Addendum: medicatie bij het ademhalingsstelsel Flashcards

(108 cards)

1
Q

Welke pathologieën van het ademhalingsstelsel zijn er?

A
  • Acute bronchitis
  • Chronische bronchitis
  • Longemfyseem
  • COPD
  • Pneumonie
  • Astma
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is acute bronchitis?

A
  • Een acute bronchitis is infectie van het slijmvlies van bronchiën.
  • Na verkoudheid, keelpijn of griep als bijkomende infectie.
  • Gaat vanzelf voorbij na 2 weken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de symptomen van acute bronchitis?

A
  • hoesten met opgeven van kleurloos, geel, grijs of groen sputum
  • pijn achter het sternum
  • koorts
  • dyspnoe
  • piepende ademhaling
  • pijn bij het hoesten
  • vermoeidheid, algemeen gevoel van malaise
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de oorzaken van acute bronchitis?

A
  • Infectie veroorzaakt door MO in de bronchiën
  • Het lichaam ruimt MO op door aanmaak sputum.
  • Hoesten verwijdert sputum uit de longen, dus is nuttig.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waaruit bestaat de behandeling van acute bronchitis?

A
  • bronchodilatoren (bronchus verwijdende geneesmiddelen)
  • mucolytica (slijmverdunnende geneesmiddelen)
  • inhalatie corticosteroïden (IC, ontstekingsremmers)
  • infectiebestrijding met breedspectrum antibiotica
    *Amoxicilline®, Tobra® Indien van toepassing!
  • zuurstoftoediening:
    *zuurstof wordt toegediend bij een te lage saturatie (< 95%)
    *er mag maximum 2l O²/ minuut toegediend worden bij zorgvragers die lijden aan COPD.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is chronische bronchiti?

A

= chronische ontsteking van het slijmvlies van de bronchiën.
- De bronchiën zwellen op -> dyspnoe.
- Sputumproductie neemt toe.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de symptomen van chronische bronchitis?

A
  • langdurig hoesten
  • sputum
  • dyspnoe
  • gevoel van benauwdheid, angst om te stikken
  • piepende uitademing
  • bemoeilijkte ademhaling, ook in rust
  • vermoeidheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de oorzaken van chronische bronchitis?

A
  • Genetische aanleg
  • Roken (90%)
  • Milieuverontreiniging
  • Infecties
  • Beroepsmatig (blootstelling irriterende stoffen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waaruit bestaat de behandeling van chronische bronchitis?

A

Zie schema inhalatietherapie:
COPD: volgens classificatie van GOLD
- Gold 0: uitlokkende factoren vermijden
- Gold 1: kortwerkende bronchodilatator toevoegen
- Gold 2: langwerkend bronchodilatator toevoegen
- Gold 3: IC toevoegen
- Gold 4: bijkomende O2-therapie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is longemfyseem?

A
  • steeds meer alveolen verliezen hun elasticiteit, daardoor rekken
    ze uit en barsten ze soms
  • wanden van de alveolen raken erg beschadigd, waardoor ze niet meer werken -> gasuitwisseling bemoeilijkt
  • Beschadigde longblaasjes herstellen zich niet, die zijn voor altijd verloren
  • Doordat er minder alveolen zijn, is het moeilijker om zuurstof op te nemen. De longcapaciteit is dan blijvend afgenomen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de symptomen van longemfyseem?

A
  • dyspneu, dikwijls al bij geringe inspanning;
  • sterk aangespannen hulpademhalingsspieren
  • sterk verlengde expiratie met getuite lippen
  • wheezing (piepende uitademing)
  • cyanose door hypoxemie
  • trommelstokvingers
  • vatvormige thorax
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de oorzaken van longemfyseem?

A

langdurige longaandoening zoals chronische bronchitis of astma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waaruit bestaat de behandeling van longemfyseem?

A
  • inhalatietherapie
    • bronchodilatatie
      *IC
  • zuurstoftherapie
  • ademhalingskiné
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat houd COPD in?

A

= = Chronic Obstructive Pulmonary Disease (chronisch obstructief longlijden)
- verzamelnaam voor aantal aandoeningen van ademhalingsstelsel:
* chronische bronchitis;
* longemfyseem
- longen ontstoken en beschadigd -> ademhaling bemoeilijkt en zv minder energie (bv. bij traplopen, zich wassen en aankleden …).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat houd een pneumonie in?

A
  • ontsteking van longweefsel of longontsteking.
  • bronchiën, bronchiolen en alveolen ontstoken
  • ontsteking kan voorkomen in één long of beide longen aantasten
  • Wanneer beide longen geïnfecteerd zijn, sprekenwe van bilaterale pneumonie (dubbele longontsteking)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de symptomen van een pneumonie?

A
  • vaak hoge koorts, voorafgegaan door koude rillingen
  • hoesten met opgeven van geel of groen sputum, soms met bloed
  • spierpijn, pijn in de borst, flank of rug
  • dyspneu, tachypneu, cyanose
  • algemeen gevoel van malaise, minder eetlust
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat zijn de mogelijke oorzaken van een pneumonie?

A
  • Meestal bacterie aan oorzaak (bv. Pneumokokken), soms viraal.
  • lichaam probeert m.o. te bestrijden. Hierbij ontstaat sputum.
  • Doordat sputum dikker is
    dan normaal, wordt ophoesten bemoeilijkt.
  • alveolen kunnen door ontsteking en aanwezige sputum minder goed zuurstof opnemen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Waaruit bestaat de behandeling van een pneumonie?

A
  • AB
  • zuurstof
  • rust
  • vocht toedienen
  • AH kiné
  • rechtop zittende houding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat houd astma in?

A

Astma is een aanval van erge
benauwdheid Die wordt veroorzaakt door contractie van bronchiale spieren en zwelling van het slijmvlies in de neus, de keel en de longen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat zijn de symptomen van astma?

A
  • plots optreden van aanvallen van dyspneu
  • hoesten
  • piepende in en uitademing (uitademing is ook zichtbaar bemoeilijkt)
  • gebruik van hulp ademhalingsspieren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat zijn de mogelijke oorzaken van astma?

A
  • Vaak erfelijk.
  • (kleine) Luchtwegen reageren
    overmatig op bepaalde prikkels of
    stoffen
  • Uitlokkende factoren: lichamelijke inspanning, stress, emoties.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Waaruit bestaat de behandeling van astma?

A
  • Vermijden van de uitlokkende factoren
  • Medicatie:
    • Bronchodilatatoren
    • Corticoïden
    • Anti-cholinergica (Atrovent®)
  • Regelmatig sporten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat is allergische rhinitis?

A

allergische rinitis is een ontsteking van het neusslijmvlies door een overgevoeligheid voor bepaalde allergenen (bv. pollen en huisstofmijt)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat zijn de symptomen van allergische rhinitis?

A
  • neusloop  
  • verstopte neus  
  • niezen  
  • jeukend neus en/of ogen  
  • rode en waterige ogen  
  • gevoel van slijm achteraan in de keel 
  • hoesten 
  • moeite met ademen door de neus 
  • keelklachten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Wat is Allergodil?
niet sederend antihistaminicum
26
Wat is de werking van een niet sederend antihistaminicum?
Histamine is de stof die vrijkomt uit de mestcel bij contact met een allergeen. Histamine zorgt voor symptomen zoals jeuk, zwelling van het slijmvlies van de bovenste luchtwegen en overproductie van vocht. 
27
Hoe helpt een niet sederend antihistaminicum tegen allergische rhinitis?
Door een antihistaminica te geven worden de symptomen zoals neusloop, jeuk en neusverstopping tegengegaan
28
Wat zijn de mogelijke bijwerkingen van een niet sederend antihistaminicum?
- bloedneus (epistaxis)  - verminderde of veranderde reuk   - bittere smaak in de mond   - vermoeidheid duizeligheid   - nausea  
29
Wat zijn de verpleegkundige aandachtspunten van een niet sederend antihistaminicum?
- werking: start na 15 min, totale duur werking = 12 uur   - neus op voorhand goed snuiten   - flesje goed schudden voor gebruik   - spray 1 x per neusgat   - tintelend of branderig gevoel meteen na gebruik is normaal   - bittere smaak is normaal en trekt na enkele dagen weg   
30
Wanneer werkt cetrizine sederend?
In hoge dosering of in combinatie met alcohol
31
Wat werkt het snelst: een nasaal of oraal antihistaminicum?
Nasaal antihistaminicum werkt sneller
32
Wat zijn de verpleegkundige aandachtspunten bij cetrizine?
- werking na +/- 1 uur   - inname 1 x daags 1 tablet  - ! inname vergeten: niet inhalen !   - bij bijwerkingen:  dosis halveren en spreiden over 2 momenten: ½ ’s morgens + ½ ‘s avonds   - bij bijwerking vermoeidheid:  ‘s avonds innemen   - mogelijke bijwerkingen:   verwardheid, diarree, duizeligheid, vermoeidheid, hoofdpijn, zich niet goed voelen, verwijde pupillen, jeuk, rusteloosheid, sedatie, slaperigheid, gevoelloosheid, snel hartritme, ophouden van de urine 
33
Wat is fluticason?
een corticosteroïde
34
Wat zijn corticosteroïden?
Natuurlijke corticosteroïden zijn hormonen die worden geproduceerd door bijnierschorsen en hebben een invloed op alle lichaamssystemen.  Corticosteroïden als geneesmiddel zijn synthetische analogen van natuurlijke vorm
35
Wat zijn de werkingsgebieden va ncorticosteroïden?
- ontstekingsremmend (anti-inflammatoir)  - immunosuppressief (anti-allergisch)  - substitutietherapie (toedienen van cortisol)
36
Grootste effect: nasale corticosteroïden of antihistaminica?
Nasale corticosteroïden hebben het grootste effect.
37
Wat zijn de bijwerkingen van corticosteroïden?
- bloedneus (epistaxis)  - hoofdpijn  - onaangename smaak/reuk  - droge, geïrriteerde neus/keel  - candidose (oraal, faryngaal en/of oesofagaal) - heesheid - faryngitis - verhoogd risico op pneumonie
38
Wat zijn de verpleegkundige aandachtspunten bij (nasale) corticosteroïden?
- schud de neusspray - neus reinigen en/of snuiten - neusgat dichtdrukken terwijl in andere neusgat de spray ingebracht wordt - hoofd schuin naar voren tijdens toediening - krachtig inademen door neus tijdens toediening
39
Wat zijn mogelijke uitlokkers voor astma?
- stof (huisstofmijt)  - pollen  - irriterende stoffen (uitlaatgassen, tabaksrook)  - grote temperatuurwisselingen, mist of koude lucht  - lichamelijke inspanningen (inspanningsastma)  - een infectie van de luchtwegen 
40
Wat is ventolin?
β2(sympathico)agonist (mimeticum) > Kortwerkend = SABA -> behandeling astma
41
Wat wil kortwerkende β2-mimeticum zeggen?
- SABA = Short Acting B2 Agonist - Werking: 4 tot 6 uur
42
Wat doet ventolin, kortwerkende β2-mimeticum?
- β2-agonisten (mimetica) zorgen voor relaxatie van glad spierweefsel (= stimuleren sympathische werking) met als gevolg bronchodilatatie.  - Zorgen voor verminderde prikkelgevoeligheid.  - Helpt luchtwegen in longen te openen en vergemakkelijkt ademhaling   - Helpt om beklemming in borstkas, piepende ademhaling en hoest die optreden bij astma, te verlichten
