Protocols Flashcards

(54 cards)

1
Q

gewrichtsrevalidatie

A
  1. modaliteiten
    - veel herhalingen = 50+ of onbelast fietsen
    - volledige ROM
    - lage drukken = combinatie open & gesloten keten
    - goede kwaliteit
  2. neuromusculaire training
    - eerst intramusculair = setting
    - dan intermusculair = gesloten keten
  3. foute therapie
    - traditionele therapie
    - verzwakte spier zal krachttraining nodig hebben
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

revalidatie van spierscheur begin

A
  1. immobilisatie voor bloedprop
    - graad 1 = 1 dag behalve als proximale bewegingen niet pijnlijk zijn
    - graad 2 = 2 dagen
    - graad 3 = 1 week
    - lidmaat in meest velengd & pijnvrije positie houden
  2. mobiliteit
    - dynamisch
    - zorgt voor functioneel litteken weefsel = elastisch & voldoende lengte
    - moet altijd pijnvrij zijn eerste week & 3-4/10 nadien
  3. hoge load
    - progressieve stretch
    - progressieve krachttraining
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

krachttraining na spierscheur

A
  1. modaliteiten
    - na 3-4w
    - zo funcitoneel mogelijk
    - spieruithouding
    –> vermoeide spier zal bij excentrisch werk sneller scheuren
  2. verloop
    - isometrisch
    - concentrisch korte fase
    - concentrisch lange fase
    - excentrisch
    - pylometrisch = afh van ADL-noden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

revalidatie van lig. ruptuur

A
  1. acute fase
    - POLICE
    - mogelijk heelkunde
  2. pertuberatie training
    - reageren op externe verstoringen
    - lig. scheurt door gebrek in proprioceptieve werking = verbeteren
    - ook positief effect op subjectief stabiliteitsgevoel
  3. andere
    - eerste 3 weken midrange mobilisatie
    - na 3w = treksterkte verbeteren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

revalidatie van tendinopathie

A
  1. conservatief schema
    - relatieve rust
    - NSAID
    - aligment corrigeren
  2. progressive overload
    - isometrisch
    - isotonisch dynamisch = HST heavy slow training
    - fast & high loads
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

isometrisch tendinopathie

A
  1. wanneer
    - eerste fase
    - pijn te hoog om dynamisch te werken
    - in season = plus op normale schema voor pijn inhibitie
  2. wat
    - isotonische contractie op hoek die patiënt zelf mag kiezen
    - meest pijnvrije hoek
    - dagelijks
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

isotonisch dynamisch tendinopathie

A
  1. algemeen
    - wanneer pijn dit toelaat < 3/10
    - load tolerant
  2. modaliteiten
    - 3sec concentrisch - 3 sec excentrisch
    - begin op 15 RM met progressie naar 6RM
    - altijd 1 dag tussen door zware training
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

high & fast loads tendinopathie

A
  1. modaliteiten
    - grote kracht leveren
    - over zo groot mogelijke ROM = stretch shorten cycle
  2. wanneer
    - wanneer pijn dit toelaat < 3/10
    - goed bewegingspatroon = risicofactoren weggewerkt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

fase 1 van revalidatie heupfractuur

A
  1. mobiliteit
    - normale mobiliteit in knie
    - geassisteerde ROM
    - hand ter hoogte van breuk houden = geen afschuifkrachten
  2. NWB non weight bearing
    - open keten
    - progressie met therabanden
    - oppassen met hefbomen = compressie goed, afschuifkrachten niet
  3. PWB parial weight bearing
    - weight shift oefeningen
    - kleine squat met steun
    - toevoegen core stabilisatie
  4. andere
    - zwelling & pijnreductie
    - motorisch controle = isometrisch spieren activeren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

fase 2 van revalidatie heupfractuur

A
  1. voorwaarden
    - minimum 50% steun
    - minimale zwelling & geen zwelling knie
    - normale ROM knie
    - goede motorische controle
    - MMT3 gluteus medius
  2. inhoud
    - gesloten keten oefeningen
    - balans training = trampline, bosu, …
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

