateraal: ataxie bij disfunctie ipsilateraal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

mesenchepalon

A
  • substatia nigra
  • edinger westpal
  • n. 3
  • n. 4
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

pons

A
  • n5-7
  • salicatorii
  • ambiguus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

medulla oblongata

A
  • n. 12
  • ambiguus
  • tractus solidatorium
  • blikkencentrum
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

marcus gun fenomeen

A

RAPD: ene oog wordt minder nauw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

dubbel zien

A
  • doordat ogen niet tegelijk breken: 1 oog = brekings probleem
    2 ogen = neurologische probleem
  • gekruist: n. oculomotius
  • ongekruist: n. abducens
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

soorten ataxie

A
  • sensorisch: geprek aan proprioceptie: coordinatie problemen
  • cerebellair: eerst loopstoornis dan armen en dysartrie: geen visuele compensatie
  • ataxie van friedrich: juveniel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

bellse parese

A

idiopatische perifere facialis parese

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

locked- in

A
  • laesie in voorste deel pons
  • locus coeruleus nog intact: bepaald of iemand slaap op wakker is
  • aras cellen in mesencephalon bepalen bewistzijn in achterzijde pons en medulla
  • ademen door medulla oblongata
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

neurologische probelmen per tijd ontstaan

A

peracuut(uren): vasculair
acuut (dagen): ontsteking/ infectie
subacuut(maanden): tumor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

temporaalkab functie

A

auditief en gezichtsherkenning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

frontaalkwab functie

A

planning en bewustzijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

basale ganglia

A

beslissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

amygdala

A

angst en emoties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

hippocampus

A

geheugenprocessen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

a. cerebri anterior

A

frontaal + parietaalkwab:
- halfzijdig zwak (vooral benen)
- halfzijdige gevoelsstoornis
- dysartrie
- gedragsstoornis
- desorientatie
- apathie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

a. cerebri media

A

80% cortex + taal
- halfzijdig zwak: gelaat + arm
- halfzijdige gevoelsstoornis
- dysartrie
- afasie
- hemianospie
- hoge stoornis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

a. cerebri posterior

A

occipitaalkwab
- hemianopsie
- kwadrantopsie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

a. vertebralis en a. basilaris

A

cerbellum:
- coordinatie stoornis
- draaiduizlig
- dysartrie

hersenstam:
- ataxie
- draaiduizelig
- dubbelzien
- slikstoornis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

aneurysma

A
  • vaak bij bifurcatie a. cerebri media van cirkel van willis
  • subarachnoidale bloeding: tussen arachnoid en pia mater, spin vormig
  • ernistige hoofdpijn
  • vaak in anterierie vaten
  • coiling of clip tegen ruptuur
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

epidurale bloeding

A

kleine luchtbellen intracranieel
–> subdurale bloeding lijkt er op maar deze is vaak veneus ipv arterieel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

