Clostridiodes difficile Flashcards
(10 cards)
1
Q
groep
A
grampositief
2
Q
vorm
A
staaf
3
Q
metabolisme
A
anaeroob
4
Q
epidemiologie
A
asymptomatisch dragerschap:
- 2-3% gezonde volwassenen
- 15-30% gehospitaliseerde ptn
- 60% jonge kinderen
5
Q
Pathogenese
A
- Enterotoxine (toxine A): chemotaxis van n-polynucleairen => productie van cytokines => hemorragische necrose van darmslijmvlies
- Cytotoxine (toxine B): aantasting van actineskelet van darmcellen
- adhesine en hyaluronidase
6
Q
hoe wordt je ziek
A
- Verstoring normale commensale darmflora door bv. antibiotica of chemotherapie
- nocosomiale infectie door overdracht in het ziekenhuis
7
Q
ziektebeelden
A
- diarree (tijdens of na het stoppen van antibiotica)
- pseudomembraneuze colitis: ernstige krampen, bloederige-etterige stoelgang, sterk gestegen WBC - Dit kan evolueren tot toxisch megacolon en colonperforatie
8
Q
diagnose
A
- stoelgang (snel koelen/analyseren is cruciaal gezien toxine degradatie): glutmaat dehydrogenase (GHD) antigen => indien positief => PCR van toxine
- ernstig: endoscopische onderzoek naar darmslijmvlies (geelwitte vliezen)
9
Q
Behandeling
A
- Stop uitlokkende antibiotica
- Vancomycine per os
- fidaxomicine (na overleg infectieziekten)
- Fecale Tx
10
Q
preventie
A
- isolatie maatregelen
- handen wassen en ontsmetten
- sporocide ontsmettingsmiddelen