cardiovasculaire stelsel 3 Flashcards

1
Q

waar gebeurt de aanmaak van rode bloedcellen in de eerste 2 maanden

A

dooierzak/vruchtvlieszak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

waar worden rode bloedcellen gemaakt tussen de 2e en 5e maand

A

lever en milt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

waar worden rode bloedcellen gemaakt vanaf de 5e maand

A

botten (rood)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat heb je nodig voor de regularing van de erythropoëse

A

Vitamine B12
intrinsieke factor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is de intrinsieke factor

A

stof in maag zodat je vitamine B12 kan openemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

waaruit haal je vitamine B12

A

vlees en zuivel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat doet het myeloïde weefsel

A

vormt hemocytoblasten (kiemcellen RBC)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat gebeurt er met de hemocytoblasten

A

kan differentiëren in:
lymfoïde stamcel (lymfocyten)
myeloïde stamcel (andere bloedcellen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat gebeurt er met de myeloïde stamcel

A

na 4 dagen: geeft kern af
na 2 dagen: is reticulocyt = gaat circulatie binnen
na 24u: rijpe RBC

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

EPO

A

erythropoëtine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat doet EPO

A

stimuleert erytopoëse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wanneer wordt EPO geproduceert

A
  • nieren komen in contact met bloed waarin weinig zuurstof in zit
  • anemie
  • zuurstofgehalte in longen neemt af
  • gaswisselingsoppervlak van longen beschadigd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is het effect van EPO

A

Versnelling celdeling
Versnelling rijping van RBC

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is het gevaar van EPO

A

bij gezonde personen kan het leiden tot bloedophoping want bloed is dikker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is een antigeen

A

eiwit dat op alle lichaamscellen zit en kan immuunreactie uitlokken (wordt herkend door lichaam), vreemd = signaal aanval

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat zijn de antigenen

A

A
B
D (resus)

17
Q

wat is de bloedgroep

A

welk antigeen op de rode bloedcel zit

18
Q

hoe noemt het als je een resusfactor hebt

A

resuspositief

19
Q

hoe noemt het als je geen resusfactor hebt

A

resusnegatief

20
Q

andere naam oppervlateantigenen

A

agglutinogenen

21
Q

andere naam: antistoffen tegen andere antigenen

A

agglutininen (zit in bloed)

22
Q

onthoud: antistoffen zijn het omgekeerde van de bloedgroep of in geval van O (A en B)

A
23
Q

hoe werken antisoffen

A

antistoffen vallen oppervlakte antigenen aan

hierdoor is er agglutinatie en leidt tot hemolyse

24
Q

andere naam agglutinatie

A

samenklontering

25
Q

wat is de universele donor (en wat is het)

A

O: mag aan iedereen geven

26
Q

wat is de universele ontvanger

A

AB: kan van iedereen krijgen

27
Q

wat is er speciaal als je resusnegatief bent

A

niet automatisch antigeen tegen resuspositief, na eerste contaxt wordt er wel antigeen tegen gemaakt

28
Q

5 soorten leukocyten

A

neutrofiel
eosinofiel
basofiel
monocyt
lymfocyt

29
Q

wat zijn de kenmerken van een leukocyt

A

celkern, celorganellen, witte bleodcellen groter dan rode, minder dan rode bloedcellen (geen hemoglobine)

30
Q

waar zitte witte bloedcellen

A

in bindweefsel en lymfatisch weefsel, gebruiken bloed als transport

31
Q

wat zijn de granulocuten

A

neutrofiel
eosinofiel
basofiel

32
Q

wat zijn de agranulocyten

A

monocyt
lymfocyt

33
Q

wat zijn de fagocyten

A

granulocyten + monocyt

34
Q

wat doet een lymfocyt

A

maakt antistoffen aan

35
Q

wat breekt de rode bloedcellen af in de lever en milt

A

macrofagen

36
Q

waarin zit veel ijzer

A

groenten, vlees, eieren