Actes de Paroles XVI (64-66) Flashcards

(70 cards)

1
Q

Nantes ligt aan de monding van de Loire.

A

Nantes se situe à l’embouchure de la Loire.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Het is in het centrum van Frankrijk.

A

C’est dans le centre de la France.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

De trein die uit Straatsburg komt, is aangekondigd op spoor negen.

A

Le train en provenance de Strasbourg est annoncé à la voie neuf.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Het is daarboven.

A

C’est là-haut.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Het is na de verkeerslichten.

A

C’est après les feux.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Het is buiten.

A

C’est à l’extérieur. / C’est dehors.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Het is dicht bij de kust.

A

C’est près de la côté.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Het is ten westen van Clermont-Ferrand.

A

C’est à l’ouest de Clermont-Ferrand.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Het is tegenover de kerk.

A

C’est en face de l’église.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Pas op! Gevaarlijke hond!

A

Attention! Chien méchant!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Voer uw bankkaart in.

A

Insérez votre carte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Het is in het oosten.

A

C’est dans l’est.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Het is in het centrum van de stad.

A

C’est dans le centre de la ville.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Het is daarlangs.

A

C’est par là.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Het is vlak bij het Louvre.

A

C’est tout près du Louvre.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Het is onder de brug.

A

C’est au-dessous du pont.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Even geduld. We raadplegen uw bank.

A

Veuillez patienter. Nous interrogeons votre banque.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Verwijder u van de rand van het perron.

A

Eloignez-vous de la bordure du quai.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Levensgevaar!

A

Danger de mort!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Pas op voor zakkenrollers!

A

Attention aux pickpockets!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Het is in de richting van Bordeaux.

A

C’est dans la direction de Bordeaux.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Het is voor het stadhuis.

A

C’est devant la mairie / l’hôtel de ville.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Het is rechts van het ziekenhuis.

A

C’est à droite de l’hôpital.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Vorm uw pincode en druk op oké.

A

Composez votre code pin et validez.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Ik waarschuw u tegen...
Je vous mets en garde contre...
26
Kies het gewenste bedrag.
Choisissez le montant désiré.
27
In uw plaats zou ik me zorgen maken.
À votre place, je m'inquièterais.
28
Lyon ligt op de samenloop van de Rhône en de Saône.
Lyon se situe au confluent du Rhône et de la Saône.
29
Het is in het zuiden.
C'est dans le sud / le midi.
30
Het is in het zuidoosten.
C'est dans le sud-est.
31
Let op voor de trede!
Attention à la marche!
32
Het is in het noordoosten.
C'est dans le nord-est.
33
Het is ten noorden van Parijs.
C'est au nord de Paris.
34
Het is rond het meer.
C'est autour du lac.
35
Het is op de gelijkvloerse verdieping.
C'est au rez-de-chaussée.
36
Het is niet ver van de grens.
Ce n'est pas loin de la frontière.
37
Het is achter het postkantoor.
C'est derrière la Poste.
38
Hij woont op het platteland.
Il habite à la campagne.
39
Het is hierlangs.
C'est par ici.
40
Ik waarschuw jullie dat ik geen enkele inbreuk op het reglement zal dulden.
Je vous préviens que je ne tolèrerai aucune infraction au règlement.
41
De IC-trein met bestemming Oostende heeft tien minuten vertraging.
Le train IC à destination d'Ostende a un retard de dix minutes.
42
Het is in het noorden.
C'est dans le nord.
43
Het is in het zuidwesten.
C'est dans le sud-ouest.
44
De trein met bestemming Chartres zal van spoor zeven vertrekken.
Le train à destination de Chartres partira de la voie sept.
45
Het is daar.
C'est là. / C'est là-bas.
46
Het is in het noordwesten.
C'est dans le nord-ouest.
47
Het is achterin het park.
C'est au fond du parc.
48
Kies uw taal.
Choisissez votre langue.
49
Het is op het einde van de straat.
C'est au bout de la rue.
50
Let op!
Faites attention! Prenez garde! Fais gaffe!
51
Het is binnen.
C'est à l'intérieur.
52
Ik waarschuw je: als je mijn broertje lastigvalt, zul je met mij te maken hebben.
Je t'avertis: si tu embêtes mon petit frère, tu auras affaire à moi!
53
Het is onder die brug.
C'est sous ce pont.
54
Die villa is aan zee gelegen.
Cette villa est située en bord de mer.
55
Verzeker u ervan dat u geen enkel pakje onder uw zitbank hebt laten liggen.
Assurez-vous qu'aucun paquet n'a été oublié sous un siège.
56
Neem uw kaart terug. U ontvangt de biljetten.
Reprenez votre carte pour obtenir les billets.
57
Houd de dief!
Au voleur!
58
Het is in het westen.
C'est dans l'ouest.
59
Het is op de weg naar Toulouse.
C'est sur la route de Toulouse.
60
Blijf in de buurt van uw bagage.
Ne vous séparez pas de vos bagages.
61
Het is hier.
C'est ici.
62
Het is boven het meer.
C'est au-dessus du lac.
63
Brand!
Au feu!
64
Het is op de eerste verdieping.
C'est au premier (étage).
65
Het is links van de apotheek.
C'est à gauche de la pharmacie.
66
Het is ten zuiden van Annecy.
C'est au sud d'Annecy.
67
Meld ons elk pak dat achtergelaten werd.
Signalez-nous tout colis abandonné.
68
Aarzel niet om een beroep op ons te doen.
N'hésitez pas à nous solliciter.
69
Hij woont in de bergen.
Il habite dans la montagne.
70
Het is ten oosten van Rijsel.
C'est à l'est de Lille.