Ademhaling Flashcards
(36 cards)
Cellulaire / interne ademhaling
Proces waarbij O2 verbruikt wordt en CO2 geproduceerd
Externe ademhaling
Opname van O2 en afgave van CO2
Wet van Fick
S = (D * A * p) / d
D= diffusieconstante
A= oppervlakte
P= drukverschil
D= afstand
Gasuitwisseling Unicellulaire organisme
Rechtstreekse diffusie moet extern milieu
Cilia om waterstroom te verzekeren
Verhoogd drukverschil
Gasuitwisseling multicellulaire organisme
Aangepast systeem voor gasuitwisseling
Verhoogd oppervlakte & verminderde diffusie-afstand
Kieuwen
Gespecialiseerde weefselextensies
Staan in onmiddellijk contact met het water
Kenmerken kieuwademhaling
- Groot oppervlak
- Dunne wand
- Extern of intern
Externe kieuwen
Niet bedekt
Constante beweging nodig om contact met O2 rijk water te krijgen
Gemakkelijk beschadigd
Interne kieuwen
Tussen orale holte & operculaire / kieuw holte
Holtes functioneren als pomp
Water in mond»_space; over de kieuwen»_space; en terug de vis uit door openen van operculum
Opbouw van de kieuwbogen
2 rijen kieuwfilamenten bestaand uit lamellen
Tegenstroomuitwisseling
Het bloed en het water in de lamellen stroomt in tegengestelde richting
Voorwaarde huidademhaling
Dunne vochtige huid
Ademhaling via tracheeen
Aanwezigheid van trachea die vertakken in kleine tracheale
Aanwezigheid van spiracula die geopend en gesloten wordt door kleppen
Longademhaling amfibieën
Positieve druk ademhaling
Positieve druk ademhaling
Lucht wordt in de longen gebracht door het creëren van positieve druk in de mondholte
Negatieve druk ademhaling
Creëren van negatieve druk in de longen door expansie van de ribbenkast
Lucht wordt als het ware in de longen gezogen
Alveoli
Longblaasjes
Vergroten oppervlakte
Zijn slechts 1 cel laag dik en staan in direct contact met bloedcappilairen
Afgelegde weg longademhaling zoogdieren
- Ingeademde lucht passeerde de farynx en larynx
- Lucht gaat door de trachea/ luchtpijp
- Splits zich in twee takken»_space; hoofdbronchi
- Ichtegem loopt verder naar de vertakkingen»_space; bronchi & bronchiolen
- Lucht komt in de alveoli
Farynx-larynx-trachea-hoofdbronchi-bronchi-bronchiolen-alveoli
2 cycli van vogel ademhaling
- Ingeademde lucht wordt in achterste luchtzakken gezogen & verder geduwd over parabronchi
- Lucht wordt vanuit parabronchi in longen naar voorste luchtzakken gezogen en uitgeademd via trachea
Visceraal pleuraal membraan
Bedenkt de binnenkant van de longen
Parietaal pleuraal membraan
Bedekt de binnenkant van de thoracale holte
Pleurale holte
Ruimte tussen membrane
Buitenste intercostale/ tussenribspier
Vergroot de ribbenkast
Vergroot thoracaal volume door contractie
Diafragma
Vergroot volume van de thorax & longen