Col 5 + H5 Flashcards
Motivatie en Emotie (28 cards)
motivatie
mentale toestand obv interne en externe factoren die aanzet tot bewegen
drive
intrinsieke; interne factoren die zorgen voor motivatie, complementair met motivatie
regulatory drives
drives die gericht zijn op het handhaven van homeostase (honger, dorst)
non-regulatory drives
drives niet homeostase als primair doel hebben; veiligheidsdrives, reproductive drives, sociale drives, educatieve drives
primaire drives
aangeboren drives, hebben overlevingswaarde
afgeleide drives
drives die niet direct overlevingswaarde hebben maar wel voorkomen uit de primaire drives
central drive system
voor elke drive lijkt er een ander regelcentrum in de hersenen te zijn, deze kunnen wel overlappen en zo een overeenkomstig effect hebben
beloningscentrum
medial forebrain bundle met synapsen in de nucleus accumbens (basala galia), afgifte dopamine vóór beloning + afgifte endorfine ná beloning
liking
het ervaren van een bepaalde beloning is fijn –> wanting
wanting
verlangen om de beloning te verkrijgen –> bereidheid om je er voor in te spannen (extrinsieke motivatie)
reinforcement
het daadwerkelijk verkrijgen van de beloning bekrachtigt wanting, positieve feedback loop –> leren (operant conditioneren)
dopamine
vóór het verkrijgen van de beloning, versterkt wanting NIET linking, produtie groter bij onverwachte beloning of grotere ingeschatte waarde van de beloning –> grotere motivatie
endorfine
ná het verkrijgen van de beloning; versterkt liking NIET wanting
verliefdheidsmodel
Helen Fisher; 3 stadia van verliefheid: lust –> attraction (romantische liefde) –> attachment (hechting)
seksuele oriëntatie
ervaren aantrekkingskracht, eigen seksuele identitiet, eigen seksueel gedrag deels aangeboren (prenatale factoren, fraternal birtchorder) deels door levenservaring
fraternal birtchorder effect
hoe meer oudere broers, hoe groter de kans op homoseksualiteit
slaapcyclus
+- 5x herhaald per nacht, bestaat uit stadia 1 (licht) t/m 4 (diep) gevolgd door REM-slaap, bij elke herhaling neemt aandeel REM toe en aandeel diepe slaap af
sleep thought
onvaste gedachten zonder beelden tijdens niet-REM slaap, vaak over actuele problemen maar niet functioneel
preservation and protection theory
we zijn wakker om te eten, te reproduceren en om de veiligheid van onszelf/ anderen te garanderen. De rest van de tijd kun je slapen (grote vleeseters slapen meer dan grote grazers)
body restoration theory
we slapen om te kunnen herstellen (de productie van groeihormonen neemt + kleine dieren slapen meer dan grote + niet slapen geeft weefseldegeneratie)
brain maintenance theory of REM-sleep
we hebben REM-slaap om onze hersenen te trainen, het voorkomt degeneratie en versterk bestaande neuronale verbindingen –> leren (jonge dieren moeten meer leren en slapen meer)
circadiaan ritme
slaap-waak riteme van +- 24uur, (blauw dag)licht als externe que om juiste ritme aan te houden, gecontroleerd door hypothalamus adhv firing rate en hormoon secretie (melatonine)
Robert Plutchik emotie model
8 primaire emoties (joy, sorrow, anger, fear, acceptance, disgust, surprise, expectancy), alle andere emoties zijn hiervan afgeleid
emotie
privaat toegankelijke toestand die aanzet tot bewegen; =subjectief gevoel rondom een object