Herhaling vorige modules Flashcards

(49 cards)

1
Q

Wat is een geneesmiddel?

A

preparaat van synthetische, plantaardige of dierlijke oorsprong, dat toegediend wordt om een aandoening te verzachten, te genezen of te voorkomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe kan je medicatie indelen?

A
  • naargelang de doelstelling
  • naargelang het voorkomen in de apotheek
  • naargelang de vorm
  • naargelang de toedieningswijze
  • volgens het Repertorium
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe kan je medicatie indelen naar gelang doelstelling?

A

o causale therapie;
o symptomatische therapie;
o substitutietherapie;

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe kan je medicatie indelen naar gelang voorkomen in de apotheek?

A

o magistrale bereidingen;
o officinale bereidingen;
o specialiteiten;
o generische geneesmiddelen;
o toxische geneesmiddelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe kan je medicatie indelen naar gelang vorm?

A

o poeder, capsule, tablet, dranken, druppels, infuusvloeistof, injectievloeistof, zalf,
crème, pleisters, zetpil, klysma, ovule

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe kan je medicatie indelen naar gelang toedieningswijze?

A

o lokale toediening;
o systemische toediening: enteraal (via maagdarmstelsel) of parenteraal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is farmacokinetiek?

A

beschrijft de weg die het geneesmiddel in het lichaam aflegt en de processen die een geneesmiddel in het lichaam ondergaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

In welke processen kan men farmacokinetiek indelen?

A
  • Absorbtie: de opname van het bestanddeel;
  • Distributie: verdeling in het lichaam;
  • Metabolisme: de omzetting door het lichaam;
  • Excretie: de uitscheiding van het bestanddeel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is absorptie?

A

het proces waarbij een stof vanuit de toedieningsplaats in de bloedbaan terecht komt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waardoor wordt absorptie beïnvloed?

A
  • de toedieningsplaats en toedieningsvorm:
    o lokale toediening;
    o enterale toediening;
    o parenterale toediening;
  • de opnamecapaciteit van de betrokken lichaamsdelen;
  • andere factoren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is distributie?

A

proces waarbij geneesmiddel via bloed verspreid wordt naar verschillende lichaamsweefsels (vet-, spier- en hersenweefsel).
-> Om werkzaam te zijn, moet
geneesmiddel de plaats van werking kunnen bereiken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waardoor wordt de distributie beïnvloed?

A
  • het gewicht van de zorgvrager;
  • de leeftijd van de zorgvrager
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is metabolisme?

A

Metabolisme (= biotransformatie!!!) is een proces dat ervoor zorgt dat het actieve bestanddeel uit het geneesmiddel gemakkelijker kan opgenomen worde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke organen zijn betrokken bij de metabolisatie?

A

bijdrage wordt geleverd door de lever, maar ook de nieren, longen en andere organen en weefsels kunnen een rol spelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het first-pass-effect?

A
  • lever metaboliseert bepaalde geneesmiddelen (enteraal) bijna volledig na de eerste passage
  • effect bepaalt hoeveel van de actieve stof na omzetting in metabolieten en uiteindelijk in de bloedsomloop terecht komt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de biologische beschikbaarheid?

A

De hoeveelheid actieve stof na omzetting (door de lever) van het geneesmiddel vrij komt in het bloed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat zijn pro-drugs?

A
  • worden in een onwerkzame vorm toegediend.
  • De werkzame stof wordt op het moment van metabolisme gevormd: hun metabolieten zijn dan werkzaam en bereiken de gewenste therapeutische effecten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Waardoor wordt de metabolisering beïnvloed?

A

leeftijd van de zorgvrager en genetische factoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is excretie?

A

proces waarbij een al dan niet chemisch gemetaboliseerd geneesmiddel uit het lichaam wordt verwijderd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Welke factoren hebben invloed op de excretie?

A
  • mate waarin geneesmiddel wateroplosbaar is of niet;
  • zuurtegraad van de urine
  • doorbloeding en toestand nieren
21
Q

Wat is er belangrijk om voldoende effect van het geneesmiddel te hebben?

A
  • Het moet lang genoeg in het bloed aanwezig zijn
  • het mag niet langer dan nodig in het bloed aanwezig zijn
22
Q

Waardoor kan het beloop van de concentratie actieve stof in het lichaam beïnvloed worden?

