NL CE argumentatieschema Flashcards

(6 cards)

1
Q

Argumentatieschema

A

Een argumentatieschema laat zien hoe een standpunt en het argument met elkaar verbonden zijn.
Er zijn verschillende soorten argumentatieschema’s, die elk een andere manier van redeneren weergeven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Argumentatie op basis van oorzaak en gevolg

A

De schrijver of spreker geeft gevolgen om te laten zien hoe waarschijnlijk een oorzaak is, of andersom: geeft oorzaken om te laten zien hoe waarschijnlijk een gevolg is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Argumentatie op basis van kenmerk of eigenschap

A

De schrijver of spreker noemt kenmerken van iets (bijv. een persoon, object of gebeurtenis) om een standpunt over een andere eigenschap van datzelfde te ondersteunen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Argumentatie op basis van voor- en nadelen

A

De schrijver of spreker noemt kenmerken van iets (bijv. een persoon, object of verschijnsel) om een standpunt te onderbouwen over een andere eigenschap van hetzelfde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Argumentatie op basis van voorbeelden

A

De schrijver of spreker geeft voorbeelden van iets dat gebeurt om te laten zien hoe vaak dat algemeen voorkomt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Argumentatie op basis van vergelijking

A

De schrijver of spreker vergelijkt twee situaties en gebruikt wat daar (on)waarschijnlijk of (on)gepast is om te verklaren wat in de andere situatie (on)waarschijnlijk of (on)gepast is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly