celdeling Flashcards

1
Q

meiose

A

van diploïde cel naar haploïde cel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

mitose

A

van diploïde cel naar diploïde cel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

5 subfasen van karyokinese

A

profase, prometafase, metafase, anafase en telofase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

5 subfasen van profase 1 (meiose)

A

leptoteen, zygoteen, pachyteen, diploteen en diakinese

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

celdelingscyclus bestaat uit 2 grote delen, welke?

A

interfase en M-fase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

M-fase bestaat uit?

A

karyokinese en cytokinese

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

1ste meiotische deling is de … deling

A

reductiedeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

2e meiotische deling is de … deling

A

equatiedeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

passieve celdood

A

wanneer de cel door externe oorzaken wordt gedood

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

actieve celdood

A

gereguleerde celdood = in de cel zal een moleculair mechanisme in gang worden gezet dat celdood zal induceren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

geprogrammeerde celdood

A

wanneer gereguleerde celdood optreed zonder exogene factoren en dus deel uitmaakt van een normaal fysiologisch proces

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

type celdood: apoptose, autofagie en necrose

A

apoptose = type I
autofagie = type II
necrose = type III

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

apoptose

A

krimpen van de cel waarbij de celmembraan intact blijft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

necrose

A

zwelling van de cellen en organellen, vernietiging van celorganellen en uiteindelijk verlies van de integriteit van de plasmamembraan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

autofagie

A

grote hoeveelheden eiwitten + volledige organellen worden afgebroken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

profase (mitose)

A
  • DNA is gedupliceerd
  • aan buitenkant van centromeer = kinetochoor
  • mitotisch spoelfiguur
17
Q

prometafase

A
  • MT gaan met plus-zijde de cel verkennen
  • MT stabiliseren op contact met kinetochoor
  • chromosomen bewegen naar evenaarsvlak
18
Q

metafase

A

centromeren in evenaarsvlak halverwege de 2 polen van de spoelfiguur

19
Q

anafase

A
  • separase = cohesine wordt gekliefd = zusterchromatiiden komen los
  • sterfiguren met gelijk # chromosomen bestaande uit 1 chromatide
  • celpolen wijken uiteen
  • uit overgebleven ER wordt nieuw kernomhulsel gevormd
20
Q

telofase

A
  • decondenseren van chromosomen
  • morfologie wordt onduidelijk
  • cytokinese kan starte
21
Q

cytokinese

A
  • groeve thv evenaarsvlak
  • cytoskelet bouwt zich opnieuw op
22
Q

leptoteen

A
  • chr. decondenseren tot dunne lange draden
23
Q

zygoteen

A

synapsis van homologe chromosomen
- synaptomaal complex

24
Q

pachyteen

A

recombinatie = crossin over

25
Q

diploteen

A

de-synapsis
- chiasmata zichtbaar
- homologe chr. komen los

26
Q

diakinese

A
  • chromosomen condenseren
  • RNA-synthese stopt
27
Q

metafase 1

A

spoelfiguren ontwikkelen
- chiasmata in evenaarsvlakken

28
Q

anafase 1

A
  • chiasmata lossen
  • volledig stel haploïde chromosmomen aan elke pool
29
Q

telofase 1

A

kernmembraan vormt zich terug
- cytokinese