A

door toegediende dosis en de doseringsfrequentie aan te passen

23
Q

Waarmee moet men rekening houden bij het vaststellen van dosis en doseringsfrequentie bij een zv?

A
  • de therapeutische breedte van een geneesmiddel
  • de eliminatiesnelheid van het geneesmiddel
24
Q

Wat is de therapeutische breedte van een geneesmiddel?

A

o hoeveelheid geneesmiddel dat moet worden toegediend om effect te bereiken, zonder dat het toxisch wordt;
o verschil tussen MEC en MTC;

25
Wat bedoeld men met de eliminatiesnelheid van het geneesmiddel?
o snelheid waarmee geneesmiddel lichaam verlaat o berekenen: principe ‘halfwaardetijd’, dit is de tijdsduur waarin de concentratie van een geneesmiddel halveert.
26
Wat is farmacodynamiek?
beschrijft de wijze waarop een geneesmiddel een effect heeft op het lichaam
27
Hoe kan farmacodynamiek onderverdeeld worden?
* Werking van het geneesmiddel * de effecten die het geneesmiddel teweegbrengt
28
Wat bekijkt men bij de farmakodynamiek op vlak van werking van het geneesmiddel?
o waar grijpt het aan, hoe ontstaan de effecten …; o sleutel-slot-theorie en de bloed-hersenbarrière;
29
Wat bekijkt men bij de farmakodynamiek op vlak van de effecten die het geneesmiddel teweegbrengt?
o de therapeutische effecten: ▪ gewenste fysiologische effecten; ▪ soorten: symptoombestrijding, causale, aanvullende, profylactische, diagnostische, placebo effecten o de bijwerkingen: ▪ ongewenste fysiologische effecten; ▪ verschillende oorzaken: o individueel bepaalde oorzaken; o oorzaken gelegen bij het middel; o oorzaken in omstandigheden; o oorzaken door interacties
30
Wat zijn de aandachtspunten bij het klaarzetten van medicatie?
* het geneesmiddel blijft in blister * voorzie elk geneesmiddel van klever met naam van zv en dosis * controleer vervaldatum van geneesmiddel
31
Wat zijn de aandachtspunten bij het toedienen van medicatie?
* check de 5 J’s * raadpleeg de medicatie in het verpleegdossier; * dien de medicatie stap voor stap toe
32
Wat zijn de 5J's?
o Juiste patiënt o Juiste geneesmiddel o Juiste dosis o Juiste toedieningsweg o Juiste toedieningsmoment
33
Hoe dien je medicatie stap voor stap toe?
o haal het geneesmiddel uit de verpakking; o controleer de inname van het geneesmiddel, ook bij zelfstandige zorgvragers; o per os: breng de medicatie met een lepel in de mond
34
In welke situaties moet er specifieke aandacht gegeven worden bij het toedienen van medicatie?
* medicatie toedienen bij zorgvragers met slikproblemen; * medicatie combineren met sondevoeding; * transdermale toediening
35
Wat zijn de meest voorkomende medicatiefouten bij het toedienen van medicatie?
* toedienen van geneesmiddelen die niet voorgeschreven werden door een arts; * toedienen van geneesmiddelen aan verkeerde zv; * toedienen van verkeerde dosis
36
Welke gevolgen kunnen medicatiefouten hebben voor de zv?
- directe gevolgen: schade, letsels, overlijden … - indirecte gevolgen: psychologische gevolgen voor de zorgverlener en kosten die verbonden zijn aan medicatiefout
37
Hoe kan je HRM (hoog risico medicatie) definiëren?
"Geneesmiddelen met een verhoogd risico op schade aan de patiënt. De gevolgen van deze schade kunnen ernstiger zijn dan met andere geneesmiddelen
38
Welke middelen moeten er volgens het ‘Institute for Safe Medication Practice’ op de lijst staan met HRM?
* geconcentreerde elektrolyten; * neuromusculaire blocking agents; * alle opioïden (niet enkel analgesie); * anticoagulantia; * insuline; * epidurale/intrathecale medicatie; * cytostatica
39
Welke medicatie staat op de HRM-lijst binnen de thuisverplegig?
- digoxine - antiaritmica - methotrexaat - hypnotica/sedativa - immunosuppressiva - insuline - antipsychotica - fenytoïne - antiaggregantia - chemotherapeutische middelen (excl. hormonale middelen) - antipsychotica - orale hypoglykemiërende middelen - carbamazepine - opioïden - lithium
40
Op welke manieren kunnen instellingen gericht een beleid op stellen in het kader van HRM?
- Standaardiseren van procedures - Centraliseren van HRM - Integratie - Opleiden van zorgverleners - Onafhankelijke dubbele controles - Andere stappen
41
Hoe kan men procedures standariseren?
Procedures aanpassen zodat correcte richtlijnen voor juiste dosering en adequate monitoring duidelijk zijn.
42
Wat is een mogelijke procedure voor warfarine en heparine?
* klinisch onderbouwde en eenvormige zorgprocessen of producten om variatie en complexiteit zoveel mogelijk te beperken * omstandigheden bekomen die gevaar voorkomen * parameters om zo snel mogelijk medicatie om te zetten van IV naar PO * regelmatig medicatieniveau en dosisafhankelijke labowaarden controleren (bv. INR) * niveau van sedatie, vitale functies, capnografie bij bepaalde medicatie monitoren (bv. opioïden)
43
Hoe kan men HRM centraliseren?
Bij HRM moet een beperkt aantal personen betrokken zijn (bv. apotheker, vpk, …). Daarnaast moet men de stappen in het proces verminderen
44
Hoe kan men HRM centraliseren bv bij pijnmedicatie, anticoagulantia en insulines?
* bereidingen door de apotheek laten maken; * het hanteren van kant-en-klare producten in plaats van zelf te bereiden; * elektronisch voorschrift; * grafieken en tabellen gebruiken in plaats van handmatig berekenen van inloopsnelheden * toegang tot incident-gevoelige producten beperken (bv. verdovingskast); * beperkte voorraden op de afdeling bewaren
45
Hoe kan men aan integratie doen bij HRM?
Men moet reminders en informatie over gepaste controleparameters integreren. Daarnaast moet men elementen in de omgeving, de taken of organisatie aanpassen die medicatieveiligheid bevorderen
46
Hoe kan men bv aan integratie doen bij warfarine, chemo, ...?
* labelen van medicatie (bv. enkel IV); * checklist of takenlijst bij opeenvolgende complexe stappen; * alarmsystemen (geluid/bewaking); * bijkomende etikettering bv. enkel epiduraal toedienen; * afleiding beperken (bv. fluo hesje); * opleiding over nieuwe medicatie of vaardigheidstraining; * zorgen voor realistische werkbelasting en vermoeidheid beperken; * meld- en leercultuur
47
Hoe kan men op zoek gaan naar actieve manieren om zorgverleners noodzakelijke info te geven bij het uitvoeren van handelingen met HRM?
* slimme infuuspompen die controles van doses afdwingen bij invoeren van inloopsnelheden * software die zorgverlener waarschuwt bij kritieke informatie, laboresultaten die aanpassing in dosis afdwingen * apotheker die steeds beschikbaar is * elektronisch voorschrijfsysteem met alarmsignalisatie bij onveilige orders * differentiëren van labels: look-a-like en sound-a-like (LASA); * belangrijke informatie op etiket vermelden, zoals epidurale toediening; * zorgverleners risico's leren identificeren en beheren (redeneren volgens Carpenito); * zorgverleners coachen in onderscheiden van risico's /gevaren en gesteld gedrag; * zelf-briefing bij gevaarlijke handelingen (vb: checklist) * team-buddies * specifieke vorming om medicatie te hanteren
48
Hoe kan men aan onafhankelijke dubbele controles doen?
* geautomatiseerde controlesystemen met computer; * time-out procedure alvorens toediening; * dubbele controle handmatig met collega, patiënt, familie, mantelzorger ...; * scannen van medicatie en identificatie van de patiënt; * berekening dubbel controleren met collega
49
Welke extra stappen kunnen genomen worden bij HRM?
* patiënteneducatie met betrekking tot nevenwerkingen, symptomen, in welke gevallen men moet terugkomen …; * onmiddellijk beschikbaar stellen van antidota; * ontwikkelen van noodprocedures