fase 3 van revalidatie heupfractuur

A
  1. voorwaarden
    - MMT4 gluteaal
    - MMT4 quadriceps
  2. inhoud
    - full weight bearing
    - unipodale oefeningen
  3. oefeningen
    - squat & lungte
    - heupextensie in stand
    - leg-press
    - knie flexie & extensie in zit
    - tenen stand
  4. einde revalidatie
    - geen trendelenbrug
    - 15% verschil met handheld dynamometer
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

fase 1 van revalidatie heupchirurgie

A
  1. doelen
    - bescherming van het herstelde weefsel
    - herstel ROM binnen de restricties = risico op malunion
    - inhibitie van pijn en inflammatie = ijs & medicatie
    - preventie spieratrofie
    - behoud ADL capaciteiten
  2. voortgang naar fase 2
    - minimale pijn tijdens reva fase 1 = 3/10 maximaal
    - ROM>75% niet-aangedane zijde
    - normale motor control
    - full weightbearing toegestaan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

oefengingen fase 1 van revalidatie heupchirurgie

A

= dag 0 - 4 weken

  1. ROM
    - ROM opbouwen door CPM contius passive motion & angulaire mobilisaties
    - opletten voor flexie-contractuur
    - fietsen zonder weerstand
  2. MC = isometrische oefentherapie
  3. lichte oefentherapie
    - BP bridging
    - legpress met weinig gewichten
    - heupflexie in zit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

fase 2 van revalidatie heupchirurgie

A

= week 4-6 afh van heelkunde

  1. doelen
    - bescherming van het herstelde weefsel
    - herstel volledige ROM = mobilisatie & stretching
    - gangpatroon = vaak trendelen brug door krukken
    - opstarten krachttraining
  2. voortgang naar fase 3
    - full ROM = afh van pathologie soms niet meer mogelijk
    - pijnvrij gangpatroon
    - kracht heupflexoren >60% niet-aangedane zijde
    - kracht heupadd, abd, ext, IR, ER >70% niet-aangedane zijde
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

oefeningen fase 2 van revalidatie heupchirurgie

A
  1. algemeen
    - gangrevalidatie & aquatherapie
    - cardiovasculaire training op home/cross trainer
    - krachtprogramma
  2. krachtprogramma = focus gluteus medius
    - UP stand + romp rotaties
    - zijwaarts stappen tegen weerstand
    - side bridge
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

fase 3 van revalidatie heupchirurgie

A

= week 6-8

  1. doelen
    - herstel kracht/krachtuithouding
    - cardiovasculaire training
    - optimalisatie neuromusculaire controle en evenwicht
  2. voortgang naar fase 4
    - kracht flexoren > 70%
    - kracht add, abd, endo, exo >80%
    - cardiovasculair pre-op
    - functionele oefentherapie is mogelijk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

fase 4 van revalidatie heupchirurgie

A
  1. doelen
    - afh van noden analyse ADL & sport
    - normale ROM
    - links/rechtverschillen van 15% worden toegestaan
    –> handheld dynamometer
    - geen trendelen burg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

eerste 4 dagen post-operatief coxprothese

A
  1. ziekenhuis revalidatie
    - herstellen mobiliteit maar geen endrange
    - motor control = leren opspannen
    - begeleiden van transfers
    - leren wandelen met krukken
    - trappenlopen oefenen = afh van thuissituatie
  2. complicaties door operatie
    - been lengte verschil = zolen
    - flexor contractuur met kyfotische houding
    - trendelen burg door motorische controle > zwakte
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

4d tot 8w postoperatief coxprothese

A
  1. gangrevalidatie
    - lopen met krukken = correct drukverdeling op prothese
    - aquarevaldiatie
  2. krachttraining
    - isometrische contracties
    - alle heupspieren
    - in gesloten keten werken
  3. ROM
    - voorkomen flexie contractuur = psoas verkorting
    - snel mobiliseren = minder pijnmedicatie, vlotter wandelen & sneller ADL opname
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