43
Waarvoor wordt ventolin toegediend?
- symptomatische behandeling van astma en COPD (zo nodig)  - preventie en behandeling van inspanningsastma   - preventie van astmasymptomen ten gevolge van blootstelling aan allergenen
44
Welke niet medicamenteuze adviezen kunnen gegeven worden bij astma?
- niet roken  - afvallen bij zwaarlijvigheid  - prikkels voorkomen (bv. huisstofmijt, stof)
45
Welke voorzorgen kan je de zorgvrager aanbevelen bij het gebruik van Ventolin®?
- Bewaren onder 25°C, ter bescherming tegen licht.   - Krachtig schudden voor gebruik bij dosisaerosol. - Bij verneveloplossing: houdbaarheid na opening is 1 maand - Plastiek deel 1x per week schoonmaken: spoelen met water (vooraf spuitbus en beschermkapje verwijderen)  - 2x in lucht verstuiven bij eerste gebruik of als toestel 2 weken niet gebruikt  is - Correcte inhalatietechniek bij dosisaerosol: uitademen buiten het toestel, tegelijkertijd indrukken en krachtig inademen. Indien dit niet lukt moet voorzetkamer gebruikt worden. - Stappenplan gebruik: zie bijsluiter 
46
Wat is Serevent® (salmeterol)?
β2-mimetica > Langwerkend = LABA -> werking 12u
47
Waarvoor wordt Serevent® (salmeterol) toegediend?
Voorgeschreven als onderhoudsbehandeling van ernstige astma (in combinatie met ICS) en van COPD.
48
Wat is ICS?
inhalatiecorticosteroïd 
49
Wat zijn exacerbaties?
plotse verergering van een verschijnsel of een ziekte
50
Waarvoor wordt ICS toegediend?
De inhalatiecorticosteroïden (ICS) zijn vooral actief door hun anti-inflammatoire werking, en zijn in bijzonder doeltreffend bij eosinofiele ontsteking van luchtwegen, waargenomen bij astma. Ze onderdrukken lokaal immuniteitsreactie en Onderhoudsbehandeling bij astma Wordt toegediend bij COPD stadium gold 3 samen met bronchodilatator en bij exacerbatie (een COPD-opstoot)
51
Wat is de belangrijkste veroorzaker van COPD?
- roken 
52
Geef 2 vormen van COPD
- chronische bronchitis  - longemfyseem 
53
Wat is een voorbeeld van langwerkende anticholinergica?
Langwerkende (LAMA) Tioptropium (Spiriva®)
54
Waarvoor staat LAMA?
Long Acting Muscarine Antagonist
55
Wat is Spiriva?
- langwerkend anticholinergica - LAMA - Behandeling COPD
56
Wat wil langwerkend anticholinergica of LAMA zeggen?
Werking treedt in binnen de 30 minuten en houdt langer aan dan 24 uur. 
57
Wat is de werking van Spiriva?
- Bronchodilatatie: - effect anticholinergica bij bronchospasme -> bronchodilatatie door direct relaxerend effect op gladde spiercellen van luchtwegen (= remmen parasympatische werking), maar ook op protectie tegen allerlei prikkels - blokkeert muscarinereceptoren. -> acetylcholine kan zich niet meer hechten op muscarinereceptoren -> geen bronchoconstrictie meer uitlokken.    - ook secretieremmende effecten, evenwel klinisch minder relevant.
58
Wat zijn de bijwerkingen van spiriva?
- droge mond  - misselijkheid  - hoofdpijn - duizeligheid
59
Wat zijn Instructies tijdens gebruik voor Spiriva® Respimat ® inhalator of Spiriva ® Handihaler die je als verpleegkundige kan meegeven?
- Elke dag op dezelfde tijd innemen  - Vervang patroon niet later dan 3 maanden nadat deze geplaatst is (Respimat).   - Gebruik navulbare Respimat® inhalator niet langer dan 1 jaar.   - Bekijk bijsluiter voor correcte inhalatietechniek. - Observeer correcte inhalatietechniek: adem-handcoördinatie noodzakelijk. Indien pt dit niet kan, overleg met arts voor andere toedieningswijze
60
Wat is een voorbeeld van kortwerkende anticholinergica?
kortwerkend (SAMA) Ipratropium (Atrovent®)
61
Wat is atrovent?
kortwerkend anticholinergica (SAMA)
62
Wat wil kortwerkend anticholinergica (SAMA) zeggen?
- SAMA = Short Acting Muscarine Antagonist - De werking treedt binnen enkele minuten in en houdt maximaal 6 uur aan 
63
Wat is de werking van atrovent?
- Bronchodilatatie  - Na inname ontspannen de spieren rondom de luchtwegen (= remmen parasympatische (rust) werking).   * luchtwegen verwijden   * gemakkelijker ademhalen
64
Wat is de indicatie voor atrovent?
Behandelen van langdurige luchtwegaandoeningen - Atrovent ® gedurende een langere periode continu gebruiken, meerdere keren per dag 
65
Welke voorzorgen moeten bij atrovent in acht genomen worden?
- Bij een 1ste gebruik: 2x indrukken en in de lucht wegspuiten.   - Spuitbusje meer dan 3 dagen niet gebruikt: het reservoir voor gebruik 1x indrukken en in de lucht wegspuiten - Krachtig schudden voor gebruik - Rechtop houden bij inhalatie - Niet uitademen in het toestel (want wordt vochtig en geneesmiddel blijft aan de rand hangen en kan dus niet geïnhaleerd worden) - Krachtige inademing noodzakelijk op zelfde moment dat ingedrukt wordt - Bij afwezigheid van deze noodzakelijke hand-ademcoördinatie, een voorzetkamer gebruiken na overleg met arts
66
Wat is TBC?
Een infectieziekte die veroorzaakt wordt door een bacterie: Mycobacterium tuberculosis
67
Wat zijn symptomen van TBC?
- chronisch hoesten  - gewichtsverlies  - nachtelijk zweten  - vermoeidheid  - koorts of subfebriele temperatuur  - hemoptoë (bloederig slijm)  - dyspnoe
68
Wie zijn de risicogroepen voor TBC?
- asielzoekers en vluchtelingen  gevangenen  - daklozen - IV-druggebruikers alcoholverslaafden  - Immuun gesuppreseerde personen (vb. HIV patiënten) contactpersonen van besmettelijke tuberculosepatiënten  gezondheidswerkers en personen die werken met risicogroepen
69
Waaruit bestaat de behandeling van TBC?
- De behandeling van TBC bestaat steeds uit een initiële fase (IF) gevolgd door een continuatiefase (CF).  - De duur van de behandeling bedraagt meestal 6 maanden: 2 maanden IF en 4 maanden CF
70
Wat zijn aandachtspunten bij de behandeling van TBC?
- Dagelijks innemen op een vast tijdstip   - strikt opvolgen: bloedspiegel op dezelfde waarde houden  - Toename van de hepatotoxiciteit bij tegelijkertijd innemen met rifampicine   - opvolgen leverwaarden  - Toename van de sedatie bij inname van alcohol   - alcohol vermijden  - Gezonde levensstijl aanhouden
71
Wat zijn voorbeelden van tuberculostatica?
- Rifampicine (Rifadine®) - Isoniazide
72
Wat zijn mogelijke bijwerkingen van rifadine?
- oranje verkleuring van urine, stoelgang en tranen - levertoxiciteit - gastro-intestinale problemen - huiduitslag - ernstige overgevoeligheidsreacties
73
Wat is hepatotoxiciteit?
schadelijk effect van het geneesmiddel op de lever met leverinsufficiëntie tot gevolg
74
Welke groepen van patiënten verdienen extra voorzichtigheid bij toedienen van rifadine?
- leverinsufficiëntie  - zwangeren en borstvoeding 
75
Wat zijn de bijwerkingen van Isoniazide?
- levertoxiciteit - huiduitslag - perifere neuropathie - verminderd metabolisme van anticonvulsiva - epilepsie bij overdosering
76
Wat is perifere neuropathie?
= beschadiging en bijgevolg verlies van functie van de perifere zenuwen
77
Wat zijn anticonvulsiva?
middel om stuiptrekkingen te stoppen
78
Wat is epilepsie?
aandoening waarbij er een plotse ongecontroleerde ontlading ontstaat van de hersencellen in 1 hersenhelft (partiële epilepsie) of in beide hersenhelften (gegeneraliseerde). Bij een vorm van een gegeneraliseerde aanval zal de pt het bewustzijn verliezen, vallen en stuiptrekkingen (convulsies) vertonen. Een epilepsieaanval duurt niet langer dan 5 minuten
79
Bij welke groepen van mensen dient men voorzichtig te zijn bij het toedienen van Isoniazide?
- leverinsufficiëntie  - bij tegelijkertijd innemen alcohol  - bij G6PD-deficiëntie. (wegens beperkt risico van hemolytische anemie)  - G6PD =  erfelijke ziekte, waarbij een enzym niet goed werkt in het lichaam
80
Wat is een longembool?
Een bloedvat in de longen raakt verstopt door een bloedklonter (trombus)
81
Wat zijn de symptomen van een longembool?
