Belangrijkste behandelingen (onderdelen, doel, voor wie geschikt) Flashcards

(63 cards)

1
Q

Doel psycho-educatie

A

Het komen tot een optimaal mogelijke aanpassing aan de gevolgen van de ziekte en de behandeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Onderdelen psycho-educatie

A

Voorlichting geven (herkenning, verwachtingsmanagement, verwachte resultaten), exploratie aanpassingsreacties/knelpunten & validatie (gaat het om een juiste beoordeling) en positieve bekrachtiging.

Herhaling is zinvol!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Uitgangspunten CGT

A

Disfunctionele gedachten leiden tot psychopathologie, correctie hiervan zal psychopathologie opheffen. Gedragsexperimenten worden aangeraden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Onderdelen CGT

A

4G schema, gedachtenrapport…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Beck’s schematherapie

A

Kernopvattingen: zijn onvoorwaardelijk en algemeen geldend voor de patiënt, nauwelijks te corrigeren.
Intermediaire opvattingen: type redenatie dat het gedrag van mensen binnen bepaalde omstandigheden stuurt.
Automatische gedachten: min of meer rechtsstreeks navraagbaar, zijn automatische interpretaties van interne/externe stimuli

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Drie onderdelen ACT

A

Acceptance: accepteren onaangename gevoelens en gedachten.
Choose: bewuste keuzes maken om je energie te steken in belangrijke dingen in het leven
Take action: nemen van stappen die nodig zijn om de belangrijke dingen in het leven te kunnen realiseren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Drie componenten van CGT

A

Gedrag, cognitie en ervaring

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Schema ACT (hexaflex)

A

Schaal 1: bereidheid en acceptatie
Schaal 2: defusie
Schaal 3: zelf als context (
Schaal 4: hier-en-nu (mindfulness)
Schaal 5: waarden (VLQ verschillende levensgebieden, aangeven hoe belangrijk je iets vind en hoeveel tijd je daar nu aan besteed)
Schaal 6: toegewijd handelen (doen wat je belangrijk vind)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Doel CGT

A

Door middel van effectief gebleken kennis en methoden de cognitieve en/of gedragsmatige problemen op een duurzame en relevante manier reduceren

Doel is niet om iemand te overtuigen, maar iemand genuanceerder te laten denken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Kernwoorden CGT

A
  1. Proces: samen, therapeut neemt patiënt mee in verandering.
  2. Transparant: open zijn over wat je te bieden hebt
  3. Wetenschappelijk: effectieve behandeling voor een specifiek probleem
  4. Effectief: bewezen therapeutische methoden
  5. Emotionele of gedragsproblemen: moet sprake zijn van psychisch lijden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Vier argumenten voor CGT als hart van de geïntegreerde psychotherapeutische benadering

A
  1. Bewezen effectiviteit
  2. Wetenschappelijke attitude: eigen handelen toetsen in de wetenschap en vanuit de wetenschap het eigen handelen aanpassen
  3. Efficiëntie: sneller effect en minder terugval
  4. Bereidheid tot het plegen van diefstal (van andere bewezen interventies)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Indicaties voor cognitieve therapie

A

Direct: disfunctionele opvattingen of gedragingen ten aanzien van de ziekte en aanpassing aan de veranderende lichamelijke situatie.
Indirect: opvattingen over de omgeving, andere levensgebieden, toekomst en relatie met anderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Contra-indicaties CGT

A

Weinig, tempo kan wel afhangen van intelligentie, introspectief vermogen of de aanwezigheid van hersenletsel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Drie aspecten van iedere interventie

A
  1. Indicatie: wanneer en bij wie gebruik je het
  2. Procedure: hoe doe je het?
  3. Proces: hoe werkt het?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Effecten EMDR

A

Minder hyperarousal (overprikkeling), minder hypervigilantie (overalertheid) en herstel cognitieve, somatosensorische en geheugenfragmentaties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hypothese werkgeheugen EMDR

A

Capaciteit van het werkgeheugen is beperkt, dus een competitieve taak zal zorgen voor het minder levendig maken van de herinnering die je in gedachten hebt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Hypothese REM-slaap systeem

A

Bilaterale stimulatie kan zorgen voor een REM-slaap achtige staat, waardoor herinneringen in de amygdala en hippocampus hun intensiteit verliezen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Hypothese reciproke inhibitiemodel

A

Bilaterale stimulatie stimuleert en deactiveert gedeelten van de cingulate anterior, zorgt voor de gelijktijdige aanbieding van zowel de angstige stimulus als een relaxatierespons door het parasympatisch zenuwstelsel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Voor wie EMDR

