Col 4 + H4 Flashcards
neurale controle (28 cards)
exitatiore synaps
synaps die een depolariserend effect heeft op een dendriet
inhibbitoire synaps
synaps die een hyperpolariserend effect heeft op een dendriet
declaratief geheugen
bewuste herinneringen/ kennis die je verbaal kunt beschrijven
procedureel geheugen
vaardigheden, gedragingen op automatische piloot, niet bewust/ niet verbaliseerbaar
corticale structuren
hersendelen gelegen op de cortex; kwabben, motorische schors, sensorische schors, associatieve schors
subcorticale structuren
hersendelen gelegen ín de hersenen; hersenstam, cerebellum, basale ganglia, limbisch systeem, thalamus, hypotalamus
craniale zenuwen
hersenzenuwen; 12 st. ontspringen uit hesenstam, info over hoofd-nek gebied
spinale zenuwen
ruggenmergzenuwen; input vanuit rest van lichaam
reflex
automatisch gedrag; directe overschakeling van sensorische op motorische neuron in ruggenmerg
spasticiteit
wegvallen van remming op re-reflex; beetje spierrek –> reflex tegengestelde beweging
hersenstam
medulla oblongata + pons (complexe, vitale en posturale reflexen), middenhersenen (soort-specifiek gedrag + automatische bewegingen)
thalamus
doorgeefluik voor info; sensorische –> cortex, cortex –> bewegingscentra hersenstam
cerebellum
kleine hersenen; feedforward reacties (snel en automatisch)
basale ganglia
feedback reacties (langzaam en gecontroleerd)
limbisch systeem
amygdala (emoties, drives, aanzetten tot actie) + hyppocampus (spatieel geheugen)
hypothalamus
gelegen onder de thalamus, basic drives (fight, flight, feed, fuck)
pariëtaal kwab
midden bovenste deel cortex
temporaal kwab
midden onderste deel cortex
primaire motorische schors
gyrus gelegen vóór centrale sulcus (frontaal kwab); aansturen van bewegingen
primaire sensorische schors
gyrus gelegen áchter centrale sulcus (pariëtaal kwab)
premotor cortex
gebiedje vóór primaire motorische schors; maken van “programma” voor beweging obv plan
associatieve schors
rest van cortex; oa visueel, auditief enz
pattern generators
netwerken van neuronen in ruggenmerg, stimuleren elkaar –> zelfstandig ritmische/ cyclische spieractiviteit veroorzaken ZONDER sturing vanuit hersenen
topografische organisatie principe
aangrenzende neuronen in de motorische of sensorische schors corresponderen met aangrenzende lichaamsdelen