- benauwdheid  - pijn op borst, al dan niet vastzittend aan de ademhaling  - hoesten, eventueel met bloed  - versnelde ademhaling  - verhoogde hartslag, welke ook verminderd voelbaar kan zijn.  - zweten.  - licht gevoel in hoofd / duizeligheid
82
Wat is een DOAC?
Direct werkende orale anticoagulantia 
83
Wat zijn voorbeelden van DOAC's?
- Eliquis®  - Pradaxa® - Lixiana® - Xarelto®
84
Tot welke groep behoort LMWH?
- Parenterale anticoagulantia  - LMWH = heparines met laag moleculair gewicht
85
Welke groepen van β2-sympaticomimetica (β-Agonisten) zijn er?
- Kortwerkende = SABA (short acting beta2- agonist) - Langwerkende = LABA (long acting beta2- agonist)
86
Wat is de werking van SABA?
Bronchodilatatie door een direct relaxerend effect op de gladde spiercellen van de luchtwegen, Maar ook op protectie tegen allerlei prikkels,
87
Wat zijn de indecaties voor SABA?
- Symptomatische behandeling van astma en COPD - Preventie en behandeling van inspanningsastma - Preventie van symptomen ten gevolge van blootstelling aan allergenen
88
Wat zijn voorbeelden van SABA?
- Salbutamol (Ventolin®) => Werkingsduur: 4- 6 uur (SABA)
89
Wat is de werking van LABA?
Dit door stimulatie van de β2- receptoren
90
Wat zijn de indicaties voor LABA?
- Onderhoudsbehandeling van astma (in combinatie met ICS) en van COPD volgens een vast schema. - Formoterol (+ ICS): ook rescue medicatie bij astma - Indacaterol: enkel onderhoudsbehandeling van COPD
91
Wat zijn voorbeelden van LABA?
- Formoterol (Foradil ®) - Indacaterol (Onbrez®) - Salmeterol (Serevent®) => Werkingsduur: 12 uur (LABA)
92
Welke groepen van anticholinergica zijn er?
= (Muscarinereceptor-Antagonist) - Kortwerkende = SAMA’s (short acting muscarinic antagonist) - Langwerkende = LAMA’s (long-acting muscarinic antagonist)
93
Wat is de werking van SAMA?
Bronchodilatatie door een direct relaxerend effect op de gladde spiercellen van de luchtwegen Bescherming tegen allerlei prikkels, door blokkeren van de muscarinereceptoren
94
Wat zijn de indicaties voor SAMA's?
Symptomatische behandeling van astma en COPD
95
Wat zijn voorbeelden van SAMA's?
- Ipratropium (Atrovent®) => Werkingsduur: 3-6 uur (SAMA)
96
Wat zijn de indicaties voor LAMA's?
Onderhoudsbehandeling van COPD. Tiotropium in oplossing voor inhalatie: ook onderhoudsbehandeling van ernstig astma (in combinatie met een ICS + LABA)
97
Wat zijn voorbeelden van LAMA's?
- tiotropium (Spiriva®) => Werkingsduur: 24 uur (LAMA)
98
Wat is een voorbeeld van Combinatiepreparaten (β2- sympaticomimetica + Anticholinergica)?
- Duovent® Combivent®
99
Wat is de werking van inhalatie corticosteroïden?
Anti -inflammatoire werking Onderdrukken ontstekingsreactie - Zwelling neemt af - Overdreven reactie van het immuunsysteem op externe prikkels wordt onderdrukt
100
Wat zijn de indicaties van Inhalatie corticosteroïden (ICS)?
- Onderhoudstherapie bij astma - Bij acute exacerbatie van COPD - Onderhoudstherapie bij zware COPD
101
Wat zijn voorbeelden van Inhalatie corticosteroïden (ICS)
- Fluticason (Flixotide®) - Budesonide (Budesonide®, Pulmicort®) - Beclomethason (Qvar®)
102
Wat is de werking van Combinatie ICS en β2- sympaticomimetica?
Ontstekingsremmenden bronchodillaterend
103
Wat zijn voorbeelden van Combinatie ICS en β2- sympaticomimetica?
- Seretide® - Symbicort® - Inuvair® - Trimbow®
104
Wat is de werking van Theofyllinepreparaten?
Direct relaxerend effect op degladde spiercellen van de luchtwegen en heeft een ontstekingsremmend effect
105
Wat zijn de indicaties voor Theofyllinepreparaten?
- Nauwe therapeutische breedte! Slechts uitzonderlijk gebruikt, als andere niet werken. - Hartritmestoornissen en convulsies als toxisch niveau is bereikt.
106
Wat zijn voorbeelden van Theofyllinepreparaten?
- Theolair® - Euphilline®
107
Wat is de werking van mucolytica?
Maken slijmen vloeibaar
108
Wat zijn voorbeelden van mucolytica?
- acetycysteïne (Lysomucil®) - broomhexine (Bisolvon®)