Kruisband, meniscus letsels & knieprothese Flashcards

(38 cards)

1
Q

ontstaan van lig. letsels

A
  1. VKB
    - cutting manoeuver
    - hyperextensie
    - valgus trauma
  2. AKB = high-energy
    - frontale impact proximale tibia vb: dash-board injury
    - hyperreflexie
    - therapie door careful neglect
  3. MCL = valgus trauma
    - impact binnenzijde voet
    - impact laterale zijde knie
  4. LCL = varus trauma
    - impact mediale zijde knie
    - zeldzaam & ernstig
    - varus is algemeen meest voorkomende stand van knie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

voorkomen voorstekruisbandletsels

A
  1. opdoen
    - letselmechanisme = valgus-endorotatie trauma
    –> met hoorbare & voelbare krak
    - 80% = geen contact letsel
    - risico = rotatie, richtingveranderingen & versnellingen
    - sporten = basket & voetbal
  2. prevalentie
    - 8/10,000
    - mannen sport 18/10,000
    - vrouwen sport 27/10,000
    - vaak nog andere letsels door dyslocatie = menisci, LCL & MCL
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

werking van voorstekruisband

A
  1. functie
    - voorste schuiflade
    - rotatoire krachten samen met AKB
  2. ruptuur
    - spanning in elke gewrichtshoek
    - ruptuur = beide einden gaan nooit van zelf naar elkaar groeien
    - operatie nodig = greffe
    - 9maand revalidatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

pre-operatieve fase van revalidatie

A
  1. inhoud
    - 1,5m voor homeostase te bekomen
    - beter op tafel = beter van tafel
  2. training
    - functionaliteit
    - kracht
    - pertuberatie
  3. doelen voor operatie
    - volledige actieve extensie
    - 120° actieve flexie
    - weinig tot geen zwelling
    - goede quadriceps controle
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

operatie VKB

A
  1. operatie
    - gebruik van greffe
    - semitendinosus/gracilis greffe
    - centrale 1/3 patellapees met blokjes been
    –> bij re-injury
  2. geen operatie = bij ouderen zonder sport
    - resorptie van VKB door gewrichtsvocht
    - na 12m volledig verdwenen
    –> sommige kunnen ook verder zonder maar niet weten wie
  3. gevolgen van geen operatie
    - herhaald doorzakken
    - kraakbeen & meniscus schade
    - lange termijn = artrose
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

algemene revalidatiedoelen VKB

A
  1. algemeen
    - hervatting van (sport)activiteiten = 60% bereikt zelfde niveau
    - 6-9maand revalidate
    - subdoelen = ROM, kracht & neuromusculaire coördinatie
  2. pijn & inflammatie
    - rust = te weinig is beter dan teveel
    - ijs, medicatie & hoogstand
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

fase 1 van revalidatie ACL

A

= 1 week

  1. ROM 1 dag post-op
    - volledige extensie = belang voor gangpatroon
    - 90° flexie = belang voor zit & fietsen
  2. pijn
    - 7-10d antalgische houding
    - 1 week rust
    - tijd nodig voor zwelling & pijn te doen verdwijnen
  3. neuromusculaire controle
    - intra & intermusculaire controle
    - Qc-setting
    - legpress, fiets & activo passief
  4. doelen voor progressie naar fase 2
    - volledige actieve extensie
    - 120° actieve flexie
    - weinig tot geen zwelling
    - volledige extensie tijdens unipodaal stand houden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

revalidatie van ROM

A
  1. ROM hetsel
    - herstellen met ritmische oefeningen vb: pendelen
    - andere letsels vb: meniscus kunnen voor extra zwelling zorgen = vertraging van revalidatie
    - geen forcatie mobilisaties = kans op botmuizen (osteochondraal letsel)
  2. hyperextensie
    - revalideren naar symmetrie = ook hyperextensie
    - bij normale extensie zal hyperextensie altijd automatisch volgen
    - lichte beperking = zal nooit komen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

fase 2

A
  1. inhoud
    - 2w tot 3 maand
    - pertuberatie training
    - tonificatie hamstrings & quadriceps vanaf 4w
  2. petuberatie training
    - objectieve laxiteit = afh van chirurg
    - subjectieve laxiteit = afh van kine = snelheid van contractie
    - onderling weinig correlatie
  3. doelen voor progressie naar fase 2
    - volledige actieve flexie
    - 80% hop testen met excentrische landing
    - 80% LSI muscle strength
    - 10 minuten joggen met goede controle & geen zwelling als gevolg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

revalidatie van quadriceps

A

= grootste atrofie in quadriceps

  1. hoeken
    - 0-70° = anterior translatie
    - 70° = geen translatie = quadricepsneutrale hoek
    - 70-150° = posterior translatie
  2. gesloten keten oefeningen
    - minder belastend
    - grotere co-contractie = hamstrings
    - grotere compressie = minder afschuiving
  3. richtlijnen openketen
    - 0-70° = afgeraden eerste maand
    - na 1m = 40-90°
    - 10° toename naar extensie per week
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

revalidatie van hamstrings

A
  1. algemeen
    - altijd minder atrofie dan quadriceps
    - hamstrings = nooit extra stress op VKB
    - vaak doen hamstrings meer pijn = door semitendinosus greffe
    –> 4 weken wachten met tonificatie
  2. voorwaarden
    - hamstrings volume helft van quadriceps
    - oefeningen voor functionele hamstringsactiviteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

revalidatie van neuromusculaire controle

A
  1. pertuberation training
    - snelheid van reactie op externe storingen
    - proprioceptieve functie VKB moet vervangen worden door secundaire structuren
    - greffe semitendinosus heeft weinig proprioceptie
  2. foutieve strategiën
    - vertraagde hamstringscontracite
    - eerst quadriceps contractie
    - Qc-avoidance = teveel hamstrings co-contractie die knie op slot zet
    –> controle gaat van de knie naar heup
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

fase 3

A
  1. inhoud = functionele training afh van noden
  2. doelen voor progressie naar fase RTS
    - 90% LSI hop testen
    - vertrouwen in knie & mentaal klaar voor RTS
    - educatie ivm gevaarlijke knie bewegingen
    - geen pijn of reactie bij beginnende RTS bewegingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

evalutatie van VKB

A
  1. testen
    - kracht test = mag 20% verschil zijn door natuurlijke assymetrie
    –> LSI limb symmetrie index
    - functionele testen = HOP testen
  2. HOP testen = unilateraal landen
    - testen van subjectieve laxiteit
    - veel verschillende maar 2 zijn voldoende
    - ook door psychologische vragenlijst
    - percentage tov aangedane knie moet 100% zijn!!
    - grootste indicator voor re-injury
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

MCL letsel

A
  1. kliniek
    - drukpijn op mediale epicondylus
    - pseudobloccage
    - pijn bij valgus stress
    - heel vaak samen met ACL of mediaal meniscus scheur
  2. verband pijn ≈ pathologie
    - graad 1 sprain = pijn zonder instabiliteit
    - graad 2 scheur = toegenomen laxiteit in flexie
    - graad 3 scheur + posteromediaal kapsel = toegenomen laxiteit ook in extensie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

therapie van MCL letsels

A
  1. graad 1
    - relatieve rust & sportstop
    - ijs & mobilisatie
  2. graad 2
    - gipsimmobilisatie voor 2w
    - bracing = progressieve extensie
    - kine = functionele training
  3. graad 3 = chirurgisch
  4. complicatie
    - chonrische inflammatir van femorale aanhecting
    - aandoening van Pelligrini-Stieda
17
Q

algemeen meniscus

A
  1. functie
    - lading dragen & doorgeven
    - schokken opvangen
    - gewricht stabiliteit & smering
    - verhogen van congruentie = zowel tibia als femur zijn convex
    –> toelaten van rotaties
    - proprioceptie maar minder belangerijk als kruisbanden
  2. pathologie
    - degeneratief of acuut onstaan
    - mensicus volgt femur bij rotaties
    - te snelle bewegingen = vast zitten & scheuren
  3. gevaarlijke bewegingen
    - compressie
    - rotaties
    - diepe knieflexie
18
Q

acute diagnose van meniscus letsel

A
  1. zwelling
    - weinig/geen hydrops
    - pas enkele uren na letsel
    - inflammatoire stoffen moeten naar buitenkant = sneller bij bewegen
    - vaak weinig bewegen door pijn
  2. differentiaal diagnose
    - kruisband = snelle zwelling met bloed
    - meniscus = trage zwelling zwelling zonder bloed
    - kraakbeen = trage zwelling zwelling zonder bloed
    –> met bloed = tot op bot
    - onderscheid meniscus & kraakbeen = klinische testen ≈ VKB
19
Q

symptomen van meniscus letsel

A
  1. pijn
    - in gewrichtspleet
    - belastingsgebonden
    - wisselend karakter
  2. specifieke bewegingen
    - nachtelijk door in zijlig knieën op elkaar = degeneratief mediaal
    - scherpe pijn bij korte draaibewegingen
    - laterale pijn bij lopen = papegaaibek scheur met cyste ≈ITB-frictie
  3. gevoel
    - verspringen = instabiele flap
    - blokkade = hengenscheur
    - verminderde stabiliteit = onzekerheid = door minder congruentie
20
Q

oorzaak types meniscus letsels

A
  1. degeneratieve letsels
    - 40+j
    - geen acute oorzaak
    - pijn die opkomt bij meer activiteit maar scheurtje is vaak al jaren aanwezig
  2. therapie
    - geen operatieve ingreep
    - conservatieve therapie = afbouwen in activiteit
    - kortdurende NSAID
    - cortisone infiltraties
    - arhtroscopie bij blijvende klachten
  3. acute letsels
    - 40-j
    - therapie = partiële menisectomie of hecting
    - heel uitzonderlijk transplantaties
21
Q

locatie types van meniscus scheur

A
  1. locatie in meniscus
    - perifeer = betere prognose
    - centraal
  2. verloop van scheur
    - radiair = van binnen naar buiten
    - longitudinaal = in cirkelvormig verloop van meniscus
    - hengselscheur = longitudinale scheur die omklapt
    –> zoals handvat emmer
    - complexe scheur = combinatie = degeneratieve scheur
22
Q

prognose van meniscus scheur

A
  1. centrum
    - niet doorbloed
    - slechte genezing
    - stukje wegknippen = partiële menisectomie
    - MOET weg anders continue irritatie aan synovium
  2. rim
    - heling kan hier wel gebeuren
    - chirurgisch hecten
  3. leeftijd
    - 30j+ minder goede doorbloeding
    - minder vlot herstel = eerder voor menisectomie kiezen
23
Q

eerste dagen revalidatie van partiële menisectomie

A
  1. algemeen
    - 4 weken hurkverbod
    - 3 weken niet lopen
    - 4 weken tot sporthervat
  2. post-op
    - dag hospitaal
    - voorzichtige gang
    - POLICE-regels voor inflammatie
  3. rust = beter te veel dan te weinig
    - teveel belasting = klein scheurtje
    - 1 kans op goed herstel, anders blijven sukkelen
    - kans op chronische inflammatie of hoge irriteerbaarheid
    - patiënt bewust maken dat snelste revalidatie = eerste dagen rust
24
Q

ROM revalidatie partiële menisectoie

A
  1. oefeningen
    - pendelbewegingen
    - heel langzaam opbouwen
    - erg lichte pijn toegestaan = is anders dan pijn pre-op
  2. richtlijnen
    - 1w = knie-extensie genormaliseerd
    - 4w = knie-flexie genormaliseerd
    –> pas na 4 weken pijnlijke mobilisaties
  3. stabiisatie efeningen
    - minimaliseren van shuifkrachten
    - opletten voor hoeveelheid & duur
25
tonificatie na partiële menisectomie
1. oefeningen - druk vermijden op gewricht ≈ PFPS - open keten = 90-50° - gesloten keten = 0-50° 2. mechanisme - diepere flexie gewricht = meer opp - diepere flexie open keten = minder kracht - diepere flexie gesloten keten = meer kracht
26
revalidatie na meniscushechting
= 8-10 weken revalidatie 1. ROM richtlijnen = verplichten door brace (ook snachts) - 1w = extensie - 2w = 60° - 4w = 90° - 6w = 110° - 8w = volledige ROM - 6m = belaste hurkzit 1. sport richtlijnen - soms 4w krukkengang voorgeschreven - begin lopen = indien excentrische controle op stair descende = 2m - sport hervat = 3-5m - risicosporten = voetbal, hockey, volleybal & basket - altijd geen toename van pijn of zwelling
27
revalidatie na degeneratieve meniscus scheur
1. conservatieve behandeling - geen pijnklachten meer maar letsel is er nog - vaak door hogere leeftijd ook al slechtere staat van kraakbeen 2. stabilisatie oefeningen - minimaliseren van afschuifkrachten - reduceren van compressiekrachte 3. excentrisch trainen quadriceps - shockabsorbeerder landingen - spierkracht trainen - ook functioneel = soms eerder MC-probleem
28
algemeen kraakbeen knie
1. onderdelen = van opp naar diep - dens in het midden & minder aan oppervlakte - superficiele zone - transitionele zone - radiale zone - verkalkte zone 2. dikte - 5mm patellofemoraal - 3mm tibiofemoraal 3. acute trauma - indeuking van meniscus niet voldoende opvangen - associatie met lig. letsel - associatie met fractuur 4. chronisch degeneratief - complexe kinematica - druk
29
uitlokkende factoren voor degeneratief kraakbeen lijden
1. instabiliteit - patellofemoraal - tibiofemoraal 2. trauma - acuut = tibiaplateau fractuur - chronisch repetitieve trauma 2. andere - asafwijking - overgewicht
30
therapie van kraakbeenletsel
1. conservatief - voorkomen van progressieve aantasting - verlagen van belasting - corrigeren van uitlokkende factoren = vermageren & unloader brace 2. heelkundig - palliatief = debridement & lavage - reparatief = primaire repair & microfractuur --> microfractuur = kleine gaatjes maken voor fibrocartilago herstel 3. restauratief heelkundig - oseochondrale greffe --> auto = ander deel van gewricht --> allo = overeenkomst van HLA met donor - autologe chondrocyten implantatie
31
radiologische symptomen van artrose
1. gewrichtspleet - vernauwing/verdwijnen - subcondrale cystes = synoviale inclusiecysten - osteofyten - botdensificatie 2. andere - asdeviatie - botverlies
32
therapie van knie-artrose
1. verlagen van belasting - lichaamsgewicht - brace - wandelstok/nordic walking sticks 2. andere conservaties - IA corticostroïden - medicatie = paracetamol & intermittende NSAID 3. heelkundig - prothese - arthrodese zelden 4. ascorrectie = osteostomie - gezonde compariment meer belasten - opening wedge = breuk distaal van tibia plateau & verschuiven - gewrichtslijn loopt terug mooi recht
33
algemeen knieprothese
1. indicatie - kraakbeen klachten & pijn - functie van patient > mate van artrose - beide correleren niet sterk - mate van artrose vaststellen door weight bearing RX 2. 2e prothese - vaak vraag naar prothese = mensen willen veel doen --> vaak niet geven - 2e prothese is veel invasiever - eerste prothese zo ver mogelijk proberen uitstellen
34
doel van knieprothese
1. verlichten van pijn - piekdruk wegnemen - krachten opnieuw verdelen over groter oppervlakte 2. behoud van functie - normale kinematica = vorm & grootte - behoud voor spieraanhechtingen 3. langdurig resultaat = 15-20j - goede fixatie - slijtvaste materialen
35
types knieprotheses
1. types - partiële herbedekking - volledige herbedekking - dubbelscharnier 2. localisatie - uni compartimentele = enkel lateraal/mediaal - bi compariementele = deel van kruisbanden moeten weggenomen worden --> voordeel van uni
36
algemeen revalidatie van prothese
1. snelheid - ongeveer zelfde snelheid als litteken - roodheid - geeft goede indicatie voor patiënt voor tijdsduur in te schatten 2. pijn - 70-100% zal pijnvermindering hebben - pijn pre-op = pijn post-op 3. psychosociaal - PCS pain catastrofizing scale = snelheid & outcome van revalidatie sterk beïnvloeden - angst & depressie - sociale steun & motivatie
37
ROM revaldiatie knieprothese
1. predictie - pre-op ROM = post-op ROM - ROM ≈ functie 2. agressieve ROM technieken - soms blokkeren van knie - onder narcose forceren van mobilisatie = veel scheuren - acuut goed effect maar na verlittekening verdere daling
38
kracht knieprothese
1. kracht pre-operatief - pre-op vaak al 20% daling tov. gezonde personen - reflex-inhibitie & minder gebruik - sarcopenie = verlies spiermassa door toenemende leeftijd 3. PREvalidatie - goede vorspelling voor outcome - altijd doen aangezin operatie valt in te plannen 2. post-op - verlies van 10% spiermassa in 1 maand - atrofie & inhibitie = 85% verklaring van krachtverlies