Coagulase negatieve stafylokokken (CNS) Flashcards
(9 cards)
1
Q
Welke bacteriën behoren hiertoe
A
- S. epidermidis
- S. saprophyticus
2
Q
groep
A
grampositief
3
Q
vorm en ligging
A
kokken in een druiventros
4
Q
epidemiologie
A
- Deel van normale commensale flora huid en slijmvliezen
- S. saprophyticus enkel thv perineale huid
5
Q
Pathogenese
A
- Weinig pathogeen, maar het is wel een frequente ziekteverwekker van infectieziekten bij gehospitaliseerde ptn.
- Slijmproductie (biofilmvorming): adherentie aan vreemd lichaam, inhibitie van WBC, inhibitie penetratie van antibiotica
- S. saprophyticus: adherentie epitheliale cellen van urogenitale slijmvlies
6
Q
ziektebeelden
A
- Vreemd lichaam infecties: kunstklependocarditis, heupprothese infecties, diep veneuze katheder infecties met bacteriemie
- S. saprophyticus: cystitis bij jonge vrouwen
7
Q
diagnose
A
- Cultuur peroperatief weefsel, kathedertip, hemoculturen
- S. saprophyticus: empirische behandeling meestal, urinecultuur wordt afgenomen als dat nodig is
8
Q
behandeling
A
- Verwijderen/vervangen van vreemd materiaal
- antibiotica
9
Q
preventie
A
- Strikte asepsie bij plaatsing van vreemd materiaal
- correctie manipulatie katheders