cardiovasculaire stelsel 3 Flashcards

(36 cards)

1
Q

waar gebeurt de aanmaak van rode bloedcellen in de eerste 2 maanden

A

dooierzak/vruchtvlieszak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

waar worden rode bloedcellen gemaakt tussen de 2e en 5e maand

A

lever en milt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

waar worden rode bloedcellen gemaakt vanaf de 5e maand

A

botten (rood)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat heb je nodig voor de regularing van de erythropoëse

A

Vitamine B12
intrinsieke factor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is de intrinsieke factor

A

stof in maag zodat je vitamine B12 kan openemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

waaruit haal je vitamine B12

A

vlees en zuivel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat doet het myeloïde weefsel

A

vormt hemocytoblasten (kiemcellen RBC)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat gebeurt er met de hemocytoblasten

A

kan differentiëren in:
lymfoïde stamcel (lymfocyten)
myeloïde stamcel (andere bloedcellen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat gebeurt er met de myeloïde stamcel

A

na 4 dagen: geeft kern af
na 2 dagen: is reticulocyt = gaat circulatie binnen
na 24u: rijpe RBC

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

EPO

A

erythropoëtine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat doet EPO

A

stimuleert erytopoëse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wanneer wordt EPO geproduceert

A
  • nieren komen in contact met bloed waarin weinig zuurstof in zit
  • anemie
  • zuurstofgehalte in longen neemt af
  • gaswisselingsoppervlak van longen beschadigd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is het effect van EPO

A

Versnelling celdeling
Versnelling rijping van RBC

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is het gevaar van EPO

A

bij gezonde personen kan het leiden tot bloedophoping want bloed is dikker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is een antigeen

A

eiwit dat op alle lichaamscellen zit en kan immuunreactie uitlokken (wordt herkend door lichaam), vreemd = signaal aanval

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat zijn de antigenen

17
Q

wat is de bloedgroep

A

welk antigeen op de rode bloedcel zit

18
Q

hoe noemt het als je een resusfactor hebt

A

resuspositief

19
Q

hoe noemt het als je geen resusfactor hebt

A

resusnegatief

20
Q

andere naam oppervlateantigenen

A

agglutinogenen

21
Q

andere naam: antistoffen tegen andere antigenen

A

agglutininen (zit in bloed)

22
Q

onthoud: antistoffen zijn het omgekeerde van de bloedgroep of in geval van O (A en B)

23
Q

hoe werken antisoffen

A

antistoffen vallen oppervlakte antigenen aan

hierdoor is er agglutinatie en leidt tot hemolyse

24
Q

andere naam agglutinatie

A

samenklontering

25
wat is de universele donor (en wat is het)
O: mag aan iedereen geven
26
wat is de universele ontvanger
AB: kan van iedereen krijgen
27
wat is er speciaal als je resusnegatief bent
niet automatisch antigeen tegen resuspositief, na eerste contaxt wordt er wel antigeen tegen gemaakt
28
5 soorten leukocyten
neutrofiel eosinofiel basofiel monocyt lymfocyt
29
wat zijn de kenmerken van een leukocyt
celkern, celorganellen, witte bleodcellen groter dan rode, minder dan rode bloedcellen (geen hemoglobine)
30
waar zitte witte bloedcellen
in bindweefsel en lymfatisch weefsel, gebruiken bloed als transport
31
wat zijn de granulocuten
neutrofiel eosinofiel basofiel
32
wat zijn de agranulocyten
monocyt lymfocyt
33
wat zijn de fagocyten
granulocyten + monocyt
34
wat doet een lymfocyt
maakt antistoffen aan
35
wat breekt de rode bloedcellen af in de lever en milt
macrofagen
36
waarin zit veel ijzer
groenten, vlees, eieren