motoriek Flashcards

1
Q

Somato-motorisch systeem

A

Primaire motorische schors is gelegen in de frontaalkwab, in de gyrus precentralis.
Motoneuronen liggen in groepjes en besturen de dwarsgestreepte spieren. De cellichamen liggen in de ventrale zijde vh ruggenmerg in in de hersenstam (centrale zenuwstelsel).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Motor unit

A

Bestaat uit motoneuron + spiervezels die hij aanstuurt

kan meerdere spiervezels aansturen of 1. Voor gedetailleerdere bewegingen heb je kleinere motor units.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Reflexen
-hoe werkt kniepeesreflex

A

Simpel neuronaal circuit met sensibele imput (primaire afferenten motoneuronen), centrale verwerking en motorische output. De kniepeesreflex is een spierrekkingsreflex bij de mens waarbij de bovenste dijbeenspier (m. quadriceps) samentrekt. Reflex loopt via L3 en L4 en de n. femoralis. Heeft functie bij handhaven houding en balans vh lichaam. Bij deze reflex krijg je contractie dijbeenspier en ontspannen van hamstrings. Om hamstrings te laten ontspannen, moet de sensorische input omgezet worden in een remmende werking. Hiervoor zijn schakelcellen nodig.

Een schakelneuron die ontvangt die een neurotransmitter van de sensibele neuron, maar deze schakelneuron heeft een andere receptor, waardoor deze het ontvangt als een inhiberent signaal. Dit geeft hij door aan motor neuron wat hamstring inhibeert.

Deze reflexen treden op op ruggenmergniveau en deze kan iemand in coma bijvoorbeeld ook nog

kniereflex is monosynaptische reflex

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Intrapiramidale systeem (3)

A

primaire afferenten: zijn axonen uit het spinale ganglion, deze geven sensibele input. De cellen vormen een monosynaptische reflex. (bv kniepeesreflex)

interneuronen/schakelcellen: motoneuronen zijn interneuronen in het ruggenmerg en hersenstam. Dit zijn excitatoire en inhibatoire schakelcellen die ervoor zorgen dat moroneuronen zijn verbonden. Deze zijn nodig om met 1 neurotransmitters diverse effecten te krijgen. Ze zorgen voor polysynaptische reflexen. Bij de kniepeesreflex zorgen deze neuronen om het primaire afferente signaal om te zetten in een remmend signaal naar de hamstring om te ontspannen.

Corticospinale banen: dit verloopt vnl via de piramidebanen uit de primaire motorische schors. De piramidebaan loop ui de motorische schors en kruist naar de andere zijde in de medulla.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Extra pyramidale systemen
-Basale ganglia: parkinson en huntington
-cerebellum: dronken

A

Dit is de andere vorm van input naar de motoneuronen. De effecten lopen via de piramidebaan, maar ze werken niet direct op de motoneuronen en kunnen de kracht ook niet veranderen. De circuits lopen via basale ganglia en via het cerebellum, het zijn hulp circuits.

-Basale ganglia: betrokken bij initiatie van bewegingen. Output gaat naar thalamus en thalamus stuurt weer signalen naar moto schors en vanuit daar gaat het naar de piramidebaan. Bij een laesie hierin is er sprake van traagheid en moeite om op gang te komen. Kracht is nog intact.
Bij parkinson is hier sprake van (te weinig dopamine in basale ganglia): deze pten zijn langzaam en stijf
Bij huntington is er teveel dopamine in basale ganglia, hierbij hebben mensen problemen met stoppen met bewegingen (chorea, hyperkinesie). Deze afwijking zit altijd aan de contralaterale kant van de laesie/probleem.

-Cerebelum: zorgt voor controle van beweging via de hersenstam. Bij dronkenschap is er een gestoorde coordinatie van beweginen en tongspieren. circuit loopt van cerebellu, –> thalamus–> moto schors–> piramidebaan. Hier is kracht ook nog intact. Er kan sprake zijn van ataxie. Cerebellum gebruikt sensibele input vanuit het ruggenmerg om de beweging die gaande is te analyseren.
Bij het cerebellum is de afwijking aan de ipsilaterale kant, omdat er hier 2x een kruising is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat doet het autonome zenuwstelsel

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Sympatische en parasympatische zenuwstelsel

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Terminologie
gyrus
kern
grijze en witte stof
ganglion
tractus
vezel
projecturen naar
verbinding
afferent
circuit
systeem

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly