bouwsteen 7 Flashcards

1
Q

Doel van instructie

A

leerlingen uiteindelijk zelfstandig en zelfregulerend aan het werk kunnen, zelfs bij moeilijke opdrachten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

scaffolding

A

= steigerleren: tot wanneer leerlingen nog niet in staat zijn om moeilijke oefeningen te maken, biedt de leerkracht een tijdelijke vorm van ondersteuning. De ondersteuning wordt langzaam aan afgebouwd naarmate het leren vordert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

3 voorwaarden voor goede scaffolds

A
  • De ondersteuning vermindert geleidelijk aan
  • Er is een duidelijke overdracht van verantwoordelijkheid van leerkracht naar leerling
  • de ondersteuning is om maat van de leerling die het niet zou kunnen zonder die ondersteuning.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Fasen voor de overgang van begeleide naar zelfstandige verwerking

A
  1. aanbreng van nieuwe leerstof door de leraar
  2. begeleide inoefening samen met de leraar
  3. Begeleide inoefening samen met een klasgenoot
  4. zelfstandige verwerking
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

richtlijnen bij het bedenken van hulpmiddelen die leerlingen kunnen ondersteunen richting zelfstandig werk

A
  • Hoe niet alleen rekening met de oplossing die moet gevonden worden, maar ook met het huidige begrip bij de leerling.
  • Leerlingen moeten eerst een lager niveau van de vaardigheid beheersen voor ze naar een hoger niveau kunnen
  • geef leerlingen voldoende tijd om te oefenen
  • monitor wanneer de scaffold nodig is en wanneer die kan afgebouwd worden
  • Wees kritisch bij je selectie van de hulpmiddelen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

voorbeelden van scaffolds

A
  • uitgewerkt voorbeeld dat zichtbaar blijft hangen
  • modelleren van de verschillende stappen
  • luidop je werkwijze verklaren bij het oplossen van een oefening
  • kaartjes met tips om een type oefening op te lossen
  • onthoudboekje
  • hints geven aan leerlingen
  • bijvragen stellen aan leerlingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

binnenklasdifferentiatie

A

differentiatie is een onderwijsbenadering waarbij leerkrachten proactief de inhoud van het onderwijs aanpassen en/of de leermaterialen, de gevraagde leeractiviteiten en de producten van leerlingen. Dit doen ze om tegemoet te komen aan verschillende leerbehoeften van individuele leerlingen of van kleine groepen leerlingen, om daarmee de leermogelijkheden van alle leerlingen in de klas te vergroten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

6 overwegingen bij differentiatie

A
  • Behoud ik dezelfde doelen voor alle leerlingen
  • Heb ik voldoende informatie om te differentiëren
  • Wat wil ik met de verschillen tussen leerlingen doen?
  • Hoe zorg ik ervoor dat elke leerling volgens zijn kunnen wordt uitgedaagd?
  • Welk effect heeft differentiatie op het zelfbeeld van de leerling?
  • Welk effect heeft differentiatie op de klasgroep als geheel?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

enkele belangrijke richtlijnen bij differentiëren

A
  • Check regelmatig het begrip van leerlingen
  • Wees kritisch bij het indelen van klas in groepjes. Geen vaste niveaugroepjes.
  • Leg per taak uit welke scaffolds de leerlingen kunnen inzetten en waar ze die kunnen vinden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

RTI

A

Response to intervention

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

niveaus RTI

A
  1. Klassikale instructie voor alle leerlingen.
  2. Voor leerlingen die na de eerste instructiefase via systematische (formatieve) evaluatie bepaalde gaten in hun kennis vertonen. Op dit niveau krijgen leerlingen aanvullende instructie in kleine groepen
  3. meer geïndividualiseerde en intensieve instructie voor leerlingen die niet optimaal presteerde op niveau 1 en 2.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Voorwaarde voordat Tutors een positieve impact hebben

A
  • De tutors zijn getraind in het begeleiden van leerlingen
  • Tutoring wordt doelgericht ingezet
  • tutoring is intensief en voor langere tijd
  • tutoring sluit aan bij het onderwijs in de klas
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

aandachtspunten bij het werken met flexibele groepen

A
  • Beslis als leerkracht over de groepsindeling. Leerlingen zijn vaak niet in staat om in te schatten of ze nieuwe leerstof voldoende beheersen.
  • Deel de groepen in op basis van hun prestaties voor een specifiek lesonderdeel.
  • Monitor het effect van de groepering op het leren, het gedrag en de motivatie van leerlingen. Het is de bedoeling dat het werken in groepen hen sterker maakt.
  • Verlaag de doelen niet voor minder sterke leerlingen. Differentieer door het geven van extra instructie
  • Koester hoge verwachtingen voor alle groepen
  • Verander regelmatig de groepsindeling zodat leerlingen niet gevoel krijgen dat hun lot al op jonge leeftijd bezegeld is.
  • Werk soms ook met heterogene groepen. Zwakkere leerlingen leren veel van de manier waarop anderen een oefening oplossen
  • Hang de groepsindeling niet uit in de klas. Het is nefast voor het zelfvertrouwen van leerlingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly