Ontwikkeling Flashcards

(38 cards)

1
Q

Bevruchting (principe)

A

Het versmelten van de mannelijke en vrouwelijke haploide gameten ter vorming van een diploid zygote

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

3 gebreurtenissen bevruchting

A

1 sperma penetratie & membraanfusie
2. Eicel-activatie
3. Versmelting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Polyspermie

A

Bevruchting van de eicel door meerdere zaadcellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Bevruchting in stappen

A
  1. Sperma penetreert eicel tussen granulosa cellen
  2. Zona pellucida (eicel) doorboort door enzymes
  3. Fusie van zaadcel & plasma membraan eicel
  4. Dissociatie van zaadcel kern & binnen gaan cytoplasma van eicel
  5. Verharding zona pellucida om polyspermie te voorkomen
  6. Zaadcel & eicel zijn samen binnen nucleaire enveloppe
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Acrosoomreactie

A

Weg vormen doorheen celmembraan van de eicel door enzymes in het acrosoom van de zaadcel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Eicel activatie

A

Vrijzetting van calcium en verandering van de eicel
Verharding zona pellucida & verwijdering sperma receptormoleculen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

3 effecten sperma penetratie

A
  1. Ver volledig en van meioses II door eicel
  2. Herstructurering van cytoplasma
  3. Sterke stijging in proteine synthese & metabolische activiteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Klievingsdelingen

A

Vorming van morula & blastomeer
Cellen delen zonder dat de totale grootte veranderd
Elke individuele cel is dus kleiner dat de eerste cel
Vorming animale & vegetatieve pool

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Blastula

A

Een holle bal van cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Blastocoel

A

Met vloeistof gevulde holte binnen de blastula

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Holoblastisch

A

Weinig dooier
» volledige zygote ondergaat deling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Meroblastisch

A

Veel dooier
» enkel een deel van de zygote deelt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Blastocyst

A

Dat wat gevormd wordt door de klievingsdelingen bij zoogdieren
Bestaand uit trofoblast, blastocoel & binnenste celmassa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Trofoblast

A

Buitenste cel laag
Vorming van placenta

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Binnenste celmassa (ICM)

A

Vorming & ontwikkeling embryo
Gelokaliseerd aan 1 pool

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Gastrulatie

A

Proces van complexe celvorm veranderingen & celbewegingen in de blastula

17
Q

3 primaire kiembladen

A
  1. Ectoderm
  2. Mesoderm
  3. Endoderm
18
Q

Ectoderm

A

Vorming epidermis & zenuwstelsel

19
Q

Mesoderm

A

Tussen extoderm & endoderm
Vorming deel van de organen en weefsels

20
Q

Endoderm

A

Vorming primitieve darm & afgeleiden

21
Q

Stappen van gastrulatie

A
  1. Instulping vegetatieve pool doordat animale pool sneller deelt
  2. Vorming blastoporus door verkleining blastocoel
  3. Vorming archenteron
  4. Vorming ectoderm, mesoderm, endoderm
22
Q

Archenteron

A

Holte binnenin

23
Q

Amnion

A

Met vloeistof gevuld membraan

24
Q

Allantois

A

Zorgt voor urine opslag
Draagt bij tot bloedvaten van navelstreng

25
Chorioallantois
Gasuitwisseling Chorion + allantois
26
Organogenese
Ontwikkelen en plaatsing van de organen
27
Cell fate
Cellokalisatie in embryo bepaalde de bestemming
28
Chorda dorsalis (notochord)
Mesodermaal Vorming lichaamsas & wervelkolom Geeft steun en vormt aanhechtingsplaats voor spieren Zorgt voor vorming neurale buis
29
Inductie
Vorming neurale buis
30
Neurale buis
Ectodermaal Vormt CZS
31
Neurulatie
1. Vorming neurale plaat 2. Vorming neurale buis door samen plooing van de neurale plaat 3. Uiteindelijke vorming hersenen & ruggenmerg
32
Somitogenese
1. Afsplitsen ronde regios langs beide uiteinde van het mesoderm 2. Somitomeren segmenteren tot somieten 3. Vormen anterieure & posterieure golf door somieten 4. Somieten differentieren in skelet en spierweefsel
33
Somitomeren
Afgesplitste ronde regio’s mesoderm langs beide kanten van de notochord
34
Ventral crest cells
Koloniseren van vele regio’s waar ze differentieren
35
Lateral crest cellen
Differentieren tot melanocyten
36
ooplasma
Sterk gestructureerde cytoplasma cellen
37
Embryonale inductie
Interactie tussen de verschillende cellen in een embryo
38
Tumoren
Gestooorde celdeling Veroorzaakt door carcinogenen of virussen Activatie proto-oncogenen of inactivatie suppressorgenen