glad spierweefsel

Question 1

functie van gladde spieren

Answer 1

peristaltische beweging => brokjes, vloeistof of gassen in de buisjes worden voortgestuwd

Question 2

vorm van gladde spieren

Answer 2

• spoelvormig
• gemiddelde doormeter van 5 - 10 micrometer
• lengte kan variëren

Question 3

in de dens bodies vinden we

Answer 3

eiwit alfa-actine

Question 4

intermediaire filamenten

Answer 4

• desmine
• vimentine

Question 5

in gladde spiercellen: actine?

Answer 5

• tropomyosine is gebonden aaan actinefilament = stabilisatie actine

Question 6

organisatie van actine en myosine

Answer 6

niet in sarcomeren georiënteerd
= geen dwarsstreping
= gladde spieren

Question 7

individuele spiercellen

Answer 7

spoelvormig
= langer dan breed

Question 8

embryonaal ontstaan

Answer 8

• afzonderlijke myoblasten
  = 1 kern
  = centraal in de cel

Question 9

sarcoplasmatisch reticulum

Answer 9

• veel minder ontwikkeld dan skeletspiercellen
• minder sterk georganiseerd door het ontbreken van de sarcomeren

Question 10

oppervlka van gladde spiercel

Answer 10

= caveolae
= enkele ondiepe instulpingen

Question 11

dwarsgestreepte spiercellen

Answer 11

• controle via dunne filamenten
  = gladde spiercellen -> controle via dikke myosinefilamenten

Question 12

sliding filament contractie

Answer 12

actinefilament zijn aangehecht aan deze bodies -> verschuiving van actine tov myosine

Question 13

intracellulaire calciumstijging kan op verschillende manieren gebeuren:

Answer 13

• depolarisatie vd spiercel verloopt verder over caveolae = vrijstelling Ca vanuit sarcoplasmatisch reticulum
• influx van extracellulair calcium
• caveolae bevatten calciumkanalen -> depolarisatie vd gladde spier opent de calciumkanalen

Question 14

relaxatie gladde spiercellen

Answer 14

= Calmoduline verwijderen
-> Ca actief transporteren naar sarcoplasmatisch reticulum en extracellulair milieu

Question 15

myosine wordt defosforyleerd door myosine-light chain fosfatase

Answer 15

= lichte ketens van myosine defosforyleert + contractie inhibeert

Question 16

contractie van gladde spieren

Answer 16

= langzaam
-> kan zeer lange tijd volgehouden worden
-> in sommige gladde spiercellen is dat de lichte keten van myosine blijvend gefosforyleerd is
= cellen hebben een tonus
=> intensiteit kan variëren

Question 17

intiatie van contractie

Answer 17

= intracellulaire hoeveelheid calcium stijgt

Question 18

gladde spiervezels: zenuwvezels

Answer 18

• verschillende soorten zenuwvezels
• elk een eigen specifieke neurotransmitter
  = kunen invloed uitoefenen op gladde spiercellen zodat ze contraheren of relaxeren
  = eindresultaat = afhankelijk van soort van neurotransmitter dat wordt vrijgesteld -> type moleculaire receptoren dat aanwezig is op celmembraan van de gladde spiercel

Question 19

initiatie van gladde spiercelcontractie

Answer 19

• stuk afhanklijk van instroom van extracellulair Ca
• chem stoffen die instroom beïnvloeden kunnen de contractie van gladde spiercellen verhogen of verlagen

= respons op lokale stimuli is verantwoordelijk voor de smooth muscle tone

Question 20

single-unit gladde spieren

Answer 20

• functioneel 1 geheel
• in de wand van holle organen
• spoelvormige gladde spiercellen zijn opgestapeld
• gladde spiercellen = depolariserend signaal van cel naar cel via gap junctions = 1 geheel contraheren
• verbonden via desmosomen

Question 21

hyperplasie

Answer 21

= abnormale toename van het # cellen van een weefsel of orgaan

Question 22

hypertrofie

Answer 22

= de vergroting van een orgaan of weefsel door toename in grootte van cellen