week 6 vo

Question 1

waar liggen spinale ganglia

Answer 1

boven wervels met zelfde nummer in cervicaal
maar er is een c8 spinale ganglion dus vanaf thoracaal onder wervel met zlefde numer

Question 2

laesie in onderste motorische neuron

Answer 2

slappe verlamming, licht ventraal
( bovenste zorgt voor spastische verlamming)

Question 3

uitval gnostische sensibiliteit

Answer 3

laesie in dorsale funiculus: onder niveau uitval

Question 4

uitval vitle sensibiliteit

Answer 4

laesie in antero laterale fasiculus

Question 5

centrale laesie in piramide baan

Answer 5

spastische verlamming

Question 6

laesie motorneuron

Answer 6

slappe verlamming

Question 7

blaas

Answer 7

rechts en links geinnerveerd: alleen mictie klachten bij bilaterale beschadiging dorsolaterale funiculus

Question 8

n. phrenicus

Answer 8

ontspringt ter hoogte van c4-c5
zorgt voor:
- motorische aansturing van diafragma
- sensibiliteit van pericard, plear, pancreas en galblaas

–> dwarslaesie onder c5: paraplegie: kn nog ademen maarwrs niet kracht of hoesten: hulpademhalingsspieren niet

Question 8

th1-L2

Answer 8

sympatische preganglionaire neuronen uit zijhoorn die belangrijk zijn voor ooglidheffing, pupilreflex en transpireren
–> via ganglion cervicale superior: onderbreking –> horner syndroom

Question 9

s2-s4

Answer 9

parasympatische preganglionaire neuronen treden uit
–> genitale functies en blaas
–> symptomen als aan beide kanten van ruggenmerg

Question 10

dernatoom voedzool reflex

Answer 10

S1

Question 11

spinal shock fase

Answer 11

in acute fase van een dwarslaesie een periode van perifere symptomen

Question 12

dorsale funiculus links doorgesneden th 5

Answer 12

uitval gnostische sensibiliteit links

Question 13

fasiculus anterolateralis rechts doorgesneden th 5

Answer 13

uitval viale sensibiliteit links

Question 14

waar loopt het priamide baan systeem door?

Answer 14

• primaire motorische cortex
• casula interna
• hersenstam
• myelum

Question 15

wat hoort bij het perifeer motorisch neuron

Answer 15

• voorhoorn
• wortel
• plexus
• perifere zenuwen
• neuromusculaire overgang

Question 16

centrale laesie

Answer 16

• soms verminderde kracht
• soms verminderde senibiliteit
• verhoogde reflexen

Question 17

perifere leasie

Answer 17

• verlaagde atrofie
• soms fasciculatie
• verminderde kracht
• normaal/verminderde sensibiliteit
• reflexen verlaagd

Question 18

laesie voorhoorn

Answer 18

• atrofie
• fasciculatie
• minder kracht
  -normale sensibilietei
• reflexen verlaagd behalve bij ALS dan verhoogd

Question 19

perifere zenuw

Answer 19

• kan atrofie
• minder kracht
• mindere sensibilitiet
• sterk verlaagde reflexen

Question 20

laesie neuromusculaire overgang

Answer 20

• verminderde kracht 0–> vermoeibaar
• normale sensibiliteit
• normale reflezen

Question 21

spier laesie

Answer 21

verminderde kracht

Question 22

voorbeelden centrale aandoening

Answer 22

• beroerte
• ms
• vernauwing wervelkanaal

Question 23

fasculitaties

Answer 23

kleine artimische spiertrekkingen

Question 24

voorhoorn aandoeningen

Answer 24

- amyotrofische laterale sclerose (als) - progressieve spinale musculaire atrofie (PSMA) - poliomelitis acuta - vormen van spinale spieratrofie

Question 25

ALS

Answer 25

- schade aan voorhoorncellen en sclerose aan piramidebaan - centrale en perifere symptomen

Question 26

wortel ziekte

Answer 26

- krachtverlies samengaand met pijn - samen met sensibiliteitsstoornissen

Question 27

ziektebeelden wortel

Answer 27

- hernia nuclei pulposi - syndroom van guillian barre - menigeale metastasering

Question 28

polyneuropahtie

Answer 28

sensibiliteitstoornis begint distaal en is niet scherp begrensd kan door DM en gullian barree

Question 29

guillian barre

Answer 29

antistoffen die myeline van perifere vezels aantasten sensibiliteit is minder aangetast

Question 30

myastenia gravis

Answer 30

door auto0 antistoffen tegen nicotinerge acetylcholine recptoren - krachtverlies neemt dan toe bij inspanning