Week 6 HC Flashcards

(38 cards)

1
Q

classificatie van Sneddon

A
  • normaal
  • neuropraxie
  • axonotmesis
  • neurotmesis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

carpaal tunnel syndroom

A

n. medianus aangedaanme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

meralgia prasthetica

A

n. cuteanus femoralis lateralis aangedaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hersenen

A
  • Altijd halfzijdig, contralateraal van de laesie
  • Hemiparese (verlamming) + uitvalsverschijnselen
  • Motorische en sensibele cortex liggen dichtbij structuren met andere functies: daardoor vaak: hemianopsie, afasie of verwaarlozing.
  • Uitval in één arm of been door laesie in hersenen is zeldzaam.
  • Kan bij kleine laesie van cortex (nog steeds zeldzaam).
    -in piramidebaan, capsula interna, hersenstam: zo dicht bij elkaar dat het niet tot één arm of been beperkt blijft.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

hersenstam

A

-Motorische en sensibele banen liggen in nabijheid van hersenzenuwkernen en cerebellaire banen.
- Halfzijdige uitvalsverschijnselen
- Dubbelzien, spraak- en slikstoornissen en coordinatiestoornissen
- Halfzijdige laesie pons of mesencephaon:
- Ipsilateraal hersenzenuwuitval (n. III, of n. VII)
- Contralateraal halfzijdige spierzwakte en gevoelsstoornissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

ruggenmerg

A
  • Dwarslaseie: hele dwarsdoorsnele van ruggenmerg op bepaald niveau
  • Centrale paresen
  • Gevoelsstoornissen: vanaf niveau van de laesie
  • Compleet of partieel (H21.10.2)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wortels en plexus

A
  • Zwakte van spieren die via die wortel geinnerveerd worden
  • Gevoelsstoornissen in huidgebied van sensibele vezels: specifiek dermatoom.
  • Verschillende wortels kunnen aangedaan maar meestal : Plexus brachialis (arm) en Plexus lumbosacralis (been)
    –> plexusaandoeningen gaan gepaard met veel pijn
  • Caudasyndroom: compressie van de cauda equina in het lumbale of sacrale wervelkanaal –> ten gevolge van grote hernia nuclei pulposi.
    = Gevoelsstoornis in rijbroekgebied, distale paresen aan de benen en gestoorde mictie.
    –>Direct actie om blijvende schade te voorkomen!!
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

zenuwen

A
  • Innervatie gebied van wortels en zenuwen verschillen van elkaar (herorganisatie na plexus)
  • Mononeuropathie: één zenuw, uitval innervatiegebied van die zenuw
  • Spierzwakte, gevoelsstoornissen, hypesthesie (verminderd gevoel), spontane tintelingen (paresthesie), veranderd gevoel bij aanraking (dysesthesie)
  • Multipele mononeuropathie: meerdere zenuwen in armen en benen aangedaan.
  • Polyneuropathie: gegeneraliseerde symmetrische aandoening van meerdere zenuwen.

Spierzwakte + gevoelsstoornissen (of 1 van beide)

Spierzwakte: vaak distaal begin (aan benen) en geleidelijke uitbreiding

Gevoelsstoornissen: hebben sok- en handschoenvormige verdeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

neuromusculaire synaps

A
  • Abnormale vermoeibaarheid
  • Zwakte van spieren die sterk afhankleijk zijn van inspanning
  • Einde dag / na veel inspanning meeste klachten
  • Ptosis
  • Geen sensibele stoornissen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

spieren

A
  • Symmetrische spierzwakte in armen, benen en nek
  • Geen sensibele stoornissen.
  • Proximale spierzwakte
  • Klachten van pijn, kramp, stijfheid en vermoeidheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

verdeling sensibiliteit

A
  • exteroceptie (receptoren in huid)
  • Proprioceptie (receptoren in bewegingsapparaat)
  • Enteroceptie ( receptoren in organen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

sensibele receptoren in de huis

A
  • Meissner
  • Pacini
  • Ruffini
  • Merkel
    (gnostisch systeem)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

piezo 1 en 2 eiwitten

A
  • verantwoordelijk voor een groot aantal vormen van mechano- transductie
  • na en ca bij openen kanaal de cel in
  • mechanosensiteive eiwitten in verschillende structuren in het lichaam
  • aanwezig in dorsale ganglia in trigeminus ganglion in zenuwvezels bij fijne tast en propriopceptie (ook mechanische pijn)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

merkel en meissner

A

voor vorm en textuur: hoe sterk je dingen vast pakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

pacini

A

vibratie hele hand, veel groter, minder precieze manier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

verschillende vezels

A
  • Abeta: gemyeliniseerd voor tast
    • aDelta: dun gemyeliniseerd voor pijn en temp
    • c: ongemyeliniseerd: heel langzaam: tempratuur en pijn
    • Ia afferenten: dik gemyeliniseerde spierspoel afferenten
    • Ib afferenten: dik gemyeliniseerde golgi- pees afferenten

–> I voor proprioceptie die is ook veel sneller

17
Q

dorsale ramus

A
  • alleen nek en rugzijde
  • relatief klein
  • geen plexus vorming
18
Q

ventrale ramus

A
  • Ventrale zijde thorax en abdomen
  • Extremiteiten
  • Plexus vorming: cervicaal, bronchiaal en lumboscacraal
19
Q

sensibiliteit ledenmaten

A

via perifere zenuw- plexus- ventrale ramus - dorsale wortel

20
Q

grijze stof

A
  • Dorsale hoorn, vanuit huid synaps
  • Intermediaire zone
  • Ventrale hoorn, met motor neuronen
21
Q

witte stof

A
  • Dorsale funiculus: heeft 2 fasiculi: samen dorsale colom = achterstreng
  • Laterale funuculus
  • Ventrale funiculus
  • meer cervicaal dan lumbaal
  • gerelateerd aan hoeveel spieren je wil innerveren
22
Q

onderscheidt in wervels

A
  • sacraal bijna geen witte stof
  • cervicaal, lumbaal en sacraal hebben meer grijze stof
  • thorcaal meer witte stof
  • cervicaal heeft een kleinere dorsale hoorn
  • cervicaal heeft meer fasciculi: fasciculus gracialis (been) en cumeatus (arm in DCN medulla oblongata)
  • funciculus lateralis is lumbaal groter dan sacraal
23
Q

dorsale kolom systeem

A
  • fijne tast
  • proprioceptie
  • ruggenmerg en direct omhoog en bij proprioceptie maakt het direct een synaps
24
Q

anterolateraal

A
  • vitale systeem
  • kruist meteen vanuit dorsaal naar anterolateraal bia andere helft
  • na de eerste synaps heet het vitale systeem de anterolaterale baan en gnostische heet dan mediale lemniscus
25
4 homunculi
- 3b en 1: informatie uit de huid - 3a en 2: proprioceptieve informatie
26
motorneuron krijgt afferenten input van
- primaire afferenten: reflex - interneuronen - piramide baan
27
hulpsystemen piramidebaan
- Basale kernen: initiatie van motor programmas - Cerebellum: voor uitvoering motorprgrammas
28
2 groepen motorneuronen
- Mediale groep: innerveert axiale spieren - Laterale groep: innerveert de ledenmaten
29
hoe heet de piramide baan op verschillende plekken
- hoogte basale kernen: capsula interna- - Midden hersenen: pedunculus cerebri - Hoogte medulla oblongate: piramidebaan
30
corticomotorneuronen
motorneuronen die in de schors motorneuronen innerveren --> aansturen van fijne bwegingen groffe meer via interneuroenen
31
wat innerveren vezels van de motorische schors
motorneuronen in ventrale hoorn en overgangsgebied
32
verschil spierziekten en neuropathie
spierziekten: proximale spierzwakte, atrofie, lage reflexen, geen gevoelsstoornissen neuropathie: distale spierzwakte
33
dikke kuiten
duchenne en becker
34
toenemende lumbale lordose
ziekte van pompea
35
antisense- oligo therapei
complete mutatie omzetten naar milde mutatie
36
dystrofia myotonica
- AD - CTG repeat op chronm 19 - < 10: spychomotore retadatie, spierzwakte en myotonie - 10-50 jaar spierzwakte en myotonie - > 50 : cataract - cardiomyopathie en gastro intestinale klachten
37
facioscapulo humerale spierdystrofie (FSHD)
- AD, chrom 4 - spierzwakte in aangezicht, schoudergordel, bovenarmen, dystrofies, uitsteknde schouderbladen, lendenlordose
38
ziekte van pompe
- def alfa glucosidase - klassiek = absoluut te kort: baby - limb gridle spierzwakte - dike tond, froot hart en floppy child syndroom - iv enzym geven als behandeling