Algemeen orthopedie Flashcards
(27 cards)
oorzaken van orthopedische aandoeningen
- traumatologie
- degeneratieve aandoeningen
- inflammatoire & metabole afwijkingen = reumatologie
- bottumoren
- botinfectie = osteomyelitis
functie van bot
- biologische functie
- calcuim metabolisme
- hematopoïese - beweging
- morfologische kenmerken = congruentie
- mechanische eigenschappen = sterkte
- overdracht van kracht spieren
–> krachtenkoppel: moment = kracht x afstand
macroscopische structuur van bot
- componenten
- periost = beenvlies
- bot
- beenmerg - vorm indeling
- kort
- plat
- lang - lange beenderen indeling
- diafyse = schacht
- epifyse = uiteindes
- metafyse = regio net centraal van groeischijven
microscopische structuur van bot
- algemeen
- cortex & botkanaal hebben zelfde samenstelling
- andere microscopische structuur - buitenrand
- cortex = compacta
- veel bot balkjes
- 10% porositeit - botkanaal
- trabeculair = cancelleus bot
- minder bot balkjes maar meer bloedvaten & bloedcellen
- 50-90% porositeit
structuur x functie van bot
- diafyse
- dik & dens
- weerstand tegen torsi & plooien - epifyse & metafyse
- breder met dunne cortex
- vervorming & demping toelaten - verandering in structuur
- wet van wolf = form follows function
- mechanotransductie = richting & grootte van krachten bepalen structuur
indeling van fracturen volgens kracht
- hoog inwerkende kracht
- klassiek breuk verhaal
- vaak traumatisch - laag inwerkende kracht = stressfractuur
- vaak gemist door atypisch berukverhaal
- te kleine kracht voor breuk + te hoge frequentie voor process van remoddelering
- sluimerend verloop
stressfracturen
- oorzaken van stressfracturen
- plotse activiteitstoename
- overgewicht
- biomechanische afwijkingen - predilectieplaatsen
- femurhals
- proximale tibia
- metatarsaal = marsfractuur van metatarsaal bij plots heel veel & lang wandelen
indeling van fracturen volgens structuur
- groenhout fractuur
- 1 zijde van bot gebroken, andere kant gebogen
- bij kinderen = sterk beenvlies van periost
- wordt dunner bij volwassen worden
- vaak sterkte hoekstand
- te corrigeren bij manipulatie - fissuur
- gedeeltelijke onderbreking van continuiteit
- vb: enkel mediale/laterale cortex
- geen verplaatsing van fragmenten
- goed contact tussen breukvlakken - impactiefractuur
- in metafyse regio = impact van trabeculair bot
- berperkte verplaatins
- meestal femurhals - andere
- volledige fractuur
- multiframentaire fractuur
indeling van fracturen volgens relatie met omliggende weefsels
- gelsoten fractuur
- inacte huid
- geen verbinding met buitenwereld - open fractuur
- verbinding met buitenwereld
- van binnen naar buiten of omgekeerd vb: schotwonde - pathologische fractuur
- fractuur die normaal niet zou optreden = bij typische belastingen
- val van normale hoogte
- door osteoporose of botkanker - verwikkelde fractuur
openfractuur
- Gustilo classificatie
- graad 1 < 1cm
- graad 2 = 1-10cm
- graad 3 > 10cm - therapie
- a = primair sluiten door te naaien
- b = niet te sluiten door huid die afwezig is = transplantatie vanuit rug
- c = vasculaire verwikkeling
- d = geen bloedvaten = geen regeneratie = amputatie
verwikkelde fractuur
- bloedvaten
- supracondylaire humerusfractuur = a. brachialis
- fracturen & luxaties rond knie = a. poplitea - zenuwen
- humerusractuur = n. radialis
- fracturen rond knie = n. peroneus communis met dropvoet
–> vooral aan fibula kop - inwendige organen
- longen
- ruggenmerg
- blaas & urethra
indeling van fracturen volgens morfologie
- extra-articulair
- bot zal altijd met bot regenereren
- spieren, pezen & kapsel = littekenweefsel
- altijd volledige functie herwinst - intra-articulair
- kraakbeen herstelt zicht met fibrocartilago
- kans op post-traumatische artrose - types
- directe impact = dwarse breuk
- torsie trauma = schuin & spiraal
- comminutie = pathologische + hoog energetische breuk
–> vaak nood aan CT voor 3D structuur in kaart te brengen
anamnese van fracturen
- 10% van fracturen is na 10 dagen nog geen diagnose gesteld
- anamnese = type fractuur
- sport activiteit
- openbare weg
- thuis
- agressie = ulna met MC5
- verhaal zal type fractuur verklaren, maar werkt ook omgekeerd
symptomen van breuk
- pijn
- drukpijn bij oppervlakkig gelegen bot
- ulna & radius
- tibia & fibula
- metatarsaal & -carpaal - andere
- abnormale stand & beweegelijkheid
- crepitatie
- funcio leasie
- zwelling
- ecchymose = bloedvlekken
fractuur heling
- hematoom
- bot gebroken
- periost gescheurd
- merg vernield
- weke delen gekneusd (minstens)
- bloedvaten gescheurd - fases van herstel
- inflammatie fase
- zachte callus = granulatie weefsel
- harde callus = echte botvorming
- remoddelering
inflamatie
- algemeen
- dag 0-7
- hematoom
- bot & periost necrose
- osteoclasten verwijderen dood bot - cytokine release
- vasodilatatie & hyperemie
- polymorphonucleairen - granulatie weefsel
- proteoglycanengel
- collageen type 1, 2 & 3
- door pluripotente mesenchymale cellen
zachte callus
algemeen
- week 2-4
- verhindering van mechanisme door rigide fixatie
- stimulatie van mechanisme door lichte beweging
- pijn & zwelling neemt af
- granulatie weefsel -> kraakbeen
- progenitor cellen endosteun & periosteun worden osteoblasten
- vorming van kraag op elk fragment
- kragen groeien naar elkaar toe
- einde zachte callus
- voldoende stabiliteit voor verkorting te voorkomen
- angulaire afwijkingen kunnen optreden
harde callus
- harde callus
- progressieve calcificatie van matrix = omzetting naar woven bone
- conversie start in perifirie - remoddeling
- start na solide structuur
- woven bone wordt vervangen door botlammelen in functionele richtingen
- eindstadium = originele morfologie van cortex & medullair kanaal
pro & con van botheling
factoren die botheling versnellen/vertragen
- pro’s
- onverstoord hematoom
- microbeweging
- belasting - con’s
- drainage hematoom
- rigide fixatie
- infectie
- devasculairsatie
- nicotine
algemeen therapie fractuur
- acute fase = zwelling
- toelaten maar ook beperken
- open gips = mogelijkheid van acuut compariment sydroom
- rust & hoogstand
- ijs
- NSAID - reductie van verplaatste fracturen
- manipulaties onder nacrose
- tractie
- open chirurgisch - fracuut van lange beenderen
- risico op rotatie & niet paralelle as
- semi-rigide fixatie nodig
materialen voor fixaties van fracturen
- niet-rigide
- gips
- tractie - semi-rigide
- intramedullaire nagel
- externe fixatie = kooi - rigide
- plaat & schoef chirurgisch
- osteosynthese
tractie
- uitvoering
- via kleefpleisters op huid
- via pinnen door bot - voordelen
- geen risico op infectie van fractuur zone
- kan bijna altijd in acute situatie gebeuren
–> in afwachting van verdere behandeling - nadelen
- langdurige bedlederigheid = 6w
–> kan bij ouderen grote gevolgen hebben = volledige atrofie
- vaak minder controle van uiteindelijke stand
fixatie
- externe fixatie = kooi
- pinnen in bot
- boven & onder fracuur
- indicatie = open & communitieve fracturen - interne fixatie met plaat & schroef
- fractuur open benaderd
- reductie van fractuur - interne fixatie met mergnagel = intramedullaire pijn
- fractuur blijft gesloten
- pijn opgeschoven van craniaal of caudaal in merg kannaal
- geen onderbreking periost = betere revalidatie
complicaties van fracturen
- hematoom
- femur = 2l
- bekken = 3l
–> meer dan 1/2 van bloed
- lange duur van herstel - beenderig
- malunioin = slechte aaneengroei
- delayed union = tot maanden
- non-union = pseudoartrose
- AVN
- osteomyelitis - weke delen
- acuut compartiment syndroom
- reflexmatige sympathische dystrofie van Sudeck
- scheefstand of verstijving van gewrichten