cerebrale ontwikkeling en plasticiteit Flashcards

1
Q

syndroom van dravet
- waarin mutati
- gain of function of loss of function? gevolg?
- wat bij heterozygoot
- bij ouder?

A

Syndroom van dravet: mutatie in Na kanaal (SCN1A gen, SCN = sodium channel) –> epilepsie
Gain of function SCN1a–> GEFS+ en familial hempiplegic migraine
Loss of function SCN1a–> DEE (= Dravet syndrome)

Je verwacht: betere werking Na kanalen–> grotere kans epilepsie
Maar dravet is juist loss of function dus is gek

Dravet = SMEI = severe myoclonic epilepsy of infancy
Versch mutaties kunnen hiertoe leiden maar zijn allemaal loss of functions
Kan omdat: dit Na komt specifiek tot expressie in interneuronen die remmend zijn–> minder inhibitie Na–> epilepsie
Heterozygoot voor dit gen–> je maakt nog 50% functionele Na-kanalen
Dravet kan normaliseren op oudere leeftijd
Maar kan ook ondanks normaal vuurgedrag dat AP niet ver genoeg komt–> geen inhibitie–> alsnog epilepsie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Psychogene aanval

A

kan heel heftig zijn, frequentie schokken hoog

Beloop: overstrekken (klassieke ark)
Ontstaat uit gedragsmatige reactie op iets, doen ze niet expres, soort uiting stress

Is te zien op EEG maar het lastig om een EEG te maken bij iemand die zo erg schokt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

epilepsie
- hip thrusting: vaak of niet?
- hoeveel incidenti
- hoeveel % welens insult

A

Hip thrusting is heel atypisch voor een epileptische aanval

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Breath holding spell
- bij wie
- waarom doen ze dit
- gevaarlijk?
- hoe laten stoppen

A

bij jonge kids
Altijd vanuit emotie (huilen), kind ademt uit in die huil maar ademen niet in tot ze hypoxisch worden–> dan is huilen ook weer over

Is niet gevaarlijk soms helpt het om kindje te laten schrikken–> ademen weer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Slaap myoclonie:
- bij wie

A

bij zuigelingen, is gelijk weg als ze wakker worden

Heeft iedereen maar zuigelingen veel prominenter en ze slapen overdag--> opvallend
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

basis classificatiee ILAE

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

koortsstuip
- wat houdt dit in
- bij wie en hoeveel % en wanner
- wat als ook bkend met epilepsie?
- herhalingsrisico na 1 vs na 2x
- beh

A

Epileptische aanval bij koorts = koortsstuip als er geen andere oorzaak voor is

Komt veel voor (3-5%) tussen 6mnd en 6jr, altijd bij >38^ koorts

Als kind bekend is met epileptisch syndroom is het epileptische aanval bij koorts

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

aanvalsclassificatiee gegeneraliseerd begin

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

absence
- welke soort aanval
- hoe opwekken
- EEG?
- beh goed?

A

gegeneraliseerde aanval zonder motorische verschijnselen,
kan opgewekt worden door hyperventilatie
en is goed herkenbaar op het ECG
Is een ontwikkelingsepilepsie–> kan goed beh worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

aanvalsclassificatie focaal begin

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

K-kanalopathie:
- bij wie
- hoe gaat dit weg

A

heel jonge leeftijd, kan vaak over gaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

3 dingen aflezen van EEG voor diag

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

maar … op EEG
- % gezonde mensen afw EEG?
- hoeveel kids met iets afw EEG?
- % gezonde jong volwasseenen met afw EEG?
- hoveel % bij epilepsie in 1x gevangen

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

beeldvorming
- bij kids?
- MRI of CT?
- EEG?

A

MRI veel beter dan CT

doe altijd beh bekende syndromen waar het niet aan bijdraagt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

focale corticale dysplasie beeldvorming

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

waarom classificeren

A

Diag genetica: 30-40% genetisch,

als bij volw ontstaan vaak niet gen–> vaak door trauma