A

PTSS, OCS, angststoornissen, negatief zelfbeeld, eetstoornissen, persoonlijkheidsstoornissen, boosheid op dader gekoppeld aan trauma, MOLK, gecompliceerde rouw, migraine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Doel EMDR

A

De gestagneerde informatieverwerking weer op gang brengen door middel van herbeleving, om zo uiteindelijk te zorgen dat de herinnering geen klachten meer teweeg brengt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Voordelen EMDR

A

Snel resultaat, goede lange termijn effecten, geringe belasting voor patiënt, beperkte taalvaardigheden nodig, kan voor mensen die niet van praten houden, kort behandeltraject, positief gevoel wordt ook echt ervaren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Nadeel EMDR

A

Effect van EMDR kan een paar dagen voortduren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

EMDR volgens het informatieverwerkingsmodel

A

Adaptieve verwerking van herinneringen vindt plaats wanneer verbindingen gelegd kunnen worden met eerder materiaal. Bij een trauma ontstaan deze verbindingen niet, waardoor de oorspronkelijke waarneming in toestandsspecifieke vorm blijft en ook zo wordt ervaren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Cue exposure

A

Aanpakken van vermijdingsgedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Respons preventie
Aanpakken van veiligheidsgedrag
26
Desensitisatiefase EMDR
Reduceren emotionele lading. Trauma met negatieve cognitie en emotie + desensitisatie (doorgaan tot geloofwaardigheid SUD 0-1 is)
27
Installatiefase EMDR
Het op gang gekomen verwerkingsproces versterken en consolideren. Trauma + positieve cognitie + desensitisatie (doorgaan tot geloofwaardigheid VOC 7 is)
28
Definitie mindfulness
Aandachtig zijn in het huidige moment, zonder oordeel. Verschuivinig van oordelend bezig zijn naar waarnemen.
29
Vaardigheden mindfulness
Opmerkzaamheid en open aandacht, zonder oordeel
30
Proces stress volgens mindfulness
Stresssor > oordeel > stressreactie. Mindfulness grijpt in op deze gewoonten, gedachten en gevoelens, maar niet om deze te veranderen maar om ze te accepteren (veel dingen zijn van voorbijgaande aard).
31
Verschil mindfulness met ACT
Bij mindfulness gaat het om het accepteren van gewoonten, gedachten en gevoelen en ACT stelt dat vermijding van negatieve emoties of ervaringen juist het probleem is.
32
Mindfulness paradox
Mensen willen graag hun emoties reguleren en hier controle over te hebben. Mindfulness leert om je emoties niet te reguleren, maar ze te accepteren. Maar het tegenstrijdige is dat je hierdoor juist je emoties reguleert
33
Doel mindfulness
Ontspanning is niet het doel (wel bijkomstigheid), maar de cognitieve verandering die resulteert uit mindfulness.
34
Effectiviteit mindfulness
- CGT en mindfulness blijken ongeveer even effectief te zijn. - CGT werkte beter bij mensen met die voor het eerst depressief waren. Mindfulness werkte beter bij mensen die al eens eerder depressief waren geweest. - Mindfulness werkt beter dan psycho-educatie, supportive therapy, relaxation, imagery en art-therapy - Toegepaste relaxatie, progressieve relaxatie en meditatie hebben grotere effectgroottes, maar het gebruik van 1 techniek lijkt effectiever dan meerdere
35
Voor wie mindfulness
Angst, depressie en stress
36
Doel stressmanagement
Balans creëren tussen draagkracht en draaglast.
37
Onderdelen stressmanagement
- Bewustwording stressoren en stressreactie - Aanleren ontspanningstechnieken - Probleemplossingen - Versterken sociale vaardigheden - Veranderen ongezondeleefgewoonten
38
Definitie dialectical behavioral therapy (DBT)
Wil aan de ene kant controle uitoefenen op het probleemgedrag door CGT technieken, maar focust ook op acceptatie
39
Voor wie DBT
Zelfmoord en borderline
40
Definitie meta-cognitieve therapie (MCT)
Draait om metacognities: het aanpakken van de negatieve gedachten over de eigen gedachten is belangrijker dan het aanpakken van de eigen gedachten op zich.
41
Voor wie MCT
Dwangpatiënten
42
Twee aspecten mindfulness
Mindfulness als leefstijl en mindfulness als vaardigheid
43
Definitie Mindfulness Based Cognitive Therapy (MBCT)
Hier wordt mindfulness ervaren als leefstijl. Van de doe-modus naar de zijn-modus.
44
Voor wie MBCT
Terugval depressie voorkomen en acute fasen van angst- en stemmingsstoornissen
45
Theorie achter ACT
Relational frame theorie: mens is in staat om stimuli die niet direct aan elkaar gerelateerd zijn aan elkaar te koppelen, zoals gedrag, taal en cognities (hoort bij het behaviorisme) Direct leren: door het zelf te ervaren Indirect leren: door informatie van een ander.
46
Schaal 'Bereidheid en acceptatie'
Controle loslaten, actief de gedachten ervaren. | Voorbeeld: tas, Harrie
47
Schaal 'Defusie'
Afstand nemen van gedachten en loskoppelen van gedrag | Voorbeeld: gedachten van 5 min op memo's, opplakken en letterlijk afstand nemen.
48
Schaal 'Zelf als context'
Leren dat je altijd dezelfde persoon bent en dat alleen het begrip over jezelf veranderd. Voorbeeld: Ik ben ... en eerst de positieve en daarna de negatieve eigenschappen wegstrepen. 'Ik ben' blijft over: je bent niet wat je denkt, je bent wat je doet.
49
Schaal 'Hier-en-nu'
Leven in het hier en nu. Op 5 dingen letten (zien, horen, voelen) en daarna alles tegelijk: alle ervaringen toelaten zonder oordeel. Voorbeeld: mindfulness oefeningen
50
Schaal 'Waarden'
Hoe belangrijk je iets vind en hoeveel tijd je eraan besteed Voorbeeld: VLQ
51
Schaal 'Toegewijd handelen'
Handelen aan de hand van je waarden: doen wat je wilt doen. Realiseren dat angst daarbij hoort, maar je kan best iets doen EN angst voelen. Angst geeft aan dat je iets belangrijk vind.
52
Psychologische flexibiliteit ACT
Door het vergroten van de psychologische flexibiliteit zul je beter in staat zijn om om te gaan met de negatieve kanten van het leven en beter in staat zijn om je te richten om onderdelen van het leven die echt belangrijk zijn
53
Definitie zelfhypnose
Veranderde bewustzijnstoestand (dissociatie) waarbij meer selectieve aandacht plaatsvind, verhoogde concentratie, ontspanning, veranderende tijdsbeleving, toegenomen suggestibiliteit. Lijkt op doelgericht dagdromen.
54
Doel zelfhypnose bij kinderen
Ontspanning, maar ook het verschil tussen spanning en ontspanning.
55
Effecten zelfhypnose bij kinderen
Ontspanning, meer controle over het lichaam, meer zelfvertrouwen, minder pijn, minder angst, minder perfectionisme/faalangst
56
Belangrijke vaardigheid hypnose
Taal: vermijden van dwingend taalgebruik en negatief geladen termen (zoals pijn > ongemak). Spreken over doen ipv proberen, positieve verandering bevorderen en ego-versterking (goed zo!)
57
Effecten zelfhypnose volwassenen
Verminderde pijnervaring, verbetering slap, toegenomen rust, minder stress, minder angst, zelfbeeld omhoog, immuunfunctie en relaxatie gaan omhoog
58
Bij wie hypnose
Bij kinderen: buikpijn, hoofdpijn, poep/plas problematiek, prikangst, medische ingrepen, misselijkheid, astma etc. Bij volwassenen: pijn?
59
Inhoud CGT chronische pijn/reuma
* Psycho-educatie: vergroten inzicht in probleemsamenhang * Disfunctionele cognities opsporen en bijstellen (rustmomenten, hulp vragen, emoties laten zien etc) – Cognitieve herstructurering – Assertiviteit en sociale steun * Gedragsinterventies: korte- en langetermijn gevolgen van gedrag – Positief en negatief – Instandhouding disfunctioneel gedrag * Uitleg rol van verwerkingsprocessen hierbij – Vier fasen van verwerking * Reguleren activiteitenniveau * Relaxatietraining * Aanleren van vaardigheden in het omgaan met pijn en stress
60
Doel CGT bij chronische pijn/reuma
Beter functioneren ondanks de pijn, zodat men een betere kwaliteit van leven krijgt.
61
Onderdelen CGT bij fibromyalgie
Oefen- of bewegingsprogramma, psycho-educatie...
62
Doel CGT bij SOLK
Optimaliseren van omstandigheden voor herstel door instandhoudende factoren op te heffen
63
Doelen behandeling kanker
Doelen: verbeteren slaap-waak ritme (dagboek, slaaphygiëne, medicatie), verwerking faciliteren (psycho-educatie, exposure door praten, schrijven, disfunctionele cognities opsporen en bijstellen, EMDR), verminderen angst voor recidief (geen zin om bang te zijn - angst beïnvloed kanker niet), helpende/vermoeidheidsverlagende gedachten creëren, optimale balans belastbaarheid en belasting en reële verwachtingen creëren ten aanzien van de omgeving (vergroten assertiviteit)