2-8m postoperatief coxprothese

A
  1. algemeen
    - specifiek programma
    - afh van activiteiten & participatie
    - afh van klinisch onderzoek
  2. frequente doelen
    - flexie ROM
    - kracht voor flexoren, extensoren & abductoren
    - evenwicht & stabiliteit oefeningen
    - gangrevalidatie & reconditionering
  3. funcitonele oefeningen
    - vanaf 3m post-operatief
    - transfers
    - tenenstand
    - knie-heffen & squats
    - UP stand + rotaties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

fase 1 van revalidatie ACL

A

= 1 week

  1. ROM 1 dag post-op
    - volledige extensie = belang voor gangpatroon
    - 90° flexie = belang voor zit & fietsen
  2. pijn
    - 7-10d antalgische houding
    - 1 week rust
    - tijd nodig voor zwelling & pijn te doen verdwijnen
  3. neuromusculaire controle
    - intra & intermusculaire controle
    - Qc-setting
    - legpress, fiets & activo passief
  4. doelen voor progressie naar fase 2
    - volledige actieve extensie
    - 120° actieve flexie
    - weinig tot geen zwelling
    - volledige extensie tijdens unipodaal stand houden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

revalidatie van ROM ACL

A
  1. ROM hetsel
    - herstellen met ritmische oefeningen vb: pendelen
    - andere letsels vb: meniscus kunnen voor extra zwelling zorgen = vertraging van revalidatie
    - geen forcatie mobilisaties = kans op botmuizen (osteochondraal letsel)
  2. hyperextensie
    - revalideren naar symmetrie = ook hyperextensie
    - bij normale extensie zal hyperextensie altijd automatisch volgen
    - lichte beperking = zal nooit komen
23
Q

fase 2 van revalidatie ACL

A
  1. inhoud
    - 2w tot 3 maand
    - pertuberatie training
    - tonificatie hamstrings & quadriceps vanaf 4w
  2. petuberatie training
    - objectieve laxiteit = afh van chirurg
    - subjectieve laxiteit = afh van kine = snelheid van contractie
    - onderling weinig correlatie
  3. doelen voor progressie naar fase 2
    - volledige actieve flexie
    - 80% hop testen met excentrische landing
    - 80% LSI muscle strength
    - 10 minuten joggen met goede controle & geen zwelling als gevolg
24
Q

