Diversiteit & Evolutie Van Bouwplan Flashcards

(51 cards)

1
Q

Dieren kenmerken (6)

A
  1. Meercellig
  2. Heterotroof
  3. Flexibel membraan
  4. Actieve voortbeweging
  5. Seksuele voortplanting
  6. Blastulastadium tijdens ontwikkeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Herbivoren

A

Eten autotrofen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Carnivoren

A

Eten andere heterotrofen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Detrivoren

A

Eten decomposerende dode organisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

5 basiskenmerken dierlijke evolutie

A
  1. Weefsels
  2. Symmetrie
  3. Lichaamsholte
  4. Ontwikkeling
  5. Segmentatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Parazoa (sponzen)

A

Geen gedefinieerde weefsels & organen
Celaggregaten
Geen symmetrie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Eumetazoa (alle andere dieren)

A

Gescheide weefsels
Irreversiebele differentiatie van vele celtypes
Symmetrie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Radiale symmetrie

A

Lichaamsdelen rond een centrale as

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Bilaterale symmetrie

A

Spiegeling van linker en rechter helft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Cephalisatie

A

Evolutie van een specifieke hersenregio

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Ectoderm

A

Buitenste kiemlaag
Vorming zenuwstelsel en huid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Mesoderm

A

Middelste laag
Vorming spieren & skelet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Endoderm

A

Binnenste laag
Vorming spijsverteringsstelsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Lichaamsholte

A

Ruimte omgeven door mesoderm, vorming tijdens de ontwikkeling
Ondersteuning van weefsels
Verdeling materialen over het lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Acoelomata

A

Geen Lichaamsholte
Ruimte tussen meso en endoderm gevuld met cellen & organisch materiaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Pseudocoelomata

A

Bevatten psoedocoel tussen meso en endoderm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Coelomata

A

Bevatten een coeloom
» vloeistof/gas bevattende Lichaamsholte omgeven door mesoderm (aan alle kanten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Open circulair systeem

A

Bloed stroomt via vaten in sinussen
Bloed vermengt met lichaamsvloeistoffen
Bloed komt op andere plaats terug in de vaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Gesloten circulair systeem

A

Bloed beweegt voortdurend doorheen vaten
Bloed fysisch gescheiden van lichaamsvocht
Sneller en efficiënter transport

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Blastula

A

Vorming holle bal van cellen door motorische celdelingen van het ei

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Blastoporus

A

Opening naar de buitenwereld

22
Q

Archenteron

A

Primitieve darm

23
Q

Protostomia (oermondigen)

A
  1. Mond ontwikkeld uit blastoporus
  2. Anus ontwikkeld later uit blastoporus of ander lichaamsdeel
24
Q

Deuterostomia (nieuwmondigen)

A
  1. Anus ontwikkeld vanuit blastoporus
  2. Mond ontwikkeld uit ander deel van embryo
25
Klievingspatroon protostomia
Spirale klieving
26
Klievingspatroon deuterostomia
Radiale klieving
27
Ontwikkelingsbestemming protostomia
Vanaf eerste deling licht de plaatsing van de dochtercellen vast
28
Ontwikkelingsbestemming deuterostomia
Eerste celdeling levert identieke dochtercellen Bestemming is niet bepaald en kunnen alle uitgroeien tot een individu
29
Organisatie coeloom protostomia
Ontwikkeld eenvoudig vanuit mesoderm
30
Organisatie coeloom
Ontwikkelt direct uit archenteron door invaginatie
31
Voordelen segmentatie
Redundante orgaansystemen kunnen ontstaan Meer efficiënte en flexibele bewegingen
32
Parazoa
Geen symmetrie Geen weefsels
33
Eumetazoa
Symmetrie & weefsels
34
Di(plo)blasten
Twee kiemlagen
35
Tri(plo)blasten
Drie kiemlagen
36
Spiralia
Groeien continu door toename lichaamsomvang
37
Lophotrochozoa
Vooral coelomata
38
Platyzoa
Vooral acoelomata
39
Ecdyzoa
Groeien stapsgewijs door vervelling
40
Nematoda
Rondwormen
41
Arthropoda
Insecta, crustacea
42
Totipotent
Iedere cel kan differentiëren tot elke mogelijke celvorm
43
Lichaamsbouw sponzen (7)
1. Verschillende Celtypes geen weefsels 2. Totipotent 3. Geen lichaamssymmetrie 4. Adult: sessiel 5. Larven: vrijzwemmend 6. Osculum 7. Lichaamswand
44
Osculum
Holle zak met uitstroomopening
45
Opbouw lichaamswand sponzen
1. Poriën of ostia 2. Choanocytes (binnenste rij) 3. Epitheliale wand (buitenste rij) 4. Tussenin mesohyl 5. Spicula voor extra stevigheid 6. Spongine vezels
46
Lichaamsfuncties sponzen
1. Watercirculatie via ostia & osculum 2. Filtervoeders of intracellulaire vertering 3. Diffusie (ademhaling) 4. Geen zenuwstelsel 5. Aseksuele voortplanting: knolvormig & fragmentatie 6. Seksuele voortplanting 7. Reaggregatie van cellen mogelijk
47
Hermafrodiet
Zowel mannelijke als vrouwelijke kenmerken
48
Neteldieren lichaamsopbouw
1. Radiale symmetrie 2. Enkel een mond 3. 2 kiemlagen >> epidermis & gastrodermis 4. Geen organen
49
Poliep
Solitair of koloniaal Lichaamsopening is mond en anus Bevat tentakels
50
Medusa
Solitair Schijf of paraplu vormig Tentakels rond de mond
51
Neteldieren functies
1. Voeding extra en intracellulaire vertering 2. Ademhaling via diffusie 3. Netwerk van zenuwcellen 4. Voortplanting met generatiewisseling