intraparenchymale bloeding

A

zwarte plek om bloeding met oedeem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
diagnose epilepsie stellen
- meer of gelijk aan 2 niet geproveceerd binnen 24 uur - niet geprovoceerd met hoog herhalingsrisico - niet geprovoceerd waar diagnose epilepsiesyndroom gesteld kan worden
26
epilepsie aanval kenmerken
- lichtflitsen - aura - > 20 schokken per min - hoofddraai - posticale klachten - verstijven - bleek,zweten misselijk - cyanose - ogen open - laterale tongbeet
27
psychogene aanval kenmerken
- ogen dichtknijpen - bekken bewegingen
28
orhostatische syncope kenmerken
- liggend - slap vallen - < 10 schokken in < 15 seconden - pijn in nek/ schouders - punt tongbeet
29
cardiale aanval kenmerken
- liggend - cyanose - ogen open - slap vallen - < 10 schokken in < 15 seconden - punt tongbeet
30
reflex aanval kenmerken
- staand - mictie/ hoesten/ pijn/ angst - na maaltijd - na inspanning - bleek/ zweet/ misselijk - ogen open - slap vallen - < 10 schokken in < 15 seconden
31
noodmediactie
- diazepam rectaal - midazolam neusspray
32
verschil focale aanval en tia
focale aanval heeft positieve symptomen: nieuwe dingen voelen tia heeft neurologische uitvalsverschijnselen
33
prikkelbaarheid van neuron wordt bepaald door
- ionkanalen: type, dichtheid en verdeling - ionconcentraties - synaptische input --> soort signaal: exiterend of inhiberend
34
onderdelen kalium kanaal
- p- loop voor selectiviteit - s1-s4 voor spanningsafhankelijkheid - s5-s6 voor open en dicht gaan - intracellulair: inactivatie
35
voltage clamb
houdt membraan potentiaal op bepaald niveau
36
synaps plekken en fucnties
- axosomatisch: op soma: inhiberend - axodendritishc: op dendriet: exiterend - axo- axonaal: op synaps: neurotransmitterafgifte veranderen
37
kleurenblind
oogzenuwaandoeningen: rood- groen stoornis retinale aandoeningen(behalve dominante opticus atrofie en retinale macula aandoening): blauw - geel stoornis 2 opsine moleculen worden identiek
38
craniofaryngeoom
- goedaardige tumor uit zakje van rathke - ontstaat op jonge leeftijd - compressie chiasma - calcificaties en cysten op ct scan - inteferonen geven
39
visueel pad
90% gaat via LGN (lateraal geniculare nucleus) rest: - pretectum: pupilreflex - hypothalamus: dag - en nachtritme - superior colliculus: oog hoofd bewgingen
40
ventrale en dorsale visuele stroom
ventraal: vorm en kleur: temporaalkwab afwijkingen: hemi- achromatopsie en prospognosia --> wat dingen zijn dorsaal: plaats en beweging in parietaalkwab: afwijking: akinopsie --> waar dingen zijn wanneer = frontaalkwab
41
efferentie pupilreactiebaan
parasympaticus die sfincter innerveert via n. oculomotorius sympaticus doet de grensstreng en zorgt voor dilatatie --> probleem = syndroom van horner
42
uitval oculomotorius
- down en out oogstand - volledige ptosis - mydrasis : grote pupil
43
hersenzenuwen
- olfactorius: reukorganen - opticus: retina - oculomotorius: 4 oogspieren en ooglid openen, intrinsieke oogspieren en pupilvernauwing - trochelaris: m. obliquus superior (kruist niet in hersenstam maar daarna) - trigeminus: kauwspieren en gevoel aangezicht - abducens: m. rectus lateralis: naar buiten kijken - facialis: mimiek, glandula, gevoel gehoorgang en smaak voorste 2/3 van tong - vestibulocochlearis: gehoor en evenwicht - glossopharyngeus: farynx, parotis, smaakr achterin tong en gevoel bocenste farynx en achter tong - vagus - accesorius: trapezius en sternocleidomastoideus: vezel uit ventraal c1 en c2 - hypoglossus: rongspieren somsatormotorsich
44
cerumen
gemaakt door talgklieren in oor: zorgt voor schoon houden en beschermen
45
impedantie
frequentie afhankelijke weerstand van een stof
46
oorzaken presbyacusis
- verlies (buitenste haarcellen) door lawaai - problemen met middenoor - problemen met striavascularis - problemen met haarcel innervatie - centraal probleenm
47
route van gehoor
- n cochlearis - ventrlae en dorsale nucleus cochlearis - nucleus lemniscus lateralis - colliculus inferior - corpus geniculatum mediale in thalamus - auditieve schors
48
MSO vs LSO
MSo: ITD en contralateraal exiterend, lagere tonen LSO: ILD en contralateraal inhiberend, vooral hoge tonen
49
hoe volg je een gesprek in een rumoerige omgeving
- sorteren van geluiden obv spectrotemporele overlap - central emechanismen helpen selectie aandacht als er weinig spectrotemporele overlap is
50
schedelbasisfracturen
- longitudinaal: horizontaal op ct door kracht van zijkant: kan zorgen voor slakkenhuis fractuur - dwarsfractuur: door os petrosum door voor- achterwaarse kracht
51
verwijscriterea CI
kinderen: - falen neonatale screening - na meningitis met > 35 db verlies - sterke progressie of stagnerende taal- spraak - evt bij > 70 db verlies volwassenen - bilateraal met perceptief > 70 db verlies - post linguaal doof - onvoldoende met prosthetisereing - snelle progressie - vast lopen in werk of prive
52
indicatie beengeleidingstoestel
- goede cochea maar slecht middenoor - 1 oor doof (lost hoofsschaduw effect op) maar richtingshoren en spraakverstaan in rumoer wordt niet beter - graaot conductief verleis met goede cochlea bv door chronische otitis media
53
aanwijzingen voor een vestibulaire oorzaak van duizeligheid
- paroxysomaal (aanvalsgewijs) - bewegingen hoofd - moeilijke aard - samen met braken, zweten, doof en/ of neurologische problemen
54
otolieten
meten de liniaire snelheid en statische verandering van hoofd positie tov van zwaartekracht
55
betekenis harmonie vestibulare
bij een rechter labyrint uitval trek je naar rechts bij het lopen
56
aansturing n. vestibularis
n. vestibularis superior: anterierie en horizontale kanalen en utriculus (bij calorisch onderzoek test je deze) n. vestibulare inferior: posterieure kanaal en sacculus
57
anamnese trias van meniere
- vertigo + misselijk en braken - slechthorend aan 1 oor : hersteld zich na aanval - tinnitus
58
ataxie
stoornis achterste schedelgroeve
59
centrale oorzaak vertigo
dodelijke d's - dipopie - down- up distorsie - drop attaks - dysartrie - dysesthie (pijn zenuw) - dysfagie (slikporblemen) - dysfonie - dysmetrie (coordinatie problemen)
60
vestibulo corticale baan
- dichtbij parietele schors: oogbewegingen - sensatie van rechtopstaan - bewustwoording driaaierigheid
61
localisatie bij uitval
arm, been gelaat 1 kant: centraal: centrale hemisfeer: - hogere cerebrale functiestoornis - hemianopsie hesenstam: - dubbelzien - spraakstoornis - coordinatiestoornis beiden bene/ armen: - ruggenmerg - zenuwen: distale spierzwakte en gevoelsstoornis - spieren: proximale spierzwakte beide benen: - thoracaal: ruggenmerg - cauda equina: distaal + mictiestoornis - zenuw: distaal - spier: proximaal 1 arm/ 1 been: - centraal : cerebralecortex, distaal - wortel : vaak pijn - plexus: vaak pijn - 1 of meer zenuwen
62
gnostische receptoren van de huid
- meissner: klein opp en snel adapteren - merkel: klein opp en langzaam adapteren, vuurt constant - pacini: groot opp en snel adapteren - ruffini: groot opp en langzaam adapteren
63
waar krijgen motorneuronen informatie van
- primaire afferenten: reflex - interneuronen: ex- en inhibitorie schakelcelen - supraspinale kernen: piramide baan die beinvloed wordt door de basale ganglia (initiatie) en het cerbellum (uitvoering en coordinatie)
64
SCAN
complexe integratieve acties