revalidatie van quadriceps ACL

A

= grootste atrofie in quadriceps

  1. hoeken
    - 0-70° = anterior translatie
    - 70° = geen translatie = quadricepsneutrale hoek
    - 70-150° = posterior translatie
  2. gesloten keten oefeningen
    - minder belastend
    - grotere co-contractie = hamstrings
    - grotere compressie = minder afschuiving
  3. richtlijnen openketen
    - 0-70° = afgeraden eerste maand
    - na 1m = 40-90°
    - 10° toename naar extensie per week
25
revalidatie van hamstrings ACL
1. algemeen - altijd minder atrofie dan quadriceps - hamstrings = nooit extra stress op VKB - vaak doen hamstrings meer pijn = door semitendinosus greffe --> 4 weken wachten met tonificatie 2. voorwaarden - hamstrings volume helft van quadriceps - oefeningen voor functionele hamstringsactiviteit
26
revalidatie van neuromusculaire controle ACL
1. pertuberation training - snelheid van reactie op externe storingen - proprioceptieve functie VKB moet vervangen worden door secundaire structuren - greffe semitendinosus heeft weinig proprioceptie 2. foutieve strategiën - vertraagde hamstringscontracite - eerst quadriceps contractie - Qc-avoidance = teveel hamstrings co-contractie die knie op slot zet --> controle gaat van de knie naar heup
27
fase 3 van revalidatie ACL
1. inhoud = functionele training afh van noden 2. doelen voor progressie naar fase RTS - 90% LSI hop testen - vertrouwen in knie & mentaal klaar voor RTS - educatie ivm gevaarlijke knie bewegingen - geen pijn of reactie bij beginnende RTS bewegingen
28
evaluatie RTS ACL
1. testen - kracht test = mag 20% verschil zijn door natuurlijke assymetrie --> LSI limb symmetrie index - functionele testen = HOP testen 2. HOP testen = unilateraal landen - testen van subjectieve laxiteit - veel verschillende maar 2 zijn voldoende - ook door psychologische vragenlijst - percentage tov aangedane knie moet 100% zijn!! - grootste indicator voor re-injury
29
eerste dagen revalidatie van partiële menisectomie
1. algemeen - 4 weken hurkverbod - 3 weken niet lopen - 4 weken tot sporthervat 1. post-op - dag hospitaal - voorzichtige gang - POLICE-regels voor inflammatie 2. rust = beter te veel dan te weinig - teveel belasting = klein scheurtje - 1 kans op goed herstel, anders blijven sukkelen - kans op chronische inflammatie of hoge irriteerbaarheid - patiënt bewust maken dat snelste revalidatie = eerste dagen rust
30
ROM revalidatie partiële menisectoie
1. oefeningen - pendelbewegingen - heel langzaam opbouwen - erg lichte pijn toegestaan = is anders dan pijn pre-op 2. richtlijnen - 1w = knie-extensie genormaliseerd - 4w = knie-flexie genormaliseerd --> pas na 4 weken pijnlijke mobilisaties 3. stabiisatie efeningen - minimaliseren van shuifkrachten - opletten voor hoeveelheid & duur
31
tonificatie na partiële menisectomie
1. oefeningen - druk vermijden op gewricht ≈ PFPS - open keten = 90-50° - gesloten keten = 0-50° 2. mechanisme - diepere flexie gewricht = meer opp - diepere flexie open keten = minder kracht - diepere flexie gesloten keten = meer kracht
32
revalidatie na meniscushechting
= 8-10 weken revalidatie 1. ROM richtlijnen = verplichten door brace (ook snachts) - 1w = extensie - 2w = 60° - 4w = 90° - 6w = 110° - 8w = volledige ROM - 6m = belaste hurkzit 1. sport richtlijnen - soms 4w krukkengang voorgeschreven - begin lopen = indien excentrische controle op stair descende = 2m - sport hervat = 3-5m - risicosporten = voetbal, hockey, volleybal & basket - altijd geen toename van pijn of zwelling
33
revalidatie na degeneratieve meniscus scheur
1. conservatieve behandeling - geen pijnklachten meer maar letsel is er nog - vaak door hogere leeftijd ook al slechtere staat van kraakbeen 2. stabilisatie oefeningen - minimaliseren van afschuifkrachten - reduceren van compressiekrachte 3. excentrisch trainen quadriceps - shockabsorbeerder landingen - spierkracht trainen - ook functioneel = soms eerder MC-probleem
34
fase 1 van revalidatie knieprothese
