Brainscape's Knowledge GenomeTM


Top Flashcards (Certified)
All Flashcards

NLDS Vocab > De stad en het platteland > Flashcards

De stad en het platteland Flashcards

(78 cards)

Start Studying
1
Q

l’habitat

A

de woonomgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

où préfères-tu vivre?

A

waar woon je het liefst?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

son habitation

A

zijn woning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

une maison mitoyenne

A

een rijtjeshuis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

une maison isolée

A

een alleenstaand huis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

une villa

A

een villa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

acheter / louer une maison

A

een huis kopen / huren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

la ville

A

de stad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

un endroit urbain

A

een stedelijk gebied

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

la vie citadine

A

het stadsleven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

le citadin

A

de stedeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

le citadin

A

stadbewoner

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

j’aime habiter en ville

A

ik ben een stadsmens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

le centre urbain

A

het stadscentrum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

la rénovation urbaine

A

stadsvernieuwing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

l’hôtel de ville

A

het stadhuis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

la place de la ville

A

het stadsplein

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

les files / les embouteillages

A

de files / opstoppingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Il y a beaucoup d’animations dans le voisinage

A

Er is veel animatie in de buurt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Il y a toujours une activité en ville

A

in de stad gebeurt er altijd wel wat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

une ville constitue un endroit idéal pour rencontrer des personnes

A

een stad vormt een ideale ontmoetingsplaats

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

il y a toujours beaucoup de personnes autour de moi

A

er zijn altijd veel mensen om me heen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

l’offre culturelle

A

het cultuuraanbod

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

beaucoup de possibilités de sorties

A

veel uitgaansmogelijkheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
l'infrastructure sportive
sportaccommodatie
26
des services accessibles
bereikbare diensten
27
des possibilités de détente
ontspanningsmogelijkheden
28
la salle de concert
concertzaal
29
le cinéma
bioscoop
30
le café / c'est mon café habituel
café / dat is mijn stamcafé
31
un jardin de ville
een stadstuin
32
le bruit
het lawaai
33
le trafic dense
druk verkeer
34
trop de stress
te veel stress
35
sale
vuil
36
pollué
vervuild
37
insécurisé
onveilig
38
tu dois toujours être sur tes gardes
je moet altijd op je hoede zijn
39
j'ai le sentiment d'être enfermé
ik heb het gevoel opgesloten te zitten
40
l'agitation de la ville
de drukte van de stad
41
aller en ville
naar de stad gaan
42
habiter en ville
in de stad wonen
43
le quartier en ville
de stadswijk
44
la proximité des magasins
de nabijheid van winkels
45
la rue commerçante
de winkelstraat
46
les faubourgs
de buitenwijken
47
le quartier résidentiel
de woonwijk
48
le quartier administratif
de kantoorwijk
49
la place de parking
de parkeerplaats
50
un appartement
een flat / een appartement
51
prendre le métro / bus
de metro / bus nemen
52
la campagne
het platteland
53
une personne qui vit à la campagne
een dorpeling
54
une personne qui vit à la campagne
een plattelander
55
une personne qui vit à la campagne
Een plattelandsbewoner
56
un endroit rural
een landelijk gebied
57
j'habite à la campagne
ik woon op het platteland
58
vivre dans un village
in een dorp leven
59
la qualité de la vie
de levenskwaliteit
60
aime la vie à la campagne
van het dorpsleven houden
61
un environnement sain
een gezond leefmilieu
62
la qualité de l'air
de luchtkwaliteit
63
il y a moins de pollution
er is minder luchtvervuiling
64
disposer de plus d'espace
over meer ruimte beschikken
65
le repos
rust
66
de beaux paysages
mooie landschappen
67
plus de nature et plus de vert
meer natuur en groen
68
plus de sécurité
meer veiligheid
69
l'air est plus sain
de lucht is gezonder
70
des bois
bossen
71
un endroit pour se promener
een wandelgebied
72
une parcelle de terrain
een stukje grond
73
avoir un grand jardin
een grote tuin hebben
74
la ville n'est pas très loin
de stad ligt niet zo ver
75
j'habite près de la ville
ik woon vlakbij de stad
76
je ne veux déménager pour rien au monde
voor geen goud wil ik hier weg
77
se déplacer pour les courses
zich verplaatsen voor boodschappen
78
de grandes distances
grotere afstanden

NLDS Vocab (12 decks)

Brainscape helps you reach your goals faster, through stronger study habits.
© 2025 Bold Learning Solutions. Terms and Conditions