BIO immuniteit begrippen H13 Flashcards
(28 cards)
organismen uit de omgeving die je ziek kunnen maken
Ziekteverwekkers
stoffen of cellen die niet in je lichaam thuishoren
Lichaamsvreemd
stoffen of cellen die door je lichaam worden gemaakt of onderdeel zijn van je lichaam
Lichaamseigen
Afweer met behulp van fysieke (lichamelijke) aanpassingen
Mechanische afweer
Het gebruik van stoffen om indringers buiten te houden
Chemische afweer
Medicijnen die bacteriën doden of hun groei remmen
Antibiotica
Ongevoelig, bijvoorbeeld een bacterie die ongevoelig wordt door overmatig gebruik van antibiotica
Resistent
Orgaan dat de eerste verdedigingslinie vormt in de bescherming tegen gevaren van buitenaf
Huid
snelle eerste afweer, gericht tegen verschillende typen ziekteverwekkers; komt bij de meeste organismen voor
Aangeboren afweer
Afweer gericht tegen één type ziekteverwekker en tegen veranderde eigen cellen; komt alleen bij gewervelde dieren voor
Verworven afweer
Bevat adulte stamcellen waaruit verschillende typen witte bloedcellen, zoals fagocyten, mestcellen en lymfocyten ontstaan
Beenmerg
witte bloedcel die onderdeel uitmaakt van de verworven afweer
Lymfocyten
fagocyten die binnendringende ziekteverwekkers snel onschadelijk maken
Macrofagen
Moleculen (vaak eiwitten) die zich op een celmembraan bevinden en het afweersysteem kunnen activeren
Antigenen
Moleculen op celmembraan van lymfocyt die één type antigeen kunnen binden
Receptoren
macrofaag of andere witte bloedcel die een ziekteverwekker heeft gefagocyteerd en het antigeen van de ziekteverwekker aan de buitenkant van de cel heeft geplaatst
Antigeen-presenterende cel (APC)
Eiwitten die zich binden aan de antigenen van een ziekteverwekker, waardoor de ziekteverwekker onschadelijk wordt gemaakt
Antistoffen
Langlevende cellen die bij een nieuwe infectie met een bekende ziekteverwekker de antigenen direct herkennen
Geheugencellen
het niet meer optreden van ziekteverschijnselen bij een tweede besmetting
Immuun
immuniteit die wordt verkregen als reactie op het binnendringen van een ziekteverwekker
Natuurlijke immuniteit
immuniteit die wordt verkregen door bewuste blootstelling aan een antigeen.
Kunstmatige immuniteit
toediening van een stof die het afweersysteem activeert en daardoor immuniteit opwekt
Vaccinatie
immuun maken door het activeren van het afweersysteem door vaccinatie
Actieve immunisatie
tijdelijk immuun maken door inspuiten van antistoffen in de vorm van een antiserum
Passieve immunisatie