1. doelen ontslag - 3-4d ziekenhuis - veilig & onafhankelijk transfer bed x stand - veilig & onafhankelijk stappen met hulpmiddelen - kan trap nemen --> ontslag na trappen & gang onafhankelijk & veilig 2. kinesitherapeutische doelen eerste week - statisch & dynamisch evenwicht met krukken - passieve ROM 100° flexie breikt door CPM - actieve ROM 70° 3. andere revalidatie - ankle pump - Qc & glut setting - heelslides - handdoek onder enkel indien geen CPM = extensie postuur - 20min ijs om de 1-2u
35
fase 2 van revalidatie knieprothese
1. doelen - kracht verbetering in GKK = goed voor prothese - proprioceptie & evenwicht 2. functionaliteit 3w - oppassen voor weefsel - loopafstand met steunname toenemen = 50-100m - wall slides - actieve ROM tot 115° 3. functionaliteit 5w - 1 kruk indoor - unipodale stand &. stepping - halve squat = steunname in begin & excentrisch controle - Qc-oefeningen actieve ROM tot 120°
36
fase 3 van revalidatie knieprothese
1. doelen - gang zonder kruk na 6w - full ROM - functionele taken geen probleem - verbetring participatie 2. advanced functionaliteit = 8-10w - outdoor zonder kruk - symmetrisch gangpatroon - kracht met focus op excentrisch 3. einde = 3-6m
37
therapie van FAI
1. educatie - beweging vermijden of aanpassen - ontlastingsbrace heup 2x30min per dag - NSAID 2. conservatief - tractie - stabiliserende oefeningen bekken = glut. medius & lage rug 3. artroscopie
38
therapie laterale heuppijn
1. GTPS - kracht gluteus medius & maximus - triggerpunten behandelen - corestability - alingment herstellen - falen = chirurgie overwegen 3. bursitis trochanterica - relatieve rust - ijs bij opstoten - warmte bij chronisch - mobiliseren behalve hypermobiel - alignement herstellen & steunzolen
39
therapie snapping
1. externe snapping hip - stretchen van ITB - losmaken bindweefsel rond ITB = huidrollen - mobiliseren lumbaal - ROM & alignement herstellen - infilratie bursa = visceuze cirkel van dikke bursa doorbreken --> indien alles falen = heelkundige interventie 2. hip dislocator - stretch gluteus medius - kracht gluteus medius 3. ITB-frictie - stretch - vermijden predisponerend = trainingfouten, verkorting & hyperpronatie
40
therapie patella problematiek
1. luxatie - isometrische oefeningen van Qc - stretching van laterale & posterio keten - correctie van predisponerende factoren 2. PFPS = volgorde - overal lage drukken proberen houden - pijndemping - taping stabilisatie - spierrevaldiatie = setting VMO - stretching & passieve mobilisatie - correctie alingement
41
revalidatie inversietrauma
1. klinisch - 3d = relatieve rust - 2w = snelle daling pijn - 3w = return to sport - 6-8w = herstel van functie - door snellere return to sport = 1j nood aan taping 2. verloop behandeling - medicatie & RICE - bracing & taping - circulaire oefentherapie - mobiliserende - manuele mobilisaties - stabilisatie
42
circulatoir enkeldistortie
1. beweging - onbelast PF/DF - flexie van knie = IA compressie & decompressie - extensie van knie = spierpompsysteem - zo frequent mogelijk doorheen dag 2. fietsen - activatie van spierpomp - bij ernstig letsel = hiel op pedaal voor minder belasting 3. aquatherapie - kuitcomplex stimuleren - initieel geen grondcontact = gordel dragen 3. belaste bewegingen - pijn & zwelling verminderd - bipodale squat = ritmisch met kleine amplitudo tot 20° flexie - 10x50
43
mobiliserend enkeldistortie
1. effecten - langdurige immobilisatie = hypomobiliteit & atrofie verbeteren - juiste oriëntatie van collageen vezels - capsulair patroon opeffen 1. begin - pijnvrije richtingen = aspecifiek - onbelast - beginnen met PF/DF - overschakelen naar inversie & eversie
44
manuele mobilisaties enkeldistorties
1. richtlijnen - algemeen niet aangeraden - binnen onderzoek kunnen subgroepen wel voordeel ervaren = dorsiflexie beperking --> risicofactor 2. weight-bearing lunge test - CPP & weight bearing - goede comparible sign - beste test maar niet mogelijk in acute fase 3. resultaten lunge test - afstand voorste teen tot muur - 8-10cm is normaal - < 5 is abnormaal - > 2cm verschil in abnormaal 3. mobilisaties - dorsiflexie mobiliteit - drop landing = daling plantaire flexie
45
stabilisatie training voor enkeldistortie
1. effecten - proprioceptie training vanaf acute fase = positie/repositie - preventie van CAI - sneller funcitoneel herstel 2. voorwaarden voor stabilisatie training - voldoende mobiliteit & spiercontrole - minimale spierkracht - acurate proprioceptie - voldoende stabiliteit proximale segmenten 1. modaliteiten - 12w - 3-6x per week - niet lang vb: 15min met 4 oefeningen
46
revalidatie CAI
1. begin met ROM normaliseren & zwelling controleren 2. 2e fase - overstappen op proprioceptie & spierrkacht - beginnen met positie-repositie - spieronevenwicht invertoren & evertoren corrigeren - focus op excentrisch spierwerk - proximaal & distaal ook optrainen 3. einde = funcitonele & sportspecifieke activiteiten
47
RTS CAI voorwaarden
1. afwezigheid van alarmsignalen & symptomen - geen pijn - geen giving way - minimale zwelling - geen pijn bij voorste schuiflade & talar lift 2. goede flexibiliteit & kracht - 80-90%. van gezonde been is voorwaarde - symmetrische squat zonder pijn - single-leg calf raise - functionele tests: - snelheids & wendbaarheidstests - kracht/power tests
48
therapie hielpijn
1. do's - stretching - educatie - taping 2. individuele overweging - load managment - pijn educatie - monitoring van zelflimiterende prognose - schoensel 2. additioinele therapie - 6w geen effect = ESWT shockwave 3 keer met week tussen - 12w geen effect = zooltherapie - injecties - chirurgie
49
praktijk hielpijn
1. manuele therapie - translaties - richting maakt niet uit - afh van beperkingen mobiliteit optimaliseren 2. stretching - door pijn verminderde mobiliteit - in cijfer 4 houding tenen naar achter trekken - gastrocnemius stretch - alles 10sec x 10 x 3 per dag minimaal 8 weken 4. intrinsieke spieren - intrinsieke spieren = lengtegewelf hoger maken - teen tapping = afwisselend hallux & andere tenen krachtig in grond duwen door PF - 12-15x3 per dag 3. andere - tibialis posterior kracht - foamrolling van voetzool - heelcup in zool
50
therapie van hallux valgus
1. educatie = vermijden van slecht schoensel 2. ortheses - hallux valgus splints - bunion shields - toe spacers - nachtspalken - steunzool met metatarsaal pad 3. oefentherapie - 12w met 3 sessies per week - tracties & translaties alle MTP & midtarsaal + enkel - achillespees stretch - kracht = plantairflexie & abductie (moeilijk te isoleren) --> handdoek curl
51
risicofactoren enkeldistortie
1. kracht - verminderd excentrische inversie - verminderd DF - verhoogde concentrische plantair flexie 2. andere - slechte posturale controle = verdubbeling - proprioceptie = positie/repostiei - verminderde dorsiflexie ROM - vertraagde spierreactie tijd 3. levensstijl - inadequate warm-up - hogere bmi
52
risicofactoren onderbeen
1. tendinopatie achillespees - te weinig kracht PF - overprontatie - te weinig ROM DF - te weinig ROM hallux 2. tendinopathie tibialis posterior - pes plano - os naviculaire met frictie 3. shin splints - spiervermoeidheid - onevenwicht invertoren & evertoren - lenigheid gedaald - enkellaxiteit of instabiliteit
53
risicofactoren hielpijn
1. fysieke load - excessieve pronatie & geassocieerde afwijkingen - achtervoet eversie = counter-rotation - repetieve microtraumata - verminderde dorsiflexie mobiliteit enkel - verminderde dorsiflexie MTP1 = hallux rigidus --> meer spanning 4. spieren - kracht & massa gedaald - intrinsieke & extrinsieke voetspieren - vooral tibialis posterior van belang = eversie achtervoet afnemen
54
andere risicofactoren
1. hallux valgus - lig. laxiteit - metatarsus primus varus - pes planus - MTP1 hypermobiliteit - verkorte achillespees = excessieve voorvoet loading 2. pes anserinus - hyperpronatie - genu valga 3. popliteus - genu recurvatum - hyperprontatie - bergaf lopen