Col 3 + H8 Flashcards
Leren
leren
proces waarbij een ervaring het gedrag op een toekomstig moment beïnvloedt
ongeconditioneerde respons UR
natuurlijke reactie op een stimulus
ongeconditioneerde stimulus US
een natuurlijke stimulus uit de omgeving die bepaald gedrag (UR) uitlokt
geconditioneerde stimulus CS
aangeboden stimulus die vóóraf gaat aan en daarmee een voorspellende factor vormt voor een US
geconditioneerde respons CR
zelfde respons als UR, maar dan veroorzaakt door de CS
habituatie
uitdoven van UR bij veelvuldig blootstellen aan US
extinctie
uitdoven van CR na niet meer aanbieden van US bij CS
generalisatie
nieuwe stimulus, maar veel (subjectieve) overeenkomst met CS, dan ook CR
discriminatie
leren onderscheid te maken tussen nieuwe stimulus en oorspronkelijke CS door beide stimuli aan een andere US te koppelen (operant, dan andere respons effectief)
S-R associatie
Watson; theorie dat CR ontstaat door associatie tussen CS en UR, blijkt niet correct
S-S associatie
Rescorla & Wagner; theorie dat CR ontstaat door associatie tussen CS en US, ondersteund door extinctie
blocking
als er al een goede voorspeller (CS) bij US is, dan geen associatie bij 2e stimulus voor zelfde US
compensatiore reactie
UR van lichaam op onnatuurlijke verstoring (drugs/ pijnstillers, =US) gericht op terugbrengen natuurlijke staat, wordt geassocieerd met omgeving CS –> CR, dan bij omgeving bepaalt wel/geen compensatiore reactie
Thorndikes Law of Effect
bij een positieve consequentie neemt de frequentie van de gedraging toe
operante respons
een gedraging die de omgeving beïnvloedt, getriggerd door een bepaalde stimulus